Van 6 (euro Triple A landen) naar 4…naar 1?
En toen waren het er vier, eurolanden met de hoogste kredietbeoordeling.
Kredietbeoordelaar Standard&Poor's verlaagde de kredietscore van Frankrijk en Oostenrijk van Triple A naar AA+ met een 'negative outlook' doorgaans een voorbode van meer verlagingen in de (nabije) toekomst.
De vier overgebleven Triple A euromusketiers zijn Nederland, Duitsland, Luxemburg en Finland.
De S&P verlaagde ook de kredietwaardigheid van Italie,
Portugal, Spanje, Cyprus, Malta, Slowakije en
Slovenie. Van de vier overgebleven Triple A
eurolanden, kregen drie (Nederland, Luxemburg en Finland) een
'negative
outlook' aan hun broek.
Dat behalve Frankrijk ook Oostenrijk zijn Triple A status
verloor, komt bij sommigen wellicht vreemd over.
Immers, als Nederland het zeventiende Bundesland is,
dan is Oostenrijk zeker het achttiende. Hoewel dat zo
kan
zijn, kampt Oostenrijk met grote problemen waardoor
het een wonder mag heten dat het land pas nu de Triple
A score verliest, zoals in zomer vorig jaar hier al
viel te lezen, in het stuk 'Let op Oostenrijk,
niet
Frankrijk'.
De grote vraag is: hoe nu verder? Hoe verder met het
noodfonds om de euro te redden, maar net zo goed hoe
verder met de kredietwaardigheid van de eurolanden.
Een land met een zeer hoge staatsschuld, een
dito
begrotingstekort, almaar stijgende rentes en hele
sombere groeivooruitzichten - lees onder meer
Frankrijk - moet vrezen ook voor zijn net gekregen AA+
status. Hetzelfde geldt voor Oostenrijk, maar ook voor
Nederland, Luxemburg en Finland.
Luxemburg is welvarend bij gratie van de financiele sector. Dé sector die in grote problemen verkeert en die zijn gloriedecennia zeer waarschijnlijk in ieder geval voor een hele lange tijd, achter de rug heeft.
Finland is Scandinavisch in niet alleen geografische zin,
maar ook qua overheidsfinancien. Die zien er namelijk
(redelijk) goed uit. En hoewel de stand van zaken op
dat gebied anno 2012 er ook toe doet, is het de
toekomst die cruciaal is voor de kredietwaardigheid van een
land. Nu heeft Finland aangetoond zijn
overheidsfinanciën goed in de hand te kunnen houden,
maar gaat dat ook zonder meer lukken in een slechte
economische
omgeving en met een sterke anti-Europa
stroming?
Elke nieuwe bezuiniging zal opgevat worden als
noodzakelijk om de euro te redden. Dat is een
vruchtbare bodem voor een sterkere anti-euro en
anti-Europa sentiment in het verre noorden. Bovendien
is Finland behoorlijk afhankelijk van de economische
ontwikkeling in Europa. Dat allemaal verzakt het
vermogen
schulden af te betalen behoorlijk.
Ongeveer hetzelfde geldt voor Nederland. Een zeer open economie zoals de onze vaart er relatief goed bij als het economische tij elders prima is, maar wordt ook relatief hard geraakt als er sprake is van een langdurige periode van economische eb. En stellen dat de Nederlandse overheidsfinanciën er prima uit zien, zou te ver gaan.
Iets wat niet geldt voor Duitsland overigens. En omdat dat land een economische gigant is, kan het zich een tijdlang onttrekken aan de misère elders in de muntunie.
Vandaar dat nog meer verlagingen van kredietwaardigheid van
de eurolanden niet alleen te verwachten is maar ook
zeer waarschijnlijk. Daarbij is de kans groot dat in
2015 Duitsland als het enige euroland met een Triple
A
score zal beginnen aan de tweede helft van dit
decennium.
Iets wat zeker ongunstig vooruitzicht is voor de waarde van de euro, maar als de Europese leiders naar aanleiding van de recente golf van verlagingen van de kredietwaardigheid eindelijk hun mouwen opstropen en gezamenlijk één front vormen om de euro te redden, dat geldt mijn recente artikel dat EUR/USD op den duur naar 2,00 kan gaan, nog steeds.
Als er een kern van waarheid te vinden is in de stelling dat
de crisis veel erger moet worden voordat de problemen
echt aangepakt worden, dan is de koude douche van de
S&P van een paar dagen geleden prima
ontwikkeling
voor de eurozone. Daarmee is de muntunie namelijk een
stap dichterbij een nog ergere crisis en daarmee, als
de eerder genoemde stelling geldt, tevens een stap
dichterbij de definitieve oplossing van de problemen.
Edin Mujagic is monetair- en macro-econoom, publicist en promovendus aan de Universiteit van Tilburg. Hij is de auteur van het boek 'Tien jaar euro: biografie van een jonge wereldmunt' dat vorig jaar is verschenen en van Het Inflatiespook, dat begin oktober is uitgekomen. Ook richtte hij www.inflatieblog.nl op.
