Alternatieve plannen om de euro te redden
De best scorende oplossingsrichtingen voor de eurocrisis krijgen weinig aandacht in Nederland, maar wel in Duitsland. Het gaat dan om de zogeheten 'opt-out' (plan professor Sinn) en 'dual currencies' (o.a. Mayer).
Gisteren bleek dat het Duitse kabinet mordicus tegen een banklicentie voor het permanente noodfonds ESM is. Gelukkig zetten onze oosterburen zich schrap. In eerdere columns heb ik het ESM een lapmiddel en symptoombestrijding van de eurocrisis genoemd. Een lapmiddel een bankstatus geven zou in mijn ogen gelijkstaan aan het opzetten van een Ponzi-scheme (pyramidespel).
Lex Hoogduin, hoogleraar aan de UvA, zegt vandaag in het Financieele Dagblad terecht dat een banklicentie van het ESM neerkomt op het monetair financieren van overheidstekorten, wat in strijd is met het Verdrag van Maastricht. Monetair financieren (ofwel financieren van het begrotingstekort van de overheid door middel van geldschepping) is iets dat de gemiddelde Duitser verafschuwt.
Alternatieve oplossingen
In Duitsland vinden er al tijden debatten plaats over alternatieve oplossingen voor de eurocrisis. Dat komt waarschijnlijk door hun diepgewortelde aversie tegen monetaire financiering en omdat het Duitse bedrijfsleven zo’n belang heeft bij het voortbestaan van de euro.
Het gaat dan om de zogeheten ‘opt-out’ (plan professor Sinn) en ‘dual currencies’ (o.a. Mayer). Deze oplossingen heb ik eerder gerangschikt in mijn Euro-oplossingsmatrix waarvan ik een nieuwe versie op onze website heb gezet. De alternatieve oplossingen scoren goed op basis van deze matrixmethodiek.
Euro holiday/opt-out
Het is met name de gezaghebbende Duitse professor Hans-Werner Sinn die zich hardmaakt voor een zogenaamde opt-out van zwakke eurolanden. In de Financial Times van 31 juli legde hij nog eens uit waarom deze oplossing kan werken. In de Euro-oplossingsmatrix spreek ik van ‘EuroExit/Holiday for Weak Euro Countries’.
Het basisidee is dat zwakke landen tijdelijk de euro verlaten, maar de status van geassocieerd lid van de eurozone behouden. Door even buiten de eurozone te zijn, worden de zwakke landen in staat gesteld tijdelijk een eigen valuta in te voeren, de concurrentiekracht te herstellen door de valuta te devalueren en andere herstructureringen te doen, om later weer de euro in te voeren.
Zo bespaart een geassocieerd lid zichzelf het trauma van een reële depreciatie binnen de eurozone, die alleen bewerkstelligd kan worden door prijzen en lonen te verlagen, wat leidt tot economische krimp en massawerkloosheid. Een nieuwe langetermijnafspraak, het European Exchange Rate Mechanism II (ERM II), kan de basis vormen van een nieuw soort muntunie.
Feitelijk doen Denemarken, Letland en Litouwen al op vergelijkbare wijze aan het europact mee. Sinn stelt voor dat als een land twee jaar lang zonder stress in staat is zijn eigen valuta binnen een bandbreedte van +/- 15% te fluctueren ten opzichte van de euro, het land de euro weer kan herintroduceren.
Sinn denkt dat een dergelijk systeem een significante psychologische factor kan worden, die overheden en hun electoraten de moed kan geven om door te gaan met economische hervormingen. Een interessant plan dat niet voor niets op de vierde plaats van mijn euro-oplossingsranking terecht is gekomen.
Parallel currencies
Tot zover de oplossing van de ‘eurovakantie’. Zonder meer ook interessant zijn de denkrichtingen voor ‘parallel currencies (plan Thomas Mayer) en ‘parallel currency-units’ (plan van de Nederlander André Ten Dam). Op 24 juli heeft er in Berlijn een conferentie plaatsgevonden over 'Parallel Currencies', georganiseerd door BVMW e.V (de grootste mkb-werkgeversorganisatie in Duitsland) in samenwerking met de Duitse denktank Monneta (lees hier de eindverklaring).
Bij parallel currencies wordt er naast de euro een eigen valuta geïntroduceerd waarmee lokale lonen en prijzen worden afgerekend. Dit plan, dat door de Duitser Thomas Mayer is geïntroduceerd, heeft in geval voor Griekenland de term Geuro (Griekse euro) opgeleverd. Het verschil tussen parallel currencies en parallel currency-units is dat in het eerste geval fysieke munten worden geïntroduceerd, maar in het tweede geval is de parallelle munt alleen rekenkundig (eigenlijk zoals we vlak voor de introductie van de euro naast de gulden de ECU hadden).
