Updates

Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen

Updates

Aandelen Internationaal

Pfizer

Advies
houden
Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Allianz

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Novartis

Advies
houden
Aandelen Nederland

HAL Trust

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Home Depot

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

HSBC

Advies
kopen
Opinie Ivan Snurer, 25 sep 2013 09:57

Klein blijft fijn

0 0 Leestijd ongeveer

Small caps zijn meestal duurder dan large caps en toch bieden de aandelen van kleine bedrijven een hoger rendement. Zij groeien simpelweg sneller dan hun grote broers, maar daarin schuilt ook een groot gevaar.

Tussen 1927 en 2012 outperformden small caps de S&P 500 met 3,1 procentpunt. Over die periode bewerkstelligden de kleine aandelen een samengesteld jaarrendement van 12,9 procent, terwijl het gemiddelde rendement van de large caps bleef steken op een immer nog aanzienlijke 9,9 procent.

Hoogterecord

Ook dit jaar presteren de kleine aandelen op Wall Street beter dan de large caps. Vrijwel ongemerkt boekte de Russell 2000 (small caps) dinsdag (24 september) nog een nieuw hoogterecord. In 2013 steeg de index al met 26,5 procent. Dat is 6,6 procentpunt beter dan de Russell 1000 (large caps), die inmiddels 19,9 procent hoger noteert dan eind vorig jaar.

De Russell 2000 outperformde in 2012 de Russell 1000, zij het nipt met 0,7 procentpunt, maar in 2011 trokken de large caps aan het langste eind. Per saldo harkten de small caps een jaarrendement bijeen dat amper 38 basispunten hoger is dan dat van de large caps. De Russell 1000 produceerde over die periode een jaarwinst van 11,8 procent, de Russell 2000 genereerde op jaarbasis 12,2 procent winst.

Bullmarkt

In feite is dit een ontwikkeling die al langer gaande is. Wanneer het gemiddelde jaarrendement over 36 maanden van de relatieve sterkte tegen het licht wordt gehouden, wordt duidelijk dat sinds medio 2007 de relatieve sterkte afvlakt, ook al is er in de voorbije vijf jaar sprake van een duidelijke opwaartse trend.

Dit laatste duidt erop dat de bullmarkt op Wall Street nog niet ten einde is. Er is sprake van een pauze waarbij de large caps tijdelijk het leiderschap van de small caps hebben overgenomen. De Russell 2000 scherpte al op de eerste handelsdag van 2013 zijn hoogste stand ooit aan, terwijl de Russell 1000 pas op 8 maart een nieuw record neerzette. De alom bekende S&P 500 moest zich zelfs gedulden tot 10 april 2013 vooraleer de champagnekurken er zouden knallen.

Op zich zijn de aandelen van kleine beursgenoteerde ondernemingen gevoelig voor inflatie en rentestijgingen. Inflatie wordt pas echt een probleem als de zogeheten geldontwaarding langdurig boven de vijf procent uitkomt. Alles wordt dan flink duurder, ook goud en andere grondstoffen. Rente op zijn beurt is de prijs van geld en geld is het smeermiddel van de economie. Als de rentevoeten (te) sterk oplopen, dan wordt geld lenen (flink) duurder en beknibbelen consumenten (fors) op hun uitgaven, waardoor de economie een (grote) stap terug moet doen.

Wanneer op de koop toe de kredietvoorwaarden verslechteren dan krijgen small caps het bijzonder hard te verduren omdat negatieve veranderingen in de financieel-economische sfeer lang nazinderen. Grote bedrijven hebben hiervan minder last. Large caps puren immers het merendeel van hun winst uit het buitenland.

Duurder

Over het algemeen zijn small caps wel duurder dan large caps. Ondanks de hogere waardering horen zij thuis in elke goedgespreide beleggingsportefeuille. De gemiddelde koers-winstverhouding van de aandelen uit de Russell 2000 is inmiddels echter opgelopen tot 40,3. Dat is ruim twee keer zo veel als de k/w van de Russell 1000 en toch blijven small caps aantrekkelijk. Dat komt omdat zij over een groter aanpassingsvermogen beschikken dan de grote beursgenoteerde ondernemingen. Daarnaast profiteert het kleine grut van de toename in fusie- en overnameactiviteiten en tot slot: een trend blijf een trend tot aan zijn end.