Kredietbeoordelaar Standard&Poor’s verlaagde de
kredietscore van Frankrijk en Oostenrijk van Triple A
naar AA+ met een ‘negative outlook’ doorgaans een
voorbode van meer verlagingen in de (nabije) toekomst.
De vier overgebleven Triple A euromusketiers
zijn Nederland, Duitsland, Luxemburg en
Finland.
De S&P verlaagde ook de kredietwaardigheid van Italie,
Portugal, Spanje, Cyprus, Malta, Slowakije en
Slovenie. Van de vier overgebleven Triple A
eurolanden, kregen drie (Nederland, Luxemburg en Finland) een
‘negative
outlook’ aan hun broek.
Dat behalve Frankrijk ook Oostenrijk zijn Triple A status
verloor, komt bij sommigen wellicht vreemd over.
Immers, als Nederland het zeventiende Bundesland is,
dan is Oostenrijk zeker het achttiende. Hoewel dat zo
kan
zijn, kampt Oostenrijk met grote problemen waardoor
het een wonder mag heten dat het land pas nu de Triple
A score verliest, zoals in zomer vorig jaar hier al
viel te lezen, in het stuk ‘Let op Oostenrijk,
niet
Frankrijk’.
De grote vraag is: hoe nu verder? Hoe verder met het
noodfonds om de euro te redden, maar net zo goed hoe
verder met de kredietwaardigheid van de eurolanden.
Een land met een zeer hoge staatsschuld, een
dito
begrotingstekort, almaar stijgende rentes en hele
sombere groeivooruitzichten – lees onder meer
Frankrijk – moet vrezen ook voor zijn net gekregen AA+
status. Hetzelfde geldt voor Oostenrijk, maar ook voor
Nederland, Luxemburg en Finland.
Luxemburg is welvarend bij gratie van de financiele sector.
Dé sector die in grote problemen verkeert en die zijn
gloriedecennia zeer waarschijnlijk in ieder geval voor
een hele lange tijd, achter de rug heeft.
Finland is Scandinavisch in niet alleen geografische zin,
maar ook qua overheidsfinancien. Die zien er namelijk
(redelijk) goed uit. En hoewel de stand van zaken op
dat gebied anno 2012 er ook toe doet, is het de
toekomst die cruciaal is voor de kredietwaardigheid van een
land. Nu heeft Finland aangetoond zijn
overheidsfinanciën goed in de hand te kunnen houden,
maar gaat dat ook zonder meer lukken in een slechte
economische
omgeving en met een sterke anti-Europa
stroming?
Elke nieuwe bezuiniging zal opgevat worden als
noodzakelijk om de euro te redden. Dat is een
vruchtbare bodem voor een sterkere anti-euro en
anti-Europa sentiment in het verre noorden. Bovendien
is Finland behoorlijk afhankelijk van de economische
ontwikkeling in Europa. Dat allemaal verzakt het
vermogen
schulden af te betalen behoorlijk.
Ongeveer hetzelfde geldt voor Nederland. Een zeer open
economie zoals de onze vaart er relatief goed bij als
het economische tij elders prima is, maar wordt ook
relatief hard geraakt als er sprake is van een langdurige
periode van economische eb. En stellen dat de
Nederlandse overheidsfinanciën er prima uit zien, zou
te ver gaan.
Iets wat niet geldt voor Duitsland overigens. En omdat dat
land een economische gigant is, kan het zich een
tijdlang onttrekken aan de misère elders in de
muntunie.
Vandaar dat nog meer verlagingen van kredietwaardigheid van
de eurolanden niet alleen te verwachten is maar ook
zeer waarschijnlijk. Daarbij is de kans groot dat in
2015 Duitsland als het enige euroland met een Triple
A
score zal beginnen aan de tweede helft van dit
decennium.
Iets wat zeker ongunstig vooruitzicht is voor de waarde van
de euro, maar als de Europese leiders naar aanleiding
van de recente golf van verlagingen van de
kredietwaardigheid eindelijk hun mouwen opstropen en
gezamenlijk één front vormen om de euro te redden, dat geldt
mijn recente artikel dat EUR/USD op den duur naar 2,00
kan gaan, nog steeds.
Als er een kern van waarheid te vinden is in de stelling dat
de crisis veel erger moet worden voordat de problemen
echt aangepakt worden, dan is de koude douche van de
S&P van een paar dagen geleden prima
ontwikkeling
voor de eurozone. Daarmee is de muntunie namelijk een
stap dichterbij een nog ergere crisis en daarmee, als
de eerder genoemde stelling geldt, tevens een stap
dichterbij de definitieve oplossing van de problemen.
Edin Mujagic is monetair- en macro-econoom, publicist
en promovendus aan de Universiteit van Tilburg. Hij is de
auteur van het boek ‘Tien jaar euro: biografie van een jonge
wereldmunt’ dat vorig jaar is verschenen en van Het
Inflatiespook, dat begin oktober is uitgekomen. Ook richtte
hij www.inflatieblog.nl op.