Updates

Aandelen Nederland

SIF

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Basic-Fit

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Broadcom

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Allfunds

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Kendrion

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Iberdrola

Advies
houden
Aandelen Nederland

Van Lanschot Kempen

Advies
houden

Updates

Aandelen Nederland

SIF

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Walmart

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Basic-Fit

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Broadcom

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Allfunds

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Kendrion

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Iberdrola

Advies
houden
Aandelen Nederland

Van Lanschot Kempen

Advies
houden
Opinie Ivan Snurer, 20 jun 2012 10:40

Op zoek naar rendement

0 0 Leestijd ongeveer

In de huidige markt is dat een lastige opgave. Met welke aandelen of beter gezegd met welke beleggingsstrategie behaalt u een hoog rendement, zonder dat de tussentijdse verliezen te groot om dragen zijn?

In het boek Quantitative Strategies for Achieving Alpha passeren bekende en minder bekende selectietechnieken de revue, zowel uit de hoek van fundamentele analyse als uit het vakgebied van technische analyse.

Aangezien beleggers zich bij hun aandelenkeuze in de regel laten leiden door meerdere selectiecriteria neemt Richard Tortoriello tevens de maat van populaire combinaties, zoals de koers-winstverhouding en het dividendrendement of de combinatie van RSI en prijsmomentum.

Het doel is immers om daaruit de beleggingsstrategieën te destilleren die de hoogste rendementen bieden bij een zo laag mogelijk risico.

Enkelspel

De 28-weeks RSI steekt met kop en schouders boven de andere indicatoren uit. De koop- en verkoopsignalen die de RSI gemeten over een periode van 28 weken genereert, levert volgens Tortoriello het hoogste rendement op.

De op één na beste univariate indicator is de ratio van de koers en free cashflow. Op de derde plaats volgt het kengetal van ondernemingswaarde en het operationele bedrijfsresultaat.

Dubbelspel

Als univariaat was de 28-weeks RSI al de sterkste indicator, maar in combinatie met het 52-weeks prijsniveau valt het beleggingsresultaat nog hoger uit. Dit geldt ook voor het dubbelspel van de koers/free cashflow en het 7-maands prijsmomentum of de combinatie van de 28-weeks RSI en de groei van de free cashflow in de afgelopen 12 maanden.

Drie-eenheid

Per saldo levert de combinatie van koers/boekwaarde (kleiner dan 2), rendement op eigen vermogen (groter dan 18 procent) en schuldenreductie (het vreemd vermogen moet tenminste 13 procent lager zijn dan vorig jaar) het hoogste rendement op. (Strategie 1)

Op de tweede plaats volgt de drie-eenheid van het rendement op eigen vermogen (groter dan 20 procent) koers/omzet (kleiner dan 1) en de ratio van operationele kasstroom en kapitaaluitgaven (3,5 of hoger). (Strategie 2)

Het podium wordt vol gemaakt met de combinatie van het 52-weeks prijsniveau (groter dan 80 procent), het bedrijfsmultiple van ondernemingswaarde en het bruto bedrijfsresultaat (7 of lager) en het rendement op geïnvesteerd vermogen (26 procent of hoger). (Strategie 3)

Een blik op bovenstaande grafiek leert dat de beleggingsstrategie met het hoogste rendement (groene staven) gekenmerkt wordt door een lage volatiliteit. De bèta, dat het marktrisico in kaart brengt, is kleiner dan 1 en ook het grootste verlies in enig kalenderjaar blijft beperkt tot 13 procent. De strategie (blauw staven) die gebruikmaakt van het 52-weeks prijsniveau scoort weliswaar ook goed op dit vlak, maar de bèta ontsluiert wel dat het onderliggende risico hoog is.

Ook zij opgemerkt dat de simulaties betrekking hebben op de periode 1987-2006. In het rampjaar 2008 kelderden de koersen op Wall Street met 37 procent, terwijl in het slechtste jaar van het onderzoek de S&P 500 weliswaar met een verlies van 22 procent het toch aanzienlijk beter verging.

