Liever een spaarrekening dan obligaties
Een eenvoudige spaarrekening met depositogarantie is momenteel een beter alternatief dan staatsobligaties van veilige landen.
De negatieve rente weerspiegelt de angst in de markt, maar is in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ook het gevolg van de massale aankopen door respectievelijk de Federal Reserve en de Bank of England. Met kwantitatieve verruiming proberen de centrale banken de rente te drukken. Dit heeft vanzelfsprekend een verstorende werking op de markt, omdat de aankopen tegen welke prijs dan ook plaatsvinden.
Zo had de Bank of England na het einde van de eerste ronde van monetaire verruiming begin 2010 voor £200 miljard aan Britse staatsleningen opgekocht, gelijk aan 14% van het bruto binnenlands product. Inmiddels is het programma uitgebreid naar £325 miljard.
Flinke koersverliezen
Verder zal de vraag naar staatsobligaties van veilige havens als Nederland en Duitsland ook in stand worden gehouden door een zekere beleggingsdwang bij pensioenfondsen. Ook lijkt het erop dat sommige beleggers speculeren op het einde van de euro, waardoor de houders van Duitse en Nederlandse staatsobligaties mogelijk een valutawinst wacht. In euro’s gedenomineerde leningen zullen dan immers worden omgezet in sterke guldens of marken.
Een scenario waarin de rente verder zal dalen, kan uiteraard niet worden uitgesloten. Kijk maar naar Japan, waar de tienjaarsrente in 2003 een historisch dieptepunt bereikte van 0,43%. Als de Duitse rente ook naar dit niveau gaat, dan kunnen beleggers nog een aardige koerswinst realiseren. Maar de kans is groter dat het dieptepunt wel zo’n beetje bereikt is.
Zodra er in de markt een gevoel ontstaat dat de eurozone het gaat redden, zal de rente snel oplopen. Macro hedge funds die nu short aandelen zitten en long ‘bunds’ zullen bijvoorbeeld snel hun posities moeten terugdraaien (‘short covering’), wat een verkoopgolf met zich mee kan brengen. Met als gevolg dat beleggers in korte tijd flinke koersverliezen moeten incasseren.
Tijdelijke bescherming
Vastrentende waarden die wel een positief rendement bieden zijn dan een beter alternatief. Maar als het echt misgaat met de eurozone dan gaan bedrijfsobligaties, high yield en staatsleningen van opkomende landen allemaal onderuit.
Als extra zekerheid is het daarom helemaal niet zo gek om tijdelijk geld te parkeren op een eenvoudige spaarrekening, die onder het depositogarantiestelsel valt. Gaat een bank failliet, dan vergoedt de Nederlandse staat maximaal €100.000 per rekeninghouder per bank. Voor beleggers die boven deze grens uitkomen, is spreiding over meerdere banken dus aan te bevelen.
De hoogste spaarrente van momenteel 2,75% compenseert de inflatie van 2,1% ruimschoots, maar als rekening wordt gehouden met de vermogensrendementsheffing teer je wel in op het vermogen. Een spaarrekening is daarom vooral een tijdelijke bescherming tegen doemscenario’s als alternatief voor de veel te dure ‘veilige’ staatsleningen.
De negatieve rente weerspiegelt de angst in de markt, maar is in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk ook het gevolg van de massale aankopen door respectievelijk de Federal Reserve en de Bank of England. Met kwantitatieve verruiming proberen de centrale banken de rente te drukken. Dit heeft vanzelfsprekend een verstorende werking op de markt, omdat de aankopen tegen welke prijs dan ook plaatsvinden.
Zo had de Bank of England na het einde van de eerste ronde van monetaire verruiming begin 2010 voor £200 miljard aan Britse staatsleningen opgekocht, gelijk aan 14% van het bruto binnenlands product. Inmiddels is het programma uitgebreid naar £325 miljard.
Flinke koersverliezen
Verder zal de vraag naar staatsobligaties van veilige havens als Nederland en Duitsland ook in stand worden gehouden door een zekere beleggingsdwang bij pensioenfondsen. Ook lijkt het erop dat sommige beleggers speculeren op het einde van de euro, waardoor de houders van Duitse en Nederlandse staatsobligaties mogelijk een valutawinst wacht. In euro’s gedenomineerde leningen zullen dan immers worden omgezet in sterke guldens of marken.
Een scenario waarin de rente verder zal dalen, kan uiteraard niet worden uitgesloten. Kijk maar naar Japan, waar de tienjaarsrente in 2003 een historisch dieptepunt bereikte van 0,43%. Als de Duitse rente ook naar dit niveau gaat, dan kunnen beleggers nog een aardige koerswinst realiseren. Maar de kans is groter dat het dieptepunt wel zo’n beetje bereikt is.
Zodra er in de markt een gevoel ontstaat dat de eurozone het gaat redden, zal de rente snel oplopen. Macro hedge funds die nu short aandelen zitten en long ‘bunds’ zullen bijvoorbeeld snel hun posities moeten terugdraaien (‘short covering’), wat een verkoopgolf met zich mee kan brengen. Met als gevolg dat beleggers in korte tijd flinke koersverliezen moeten incasseren.
Tijdelijke bescherming
Vastrentende waarden die wel een positief rendement bieden zijn dan een beter alternatief. Maar als het echt misgaat met de eurozone dan gaan bedrijfsobligaties, high yield en staatsleningen van opkomende landen allemaal onderuit.
Als extra zekerheid is het daarom helemaal niet zo gek om tijdelijk geld te parkeren op een eenvoudige spaarrekening, die onder het depositogarantiestelsel valt. Gaat een bank failliet, dan vergoedt de Nederlandse staat maximaal €100.000 per rekeninghouder per bank. Voor beleggers die boven deze grens uitkomen, is spreiding over meerdere banken dus aan te bevelen.
De hoogste spaarrente van momenteel 2,75% compenseert de inflatie van 2,1% ruimschoots, maar als rekening wordt gehouden met de vermogensrendementsheffing teer je wel in op het vermogen. Een spaarrekening is daarom vooral een tijdelijke bescherming tegen doemscenario’s als alternatief voor de veel te dure ‘veilige’ staatsleningen.