Consolidatieslag in bouwwereld
De grote malaise in de bouwsector, die al jaren duurt en nog wel even zal aanhouden, heeft één groot voordeel: het aantal fusies en overnames zal naar verwachting stijgen. Voor beleggers een tip deze sector niet zomaar terzijde te schuiven.
Bovenstaande volgt uit de ‘European M&A Construction Monitor’2012 van accountant Deloitte. Het is de tweede keer dat Deloitte een dergelijk rapport schrijft. In 2011 zat de fusie en overname activiteit in de bouw even in een dipje, maar dit jaar zit de vaart er weer aardig in. Vanaf 2013 zal deze stijging naar verwachting van Deloitte verder doorzetten.
Twee trends
Deloitte bemerkt een tweetal trends bij de fusie- en overname-activiteit in de Europese bouwsector. In de eerste plaats is er sprake van een duidelijke afname van de gemiddelde transactieomvang. Dat lijkt niet onlogisch gezien de moeilijke financieringsmarkt en het feit dat bouwbedrijven flink zijn afgeslankt.
Ten tweede en dat is interessanter voor beleggers ziet Deloitte een opmars van internationale bouwconcerns met name uit Zuid- en West-Europa die hun oog vooral richten op Publiek Private Samenwerking (‘PPS’) en relatief kleinere werken in Noord-Europa.
Neveneffect is dat door deze extra concurrentie nationale bouwers, en volgens Deloitte de middelgrote in het bijzonder, dieper in de problemen komen en het aantal faillissementen en overnames verder zal stijgen.
PPS
De komst van internationale bouwers naar ook Nederland heeft veel van doen met het feit dat er in ons land steeds meer PPS-projecten voorhanden zijn. Dit zijn interessante werken, vooral omdat er vaak langjarige huurcontracten mee gemoeid zijn van een toch stabiele huurder: de overheid.
Grote internationale bouwers zijn verder naarstig op zoek naar stabiele inkomstenstromen en kijken in West-Europa vooral naar activiteiten op het gebied van onderhoud en renovatie.
Ook kleinere overnames die meer kennisgedreven zijn en waarde toevoegen zoals telecom en groene energie worden overwogen. Verder ziet Deloitte een trend van verticale integratie, waarbij bouwers proberen de gehele keten van ontwikkeling tot onderhoud te kunnen aanbieden. Via overnames worden dan leemtes opgevuld.
Noord-Europa meest geliefd
Binnen Europa zijn zoals gezegd bouwers uit het Noorden het meest geliefd om te worden ingelijfd door grote internationale concerns, zo concludeert Deloitte. Deze landen blijken minder vatbaar voor de crisis. Zij kennen veelal een lage werkloosheid, hebben een sterke bevolkingsgroei en er vinden mede daardoor meer overheidsinvesteringen plaats in infrastructurele werken. Bouwbedrijven uit Zuid-Europa kijken ook naar het Noorden omdat zij het zelf uiterst moeilijk hebben op de thuismarkt. Zuid-Europese bouwers geven echter vooral de voorkeur aan florerende bouwmarkten in Latijns-Amerika, Midden-Oosten en Australië.
Ontwijken
In lijn met het gedrag van Zuid-Europese bouwers bemerkt Deloitte dat ook grote bouwers uit andere delen van Europa hun heil deels zoeken in regio’s waar wel groei is. Naast bovengenoemde landen wordt ook uitgeweken naar de bekende BRIC (Brazilië, Rusland, India en China) landen.
Dat geldt echter in veel mindere mate voor grote internationale bouwers van buiten Europa. Zij speuren ons continent juist af op zoek naar buitenkansjes.Zo heeft het Chinees bouwconglomeraat Shanghai Construction Group, dat tot de 50 grootste bouwers ter wereld behoort, onlangs samen met Volker Wessels een project in Rotterdam gestart. Een trend waar beleggers notie van moeten nemen en de sector niet zomaar moeten uitsluiten als beleggingsmogelijkheid.
Er zijn producten beschikbaar die zich op de Europese bouwsector richten zoals de ishares DJ Stoxx 600 Constructutions&Materials (DE000A0H08F7). De risico’s blijven wel bovengemiddeld. Waar winnaars zijn, zijn ook verliezers.