Updates

Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen

Updates

Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Opinie Ivan Snurer, 30 jan 2013 08:40

Het bloedbad van 1994

0 0 Leestijd ongeveer

In 1994 verraste de Federal Reserve vriend en vijand met een renteverhoging. Obligatiebeleggers zijn het bloedbad nog niet vergeten. Ze vrezen een herhaling. Ook toen herrees de economie uit een diepe crisis zonder direct gevaar voor de inflatie. Toch verhoogde Greenspan onverwacht de rente.

Begin jaren negentig herstelde Amerika moeizaam van een financiële crisis als gevolg van… jawel een bankencrisis. Medio jaren tachtig was de Savings & Loan-crisis geëscaleerd, waarbij net als in de afgelopen jaren de huizenmarkt ineenstortte en banken voor honderden miljarden dollars werden gered.

In 1994 leek het erop dat de economie de bankencrisis eindelijk te boven was. Alan Greenspan, het toenmalige hoofd van de Federal Reserve, verhoogde hierop prompt de rente.

Voor het ogenblik zijn er geen concrete aanwijzingen dat Ben Bernanke, de huidige voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken, ook maar enigszins overweegt de basisrente acuut te verhogen. Destijds was dat niet veel anders. Toch verhoogde Greenspan op 4 februari 1994 als een donderslag bij heldere hemel de rente. In de twaalf maanden erna zouden nog er vijf volgen.

Een renteverhoging is slecht nieuws voor beleggers die al obligaties bezitten. Omdat daarop een lagere rente wordt betaald, dalen ze in koers zodra de marktrente stijgt. Op de kapitaalmarkten veroorzaakten de renteverhogingen dan ook een bloedbad. Drie maanden na dato bleek dat obligaties al zeven procent in waarde waren gedaald. Een verlies dat in de maanden erna uitdiepte tot 15 procent. De tienjaarsrente van Amerikaanse staatsobligaties was immers opgelopen van 5,87 tot 8,02 procent.

Glashelder

Voorlopig is een renteverhoging niet aan de orde. De Federal Reserve zal het ruimhartige monetaire beleid nog enige tijd voortzetten. Zolang de werkloosheid niet onder de 6,5 procent zakt en de inflatie niet langdurig boven de 2,5 procent uitkomt, houdt Bernanke de rente tegen de nul procent. Dat is helder, glashelder. Als hij onverhoopt toch sneller op de rem moet trappen, dan is het kader waarbinnen dat zal gebeuren bekend. Bovendien voordat hij zijn rentewapen trekt, worden eerst de opkoopprogramma’s stopgezet. De Federal Reserve koopt nog steeds elke maand voor 85 miljard dollar obligaties op. Hieraan is geen einddatum gekoppeld.

Niettemin hoorde je op het World Economic Forum, in het Zwitserse Davos, dat obligatiebeleggers zich grote zorgen maken over een mogelijke renteverhoging in de Verenigde Staten. Het is echter niet zo dat zij verwachten dat de Federal Reserve overnacht de rente zal optrekken. Het kader waarbinnen dat zal gaan gebeuren is immers bekend. Wel vrezen zij dat Bernanke door onvoorziene omstandigheden moet ingrijpen. Met als gevolg dat obligatiebeleggers onverhoopt snel moeten handelen. De verkooporders die hieruit voortvloeien, zal op de kapitaalmarkten de prijsdruk verhogen en de obligatiekoersen scherp doen dalen, wat ten koste gaat van het resultaat.

Wall Street

Toen Greenspan in 1994 na een forse daling en een langere pauze de rente voor het eerst weer optrok, waren ook aandelenbeleggers verrast door zijn actie. In de eerste twee, drie maanden daalden de koersen op Wall Street, maar een jaar na dato noteerde de S&P 500 ongeveer vijf procent hoger en dit ondanks vijf bijkomende renteverhogingen.

Ook medio 1999 stelde Greenspan na een langere periode van dalende rentedalingen in aanloop naar de millenniumwisseling de rente in korte tijd meerdere keren opwaarts bij. Obligatiebeleggers bekochten dit een jaar later met elf procent verlies, terwijl aandelenbeleggers op zeven procent winst terugblikken.

En ook half 2004 schroefde Greenspan na een lange periode van monetaire versoepeling de rente snel en kordaat op. Deze keer sponnen ook obligatiebeleggers er garen bij. De koers van tienjarige staatsleningen steeg met vier procent, omdat de langetermijnrente licht daalde. De koersen van de 500 belangrijkste aandelen op Wall Street stegen gemiddeld met zes procent.

Rentestijging

De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties doorbrak maandag de kaap van twee procent. De langetermijnrente bevindt zich daarmee op het hoogste niveau in negen maanden. Die stijging kan een kortstondig verschijnsel zijn. Als die trend echter doorzet, vergroot de verkoopdruk op obligaties. Een ontwikkeling die beleggers in vastrentende waarden tot handelen noopt en dit zelfs zonder tussenkomst van de Federal Reserve.