Zolang de Russell 2000 de records aaneen blijft rijgen, is er geen reden om afstand te nemen van de small caps. Wel dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen de bedrijven die wel dividend uitkeren en die dat niet doen, oftewel tussen waarde en groei. Op papier verdienen kleine groeiaandelen de voorkeur, maar de praktijk leert dat ook bij small caps de kleine beursgenoteerde waardeaandelen de voorkeur verdienen. Al is de bovengemiddelde volatiliteit van small caps voor sommige beleggers een groot probleem. Bij kleine aandelen liggen de koersschommelingen hoger dan bij large caps, maar rendement heeft eenmaal zijn prijs. @ Ivan Snurer

Tussen 1927 en 2012 outperformden small caps de S&P 500 met 3,1 procentpunt. Over die periode bewerkstelligden de kleine aandelen een samengesteld jaarrendement van 12,9 procent, terwijl het gemiddelde rendement van de large caps bleef steken op een immer nog aanzienlijke 9,9 procent.

Hoogterecord

Ook dit jaar presteren de kleine aandelen op Wall Street beter dan de large caps. Vrijwel ongemerkt boekte de Russell 2000 (small caps) dinsdag (24 september) nog een nieuw hoogterecord. In 2013 steeg de index al met 26,5 procent. Dat is 6,6 procentpunt beter dan de Russell 1000 (large caps), die inmiddels 19,9 procent hoger noteert dan eind vorig jaar.

De Russell 2000 outperformde in 2012 de Russell 1000, zij het nipt met 0,7 procentpunt, maar in 2011 trokken de large caps aan het langste eind. Per saldo harkten de small caps een jaarrendement bijeen dat amper 38 basispunten hoger is dan dat van de large caps. De Russell 1000 produceerde over die periode een jaarwinst van 11,8 procent, de Russell 2000 genereerde op jaarbasis 12,2 procent winst.

Bullmarkt

In feite is dit een ontwikkeling die al langer gaande is. Wanneer het gemiddelde jaarrendement over 36 maanden van de relatieve sterkte tegen het licht wordt gehouden, wordt duidelijk dat sinds medio 2007 de relatieve sterkte afvlakt, ook al is er in de voorbije vijf jaar sprake van een duidelijke opwaartse trend.

Dit laatste duidt erop dat de bullmarkt op Wall Street nog niet ten einde is. Er is sprake van een pauze waarbij de large caps tijdelijk het leiderschap van de small caps hebben overgenomen. De Russell 2000 scherpte al op de eerste handelsdag van 2013 zijn hoogste stand ooit aan, terwijl de Russell 1000 pas op 8 maart een nieuw record neerzette. De alom bekende S&P 500 moest zich zelfs gedulden tot 10 april 2013 vooraleer de champagnekurken er zouden knallen.

Op zich zijn de aandelen van kleine beursgenoteerde ondernemingen gevoelig voor inflatie en rentestijgingen. Inflatie wordt pas echt een probleem als de zogeheten geldontwaarding langdurig boven de vijf procent uitkomt. Alles wordt dan flink duurder, ook goud en andere grondstoffen. Rente op zijn beurt is de prijs van geld en geld is het smeermiddel van de economie. Als de rentevoeten (te) sterk oplopen, dan wordt geld lenen (flink) duurder en beknibbelen consumenten (fors) op hun uitgaven, waardoor de economie een (grote) stap terug moet doen.

Wanneer op de koop toe de kredietvoorwaarden verslechteren dan krijgen small caps het bijzonder hard te verduren omdat negatieve veranderingen in de financieel-economische sfeer lang nazinderen. Grote bedrijven hebben hiervan minder last. Large caps puren immers het merendeel van hun winst uit het buitenland.

Duurder

Over het algemeen zijn small caps wel duurder dan large caps. Ondanks de hogere waardering horen zij thuis in elke goedgespreide beleggingsportefeuille. De gemiddelde koers-winstverhouding van de aandelen uit de Russell 2000 is inmiddels echter opgelopen tot 40,3. Dat is ruim twee keer zo veel als de k/w van de Russell 1000 en toch blijven small caps aantrekkelijk. Dat komt omdat zij over een groter aanpassingsvermogen beschikken dan de grote beursgenoteerde ondernemingen. Daarnaast profiteert het kleine grut van de toename in fusie- en overnameactiviteiten en tot slot: een trend blijf een trend tot aan zijn end.

Zolang de Russell 2000 de records aaneen blijft rijgen, is er geen reden om afstand te nemen van de small caps. Wel dient er een onderscheid te worden gemaakt tussen de bedrijven die wel dividend uitkeren en die dat niet doen, oftewel tussen waarde en groei. Op papier verdienen kleine groeiaandelen de voorkeur, maar de praktijk leert dat ook bij small caps de kleine beursgenoteerde waardeaandelen de voorkeur verdienen. Al is de bovengemiddelde volatiliteit van small caps voor sommige beleggers een groot probleem. Bij kleine aandelen liggen de koersschommelingen hoger dan bij large caps, maar rendement heeft eenmaal zijn prijs. @ Ivan Snurer