Koninklijke aandelen
Beursplein 5 telt 16 fondsen met een koninklijk predikaat. Op Koninginnedag zijn zij aan hun stand verplicht om winst te realiseren. Veel Nederlanders zijn op deze dag in opperbeste oranjestemming. Het lijkt niet meer dan logisch.
Tot aan de start van Euronext vierden beleggers en beurshandelaren op 30 april uitgebreid Koninginnedag. De beurzen van Amsterdam, Brussel en Parijs bundelden echter officieel op 22 september 2000 hun krachten en sindsdien is 30 april een gewone handelsdag. Pas anderhalf jaar later, op 6 februari 2002, trad Lissabon toe tot de fusiebeurs, maar dat terzijde.
Het klinkt vreemd dat de beurs op Koninginnedag open is en morgen, op de dag van de arbeid, gesloten.
Eén mei is een feestdag in Frankrijk, België en veel andere Europese landen. Euronext werd aanvankelijk, voordat het op 4 april 2007 fuseerde met de New York Stock Exchange, vanuit Parijs aangevoerd en Koninginnedag zegt de meeste Fransen net zo weinig als de meeste Nederlanders Quatorze Juilliet, de Franse Nationale feestdag.
Maar hoe presteren aandelen met het predikaat Koninklijk op 30 april?
In alle onderzochte jaren was bij de koninklijke aandelen sprake van winst. In 2002 kwam de winst uit op 0,3 procent, in 2003 op 0,6 procent, in 2007 op 0,3 procent, in 2008 op 0,5 procent, in 2009 op 0,9 procent en in 2010 op 0,5 procent. 2004 was een beroerd jaar: 0,8 procent verlies. In de jaren die niet vermeld worden, was de beurs gesloten omdat Koninginnedag net zoals vorig jaar in het weekend viel.
De koninklijke aandelen presteren dus per saldo beter dan de AEX. Het verschil is door de jaren heen nochtans klein, slechts 72 basispunten. Koninklijke Ten Cate is koploper, zij het met miniem verschil. Het aandeel leed enkel in 2002 verlies. In het kielzog volgen Reesink en op een wat grotere afstand Wessanen.
De bodem van de ranglijst is weggelegd voor KPN Telecom, dat vooral in 2002 en 2009 een beroerde Koninginnedag kende. Toen daalde de koers om en bij de drie procent. Vopak en Philips doen het beter, maar blijven met in totaal een verlies van respectievelijk 1,9 en 0,9 procent eveneens niet uit de rode cijfers.
Door de bank genomen, levert het predikaat Koninklijk beursgenoteerde bedrijven op Koninginnedag nauwelijks extra rendement op. Het lijkt er dus op dat veel Nederlanders deze beursdag met recht links laten liggen.
Tot aan de start van Euronext vierden beleggers en beurshandelaren op 30 april uitgebreid Koninginnedag. De beurzen van Amsterdam, Brussel en Parijs bundelden echter officieel op 22 september 2000 hun krachten en sindsdien is 30 april een gewone handelsdag. Pas anderhalf jaar later, op 6 februari 2002, trad Lissabon toe tot de fusiebeurs, maar dat terzijde.
Het klinkt vreemd dat de beurs op Koninginnedag open is en morgen, op de dag van de arbeid, gesloten.
Eén mei is een feestdag in Frankrijk, België en veel andere Europese landen. Euronext werd aanvankelijk, voordat het op 4 april 2007 fuseerde met de New York Stock Exchange, vanuit Parijs aangevoerd en Koninginnedag zegt de meeste Fransen net zo weinig als de meeste Nederlanders Quatorze Juilliet, de Franse Nationale feestdag.
Maar hoe presteren aandelen met het predikaat Koninklijk op 30 april?
In alle onderzochte jaren was bij de koninklijke aandelen sprake van winst. In 2002 kwam de winst uit op 0,3 procent, in 2003 op 0,6 procent, in 2007 op 0,3 procent, in 2008 op 0,5 procent, in 2009 op 0,9 procent en in 2010 op 0,5 procent. 2004 was een beroerd jaar: 0,8 procent verlies. In de jaren die niet vermeld worden, was de beurs gesloten omdat Koninginnedag net zoals vorig jaar in het weekend viel.
De koninklijke aandelen presteren dus per saldo beter dan de AEX. Het verschil is door de jaren heen nochtans klein, slechts 72 basispunten. Koninklijke Ten Cate is koploper, zij het met miniem verschil. Het aandeel leed enkel in 2002 verlies. In het kielzog volgen Reesink en op een wat grotere afstand Wessanen.
De bodem van de ranglijst is weggelegd voor KPN Telecom, dat vooral in 2002 en 2009 een beroerde Koninginnedag kende. Toen daalde de koers om en bij de drie procent. Vopak en Philips doen het beter, maar blijven met in totaal een verlies van respectievelijk 1,9 en 0,9 procent eveneens niet uit de rode cijfers.
Door de bank genomen, levert het predikaat Koninklijk beursgenoteerde bedrijven op Koninginnedag nauwelijks extra rendement op. Het lijkt er dus op dat veel Nederlanders deze beursdag met recht links laten liggen.
Ivan Snurer
Ivan Snurer (1965) studeerde in Brussel autotechnieken aan de Hogeschool voor Wetenschap en Kunst. Bij Volvo Cars was hij als productingenieur en later als kwaliteitsingenieur nauw betrokken bij de ontwikkeling en de assemblage van de Volvo 400-reeks in Born. Via een omweg in de Europese nucleaire industrie kwam hij medio jaren negentig terecht in de financiële wereld, nadat hij aan Nyenrode Business Universiteit zijn MBA-titel had behaald en zich aan de Erasmus Universiteit Rotterdam had verdiept in quantitative finance. Snurer publiceert sinds eind jaren negentig met enige regelmaat in de Belgische en Nederlandse financiële pers en schrijft sinds 2002 voor Beleggers Belangen. Hij is directeur van Quantalytica, een onafhankelijk adviesbureau dat onderzoek verricht naar de efficiëntie van beleggingsstrategieën en selectiemethodieken.