Vrouwen aan de top
Dat vrouwen op hun beleggingen een hoger rendement behalen dan mannen, wisten we al. Nu blijkt dat zij ook in de directiekamers de betere bestuurders zijn, zo leert een studie van Credit Suisse.
Vrouwen zijn niet noodzakelijk betere beleggers dan mannen, maar doordat zij een stuk geduldiger zijn en minder vaak handelen, slagen zij er toch in om een hoger rendement te behalen dan mannelijke beleggers.
Hoewel het onderzoek van Credit Suisse niet expliciet aantoont dat vrouwen de betere bewindvoerders zijn ziet het er wel zo naar uit.
Bedrijven met één of meerdere vrouwelijke bestuurders doen het op de aandelenbeurzen aanzienlijk beter dan de bedrijven die louter door mannen wordt bestuurd.
Verder blijkt ook dat die bedrijven efficiënter bestuurd worden en winstgevender zijn dan de bedrijven waarin vrouwen geen (eind)verantwoordelijkheid dragen.
Door de bank genomen, uit zich in de onderzoeksperiode 2006-2011 de vrouwelijke finesse in een aanzienlijk lagere koers/boekwaarde, een licht lagere schuldgraad, een duidelijk hogere groeivoet van de nettowinst en hoger rendement op het eigen vermogen.
Op de beurs worden die betere kerncijfers beloond met een hoger eindrendement. In de afgelopen zes jaar scoorden de bedrijven met vrouwelijke directeurs aan boord gemiddeld 26 procentpunt beter dan de mannenbedrijven die denken dat zij het zonder vrouwelijke charmes kunnen doen, oftewel op jaarbasis een outperformance van zo’n 4 procentpunt.
De studie van Credit Suisse borduurt voort op werk van gezaghebbende adviesbureaus als Catalyst en McKinsey. De analisten van de Zwitserse zakenbank zagen dat de koersontwikkeling nauwelijks een verschil vertoont wanneer de economie als kool groeit, maar wel in tijden van laagconjunctuur.
De analisten van Credit Suisse achterhaalden verder dat in de onderzoeksperiode het vrouwengehalte toenam van 41 naar 59 procent. Dit lijkt erg veel en suggereert dat heden ten dage de meeste bestuurders vrouwen zijn, maar het percentage heeft betrekking op bedrijven met minimaal een vrouw in een leidinggevende rol. Er is dus nog ruimte voor verbetering.
Reuze benieuwd of dat op de aandelenmarkten tot blijvend betere prestaties zal leiden. Het onderzoek levert immers niet het sluitende bewijs dat de betere prestaties het gevolg zijn van de vrouwelijke finesse.
De bedrijven met vrouwen aan de top zijn overwegend actief in defensieve sectoren en die hebben eenmaal minder te lijden onder de tergende financiële crisis. De kans is reëel dat zodra de macro-economische omgeving zich stabiliseert zij ondermaats presteren.
Vrouwen zijn niet noodzakelijk betere beleggers dan mannen, maar doordat zij een stuk geduldiger zijn en minder vaak handelen, slagen zij er toch in om een hoger rendement te behalen dan mannelijke beleggers.
Hoewel het onderzoek van Credit Suisse niet expliciet aantoont dat vrouwen de betere bewindvoerders zijn ziet het er wel zo naar uit.
Bedrijven met één of meerdere vrouwelijke bestuurders doen het op de aandelenbeurzen aanzienlijk beter dan de bedrijven die louter door mannen wordt bestuurd.
Verder blijkt ook dat die bedrijven efficiënter bestuurd worden en winstgevender zijn dan de bedrijven waarin vrouwen geen (eind)verantwoordelijkheid dragen.
Door de bank genomen, uit zich in de onderzoeksperiode 2006-2011 de vrouwelijke finesse in een aanzienlijk lagere koers/boekwaarde, een licht lagere schuldgraad, een duidelijk hogere groeivoet van de nettowinst en hoger rendement op het eigen vermogen.
Op de beurs worden die betere kerncijfers beloond met een hoger eindrendement. In de afgelopen zes jaar scoorden de bedrijven met vrouwelijke directeurs aan boord gemiddeld 26 procentpunt beter dan de mannenbedrijven die denken dat zij het zonder vrouwelijke charmes kunnen doen, oftewel op jaarbasis een outperformance van zo’n 4 procentpunt.
De studie van Credit Suisse borduurt voort op werk van gezaghebbende adviesbureaus als Catalyst en McKinsey. De analisten van de Zwitserse zakenbank zagen dat de koersontwikkeling nauwelijks een verschil vertoont wanneer de economie als kool groeit, maar wel in tijden van laagconjunctuur.
De analisten van Credit Suisse achterhaalden verder dat in de onderzoeksperiode het vrouwengehalte toenam van 41 naar 59 procent. Dit lijkt erg veel en suggereert dat heden ten dage de meeste bestuurders vrouwen zijn, maar het percentage heeft betrekking op bedrijven met minimaal een vrouw in een leidinggevende rol. Er is dus nog ruimte voor verbetering.
Reuze benieuwd of dat op de aandelenmarkten tot blijvend betere prestaties zal leiden. Het onderzoek levert immers niet het sluitende bewijs dat de betere prestaties het gevolg zijn van de vrouwelijke finesse.
De bedrijven met vrouwen aan de top zijn overwegend actief in defensieve sectoren en die hebben eenmaal minder te lijden onder de tergende financiële crisis. De kans is reëel dat zodra de macro-economische omgeving zich stabiliseert zij ondermaats presteren.