Zoektocht

De zoektocht naar rendement levert onder de 600 indexleden van de STOXX Europe weinig aandelen op. Slechts drie fondsen worden bij strategie 1 weerhouden. In de huidige economische omgeving is het aantal bedrijven die hun schulden daadkrachtig kunnen afbouwen beperkt en dan moet de koers/boekwaarde ook nog eens kleiner zijn dan 2 en het rendement op het eigen vermogen groter dan 18 procent. Enkel Aker Solutions, Ferrovial en Maurel & Prom voldoen aan die voorwaarden.

Bij de tweede strategie drijven negen fondsen boven. Voor elk van hen is het rendement op eigen vermogen hoger dan 20 procent, de koers/omzet lager dan 1 en is de operationele kasstroom 3,5 keer groter dan hun kapitaaluitgaven. En ook strategie 3 levert maar negen fondsen op. Het probleem ligt niet zozeer bij het rendement op geïnvesteerd vermogen noch bij de bedrijfsmultiple, maar na de beurscorrectie van de voorbije weken is het relatieve prijsniveau van 80 procent voor de meeste aandelen een brug te ver.

Op weg naar de toekomst

Met het vooruitzicht dat volatiliteit in de komende twee jaar op de financiële markten een vast gegeven is, kunt u uw aandelen beter selecteren aan hand van koers/boekwaarde, rendement op eigen vermogen en schuldreductie. Wel zo jammer dat onder de indexleden van de STOXX Europe 600 maar drie fondsen op de voornoemde selectiecriteria goed scoren. Een Nederlands aandeel dat op deze drie punten eveneens goed scoort, is Macintosh, maar dat terzijde.

Als het verleden de weg naar de toekomst wijst, dan beloven de historische resultaten van de overige twee strategieën op het einde van de rit soortgelijke rendementen. Bij de drie-eenheid van koers/boekwaarde, de ratio operationele kasstroom en kapitaaluitgaven en het rendement op eigen vermogen lopen de tussentijdse verliezen wel fors op, waardoor deze strategie minder geschikt is voor beleggers die het behoud van kapitaal vooropstellen.

Dat geldt ook voor aandelenstrategieën gebouwd rond prijsniveaus. De bedrijfsmultiple en het rendement op geïnvesteerd vermogen zorgen er wel voor dat u prijswaardige aandelen van goede bedrijven koopt, maar door het samenspel met het prijsniveau stapelen de verliezen zich snel op zodra het sentiment op de markten omslaat. Daartegenover staat dat zij ook snel zullen stijgen zodra er tekenen van herstel zijn.

In het boek Quantitative Strategies for Achieving Alpha passeren bekende en minder bekende selectietechnieken de revue, zowel uit de hoek van fundamentele analyse als uit het vakgebied van technische analyse.

Aangezien beleggers zich bij hun aandelenkeuze in de regel laten leiden door meerdere selectiecriteria neemt Richard Tortoriello tevens de maat van populaire combinaties, zoals de koers-winstverhouding en het dividendrendement of de combinatie van RSI en prijsmomentum.

Het doel is immers om daaruit de beleggingsstrategieën te destilleren die de hoogste rendementen bieden bij een zo laag mogelijk risico.

Enkelspel

De 28-weeks RSI steekt met kop en schouders boven de andere indicatoren uit. De koop- en verkoopsignalen die de RSI gemeten over een periode van 28 weken genereert, levert volgens Tortoriello het hoogste rendement op.

De op één na beste univariate indicator is de ratio van de koers en free cashflow. Op de derde plaats volgt het kengetal van ondernemingswaarde en het operationele bedrijfsresultaat.

Dubbelspel

Als univariaat was de 28-weeks RSI al de sterkste indicator, maar in combinatie met het 52-weeks prijsniveau valt het beleggingsresultaat nog hoger uit. Dit geldt ook voor het dubbelspel van de koers/free cashflow en het 7-maands prijsmomentum of de combinatie van de 28-weeks RSI en de groei van de free cashflow in de afgelopen 12 maanden.