Beter debat noodzakelijk
Beide oplossingen (parallel currencies en currency-units) stellen landen weer in staat te devalueren en dus hun concurrentiekracht te herstellen. Het gaat hier helaas te ver om uitgebreider op de verschillen in te gaan. Het zou goed zijn als over deze oplossingen een uitgebreider debat – door economen en politici - wordt gevoerd.
Eigenlijk neemt alleen de PVV duidelijk stelling met een alternatieve oplossing (namelijk terug naar de lokale valuta’s), een oplossing die volgens mijn ranking in de Euro-oplossingsmatrix laag scoort. Verder heeft Arie Slob van de Christenunie geprobeerd een discussie op gang te zetten door te willen onderzoeken of we een neuro en zeuro zouden moeten invoeren. Of hier nu doorgepakt is, weet ik niet.
Beste oplossingen grijpen terug op weeffout
Waarom scoren de oplossingen van de eurovakantie en ‘dual currencies’ en ‘dual currencies-units’ zo goed? Simpelweg omdat ze een daadwerkelijke oplossing bieden voor de probleemlanden, namelijk dat ze hun concurrentiekracht weer kunnen herstellen. Er wordt met andere woorden een oplossing geboden voor het kernprobleem van ‘one size (euro) does not fit all’.
Als economen en politici volharden in het niet serieus in overweging namen van de hier beschreven alternatieve oplossingen, dan rest er maar één andere route om de euro overeind te houden en dat is een Verenigde Staten van Europa, met een bank- en begrotingsunie en een gezamenlijke schuldfinanciering (eurobonds). Laat iedere politicus die zegt dat hij de euro in de huidige rigide en dus destructieve vorm wil behouden daar maar eens eerlijk en duidelijk over zijn.
Ik ben overigens niet tegen zo’n verdergaande integratie (sterker nog, ik heb eurobonds eerder de enige oplossing voor de eurocrisis genoemd). De reden waarom deze oplossing in de Euro-oplosingsmatrix wat lager scoort dan de hier beschreven alternatieve oplossingen, heeft te maken met de uitvoerbaarheid. Bijvoorbeeld: kunnen zuidelijke landen Noord-Europees begroten en durven mensen wel stappen vooruit te zetten? De meesten zijn immers conservatief van aard. Op naar het debat.
Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden. Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.
Gisteren bleek dat het Duitse kabinet mordicus tegen een banklicentie voor het permanente noodfonds ESM is. Gelukkig zetten onze oosterburen zich schrap. In eerdere columns heb ik het ESM een lapmiddel en symptoombestrijding van de eurocrisis genoemd. Een lapmiddel een bankstatus geven zou in mijn ogen gelijkstaan aan het opzetten van een Ponzi-scheme (pyramidespel).
Lex Hoogduin, hoogleraar aan de UvA, zegt vandaag in het Financieele Dagblad terecht dat een banklicentie van het ESM neerkomt op het monetair financieren van overheidstekorten, wat in strijd is met het Verdrag van Maastricht. Monetair financieren (ofwel financieren van het begrotingstekort van de overheid door middel van geldschepping) is iets dat de gemiddelde Duitser verafschuwt.
Alternatieve oplossingen
In Duitsland vinden er al tijden debatten plaats over alternatieve oplossingen voor de eurocrisis. Dat komt waarschijnlijk door hun diepgewortelde aversie tegen monetaire financiering en omdat het Duitse bedrijfsleven zo’n belang heeft bij het voortbestaan van de euro.
Het gaat dan om de zogeheten ‘opt-out’ (plan professor Sinn) en ‘dual currencies’ (o.a. Mayer). Deze oplossingen heb ik eerder gerangschikt in mijn Euro-oplossingsmatrix waarvan ik een nieuwe versie op onze website heb gezet. De alternatieve oplossingen scoren goed op basis van deze matrixmethodiek.
Euro holiday/opt-out
Het is met name de gezaghebbende Duitse professor Hans-Werner Sinn die zich hardmaakt voor een zogenaamde opt-out van zwakke eurolanden. In de Financial Times van 31 juli legde hij nog eens uit waarom deze oplossing kan werken. In de Euro-oplossingsmatrix spreek ik van ‘EuroExit/Holiday for Weak Euro Countries’.
Het basisidee is dat zwakke landen tijdelijk de euro verlaten, maar de status van geassocieerd lid van de eurozone behouden. Door even buiten de eurozone te zijn, worden de zwakke landen in staat gesteld tijdelijk een eigen valuta in te voeren, de concurrentiekracht te herstellen door de valuta te devalueren en andere herstructureringen te doen, om later weer de euro in te voeren.