Tot slot, Bernanke zal alles op alles zetten om de rente zo lang mogelijk laag te houden. Wanneer hij op een dag toch de basisrente verhoogt, dan mag je ervan uitgaan dat op termijn van twaalf maanden obligaties ongeveer tien procent in waarde zullen dalen en aandelen een rendement van vijf procent bijeen zullen harken.

@IvanSnurer

Begin jaren negentig herstelde Amerika moeizaam van een financiële crisis als gevolg van… jawel een bankencrisis. Medio jaren tachtig was de Savings & Loan-crisis geëscaleerd, waarbij net als in de afgelopen jaren de huizenmarkt ineenstortte en banken voor honderden miljarden dollars werden gered.

In 1994 leek het erop dat de economie de bankencrisis eindelijk te boven was. Alan Greenspan, het toenmalige hoofd van de Federal Reserve, verhoogde hierop prompt de rente.

Voor het ogenblik zijn er geen concrete aanwijzingen dat Ben Bernanke, de huidige voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken, ook maar enigszins overweegt de basisrente acuut te verhogen. Destijds was dat niet veel anders. Toch verhoogde Greenspan op 4 februari 1994 als een donderslag bij heldere hemel de rente. In de twaalf maanden erna zouden nog er vijf volgen.

Een renteverhoging is slecht nieuws voor beleggers die al obligaties bezitten. Omdat daarop een lagere rente wordt betaald, dalen ze in koers zodra de marktrente stijgt. Op de kapitaalmarkten veroorzaakten de renteverhogingen dan ook een bloedbad. Drie maanden na dato bleek dat obligaties al zeven procent in waarde waren gedaald. Een verlies dat in de maanden erna uitdiepte tot 15 procent. De tienjaarsrente van Amerikaanse staatsobligaties was immers opgelopen van 5,87 tot 8,02 procent.

Glashelder

Voorlopig is een renteverhoging niet aan de orde. De Federal Reserve zal het ruimhartige monetaire beleid nog enige tijd voortzetten. Zolang de werkloosheid niet onder de 6,5 procent zakt en de inflatie niet langdurig boven de 2,5 procent uitkomt, houdt Bernanke de rente tegen de nul procent. Dat is helder, glashelder. Als hij onverhoopt toch sneller op de rem moet trappen, dan is het kader waarbinnen dat zal gebeuren bekend. Bovendien voordat hij zijn rentewapen trekt, worden eerst de opkoopprogramma’s stopgezet. De Federal Reserve koopt nog steeds elke maand voor 85 miljard dollar obligaties op. Hieraan is geen einddatum gekoppeld.

Niettemin hoorde je op het World Economic Forum, in het Zwitserse Davos, dat obligatiebeleggers zich grote zorgen maken over een mogelijke renteverhoging in de Verenigde Staten. Het is echter niet zo dat zij verwachten dat de Federal Reserve overnacht de rente zal optrekken. Het kader waarbinnen dat zal gaan gebeuren is immers bekend. Wel vrezen zij dat Bernanke door onvoorziene omstandigheden moet ingrijpen. Met als gevolg dat obligatiebeleggers onverhoopt snel moeten handelen. De verkooporders die hieruit voortvloeien, zal op de kapitaalmarkten de prijsdruk verhogen en de obligatiekoersen scherp doen dalen, wat ten koste gaat van het resultaat.

Wall Street

Toen Greenspan in 1994 na een forse daling en een langere pauze de rente voor het eerst weer optrok, waren ook aandelenbeleggers verrast door zijn actie. In de eerste twee, drie maanden daalden de koersen op Wall Street, maar een jaar na dato noteerde de S&P 500 ongeveer vijf procent hoger en dit ondanks vijf bijkomende renteverhogingen.

Ook medio 1999 stelde Greenspan na een langere periode van dalende rentedalingen in aanloop naar de millenniumwisseling de rente in korte tijd meerdere keren opwaarts bij. Obligatiebeleggers bekochten dit een jaar later met elf procent verlies, terwijl aandelenbeleggers op zeven procent winst terugblikken.

En ook half 2004 schroefde Greenspan na een lange periode van monetaire versoepeling de rente snel en kordaat op. Deze keer sponnen ook obligatiebeleggers er garen bij. De koers van tienjarige staatsleningen steeg met vier procent, omdat de langetermijnrente licht daalde. De koersen van de 500 belangrijkste aandelen op Wall Street stegen gemiddeld met zes procent.

Rentestijging

De rente op tienjarige Amerikaanse staatsobligaties doorbrak maandag de kaap van twee procent. De langetermijnrente bevindt zich daarmee op het hoogste niveau in negen maanden. Die stijging kan een kortstondig verschijnsel zijn. Als die trend echter doorzet, vergroot de verkoopdruk op obligaties. Een ontwikkeling die beleggers in vastrentende waarden tot handelen noopt en dit zelfs zonder tussenkomst van de Federal Reserve.

Tot slot, Bernanke zal alles op alles zetten om de rente zo lang mogelijk laag te houden. Wanneer hij op een dag toch de basisrente verhoogt, dan mag je ervan uitgaan dat op termijn van twaalf maanden obligaties ongeveer tien procent in waarde zullen dalen en aandelen een rendement van vijf procent bijeen zullen harken.

@IvanSnurer