Drie-eenheid

Per saldo levert de combinatie van koers/boekwaarde (kleiner dan 2), rendement op eigen vermogen (groter dan 18 procent) en schuldenreductie (het vreemd vermogen moet tenminste 13 procent lager zijn dan vorig jaar) het hoogste rendement op. (Strategie 1)

Op de tweede plaats volgt de drie-eenheid van het rendement op eigen vermogen (groter dan 20 procent) koers/omzet (kleiner dan 1) en de ratio van operationele kasstroom en kapitaaluitgaven (3,5 of hoger). (Strategie 2)

Het podium wordt vol gemaakt met de combinatie van het 52-weeks prijsniveau (groter dan 80 procent), het bedrijfsmultiple van ondernemingswaarde en het bruto bedrijfsresultaat (7 of lager) en het rendement op geïnvesteerd vermogen (26 procent of hoger). (Strategie 3)

Een blik op bovenstaande grafiek leert dat de beleggingsstrategie met het hoogste rendement (groene staven) gekenmerkt wordt door een lage volatiliteit. De bèta, dat het marktrisico in kaart brengt, is kleiner dan 1 en ook het grootste verlies in enig kalenderjaar blijft beperkt tot 13 procent. De strategie (blauw staven) die gebruikmaakt van het 52-weeks prijsniveau scoort weliswaar ook goed op dit vlak, maar de bèta ontsluiert wel dat het onderliggende risico hoog is.

Ook zij opgemerkt dat de simulaties betrekking hebben op de periode 1987-2006. In het rampjaar 2008 kelderden de koersen op Wall Street met 37 procent, terwijl in het slechtste jaar van het onderzoek de S&P 500 weliswaar met een verlies van 22 procent het toch aanzienlijk beter verging.

Zoektocht

De zoektocht naar rendement levert onder de 600 indexleden van de STOXX Europe weinig aandelen op. Slechts drie fondsen worden bij strategie 1 weerhouden. In de huidige economische omgeving is het aantal bedrijven die hun schulden daadkrachtig kunnen afbouwen beperkt en dan moet de koers/boekwaarde ook nog eens kleiner zijn dan 2 en het rendement op het eigen vermogen groter dan 18 procent. Enkel Aker Solutions, Ferrovial en Maurel & Prom voldoen aan die voorwaarden.

Bij de tweede strategie drijven negen fondsen boven. Voor elk van hen is het rendement op eigen vermogen hoger dan 20 procent, de koers/omzet lager dan 1 en is de operationele kasstroom 3,5 keer groter dan hun kapitaaluitgaven. En ook strategie 3 levert maar negen fondsen op. Het probleem ligt niet zozeer bij het rendement op geïnvesteerd vermogen noch bij de bedrijfsmultiple, maar na de beurscorrectie van de voorbije weken is het relatieve prijsniveau van 80 procent voor de meeste aandelen een brug te ver.

Op weg naar de toekomst

Met het vooruitzicht dat volatiliteit in de komende twee jaar op de financiële markten een vast gegeven is, kunt u uw aandelen beter selecteren aan hand van koers/boekwaarde, rendement op eigen vermogen en schuldreductie. Wel zo jammer dat onder de indexleden van de STOXX Europe 600 maar drie fondsen op de voornoemde selectiecriteria goed scoren. Een Nederlands aandeel dat op deze drie punten eveneens goed scoort, is Macintosh, maar dat terzijde.

Als het verleden de weg naar de toekomst wijst, dan beloven de historische resultaten van de overige twee strategieën op het einde van de rit soortgelijke rendementen. Bij de drie-eenheid van koers/boekwaarde, de ratio operationele kasstroom en kapitaaluitgaven en het rendement op eigen vermogen lopen de tussentijdse verliezen wel fors op, waardoor deze strategie minder geschikt is voor beleggers die het behoud van kapitaal vooropstellen.

Dat geldt ook voor aandelenstrategieën gebouwd rond prijsniveaus. De bedrijfsmultiple en het rendement op geïnvesteerd vermogen zorgen er wel voor dat u prijswaardige aandelen van goede bedrijven koopt, maar door het samenspel met het prijsniveau stapelen de verliezen zich snel op zodra het sentiment op de markten omslaat. Daartegenover staat dat zij ook snel zullen stijgen zodra er tekenen van herstel zijn.