Zo bespaart een geassocieerd lid zichzelf het trauma van een reële depreciatie binnen de eurozone, die alleen bewerkstelligd kan worden door prijzen en lonen te verlagen, wat leidt tot economische krimp en massawerkloosheid. Een nieuwe langetermijnafspraak, het European Exchange Rate Mechanism II (ERM II), kan de basis vormen van een nieuw soort muntunie.
Feitelijk doen Denemarken, Letland en Litouwen al op vergelijkbare wijze aan het europact mee. Sinn stelt voor dat als een land twee jaar lang zonder stress in staat is zijn eigen valuta binnen een bandbreedte van +/- 15% te fluctueren ten opzichte van de euro, het land de euro weer kan herintroduceren.
Sinn denkt dat een dergelijk systeem een significante psychologische factor kan worden, die overheden en hun electoraten de moed kan geven om door te gaan met economische hervormingen. Een interessant plan dat niet voor niets op de vierde plaats van mijn euro-oplossingsranking terecht is gekomen.
Parallel currencies
Tot zover de oplossing van de ‘eurovakantie’. Zonder meer ook interessant zijn de denkrichtingen voor ‘parallel currencies (plan Thomas Mayer) en ‘parallel currency-units’ (plan van de Nederlander André Ten Dam). Op 24 juli heeft er in Berlijn een conferentie plaatsgevonden over 'Parallel Currencies', georganiseerd door BVMW e.V (de grootste mkb-werkgeversorganisatie in Duitsland) in samenwerking met de Duitse denktank Monneta (lees hier de eindverklaring).
Bij parallel currencies wordt er naast de euro een eigen valuta geïntroduceerd waarmee lokale lonen en prijzen worden afgerekend. Dit plan, dat door de Duitser Thomas Mayer is geïntroduceerd, heeft in geval voor Griekenland de term Geuro (Griekse euro) opgeleverd. Het verschil tussen parallel currencies en parallel currency-units is dat in het eerste geval fysieke munten worden geïntroduceerd, maar in het tweede geval is de parallelle munt alleen rekenkundig (eigenlijk zoals we vlak voor de introductie van de euro naast de gulden de ECU hadden).
Beter debat noodzakelijk
Beide oplossingen (parallel currencies en currency-units) stellen landen weer in staat te devalueren en dus hun concurrentiekracht te herstellen. Het gaat hier helaas te ver om uitgebreider op de verschillen in te gaan. Het zou goed zijn als over deze oplossingen een uitgebreider debat – door economen en politici – wordt gevoerd.
Eigenlijk neemt alleen de PVV duidelijk stelling met een alternatieve oplossing (namelijk terug naar de lokale valuta’s), een oplossing die volgens mijn ranking in de Euro-oplossingsmatrix laag scoort. Verder heeft Arie Slob van de Christenunie geprobeerd een discussie op gang te zetten door te willen onderzoeken of we een neuro en zeuro zouden moeten invoeren. Of hier nu doorgepakt is, weet ik niet.
Beste oplossingen grijpen terug op weeffout
Waarom scoren de oplossingen van de eurovakantie en ‘dual currencies’ en ‘dual currencies-units’ zo goed? Simpelweg omdat ze een daadwerkelijke oplossing bieden voor de probleemlanden, namelijk dat ze hun concurrentiekracht weer kunnen herstellen. Er wordt met andere woorden een oplossing geboden voor het kernprobleem van ‘one size (euro) does not fit all’.
Als economen en politici volharden in het niet serieus in overweging namen van de hier beschreven alternatieve oplossingen, dan rest er maar één andere route om de euro overeind te houden en dat is een Verenigde Staten van Europa, met een bank- en begrotingsunie en een gezamenlijke schuldfinanciering (eurobonds). Laat iedere politicus die zegt dat hij de euro in de huidige rigide en dus destructieve vorm wil behouden daar maar eens eerlijk en duidelijk over zijn.
Ik ben overigens niet tegen zo’n verdergaande integratie (sterker nog, ik heb eurobonds eerder de enige oplossing voor de eurocrisis genoemd). De reden waarom deze oplossing in de Euro-oplosingsmatrix wat lager scoort dan de hier beschreven alternatieve oplossingen, heeft te maken met de uitvoerbaarheid. Bijvoorbeeld: kunnen zuidelijke landen Noord-Europees begroten en durven mensen wel stappen vooruit te zetten? De meesten zijn immers conservatief van aard. Op naar het debat.
Harry Geels is directeur Research en partner bij Inmaxxa Vermogensbeheer in Naarden. Daarnaast is hij hoofdredacteur van Traders Club Magazine (TCM). De informatie in deze opinie is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Geels geven zijn persoonlijke mening weer.