Het recht van de zwakste
Een onbedoeld neveneffect van Draghi’s uitspraak is dat de koers van de euro ten opzichte van andere belangrijke valuta’s behoorlijk is opgelopen. Gemeten vanaf het moment dat Draghi de woorden uitsprak, noteert de euro 8,5% hoger tegenover de Amerikaanse dollar en bijna 25% hoger tegenover de Japanse yen. De koerswinst van de euro kan nadelig zijn voor de Europese export, die gebaat is bij een zwakke munt.
Datzelfde principe geldt uiteraard ook buiten de eurozone, en soms leiden (dreigende) koersstijgingen daar tot ingrijpen. Zo stelde de Zwitserse nationale bank in september 2011 een grens aan de stijging van de Zwitserse franc. Al zeventien maanden zorgt de Zwitserse centrale bank ervoor dat de munt niet onder de koers van CHF1,20 per euro zakt. De enorme overwaardering van de franc, die een acute bedreiging voor de Zwitserse economie vormde, noopte Zwitserland om zijn munt substantieel en blijvend te verzwakken. Veel beleggers zochten tijdens de eurocrisis hun toevlucht tot de franc, en die kapitaalinstroom hing als een molensteen om de nek van de Zwitserse economie en zijn exportreuzen. In Japan probeert Shinzo Abe, de nieuwe premier, met een ambitieus investeringsplan het bruto binnenlands product structureel met twee procentpunt op te schroeven en de deflatie weg te werken. Het streefdoel is 2% inflatie. Abe kondigde al voor €87 mrd aan maatregelen aan en slaagde er ook in de yen omlaag te praten. Sinds medio november daalde die 13,5% in waarde ten opzichte van de euro en 9,6% tegenover de dollar. De Japanse regering is content met het huidige niveau, dat rond de 90 yen per dollar ligt. Volgens de minister van Economie, Akira Amara, is een koers van honderd yen excessief, en is deze nadelig voor Japanse exporteurs.
Het monetaire beleid van de Amerikaanse Federal Reserve is uiterst soepel. Het Amerikaanse stelsel van centrale banken creëerde in de voorbije jaren volop geld om de gevolgen van de geëscaleerde kredietcrisis te verzachten, de economie te ondersteunen en de werkgelegenheid te bevorderen. Die geldcreatie drukt de waarde van de dollar, wat op zijn beurt de export door Amerikaanse bedrijven bevordert. Dat de dollar niet nog verder is weggezakt, komt doordat hij nog steeds het vertrouwen geniet van beleggers en centrale bankiers. Het is nog steeds de belangrijkste reservemunt ter wereld, terwijl het belang van de euro als reservemunt tot het laagste peil in zeven jaar is gedaald.
De dollar profiteerde deels van de euroverkopen. Centrale bankiers verruilden de Europese eenheidsmunt voornamelijk voor de Zwitserse franc en de Japanse yen.
Gevaarlijk hoog
Is de euro nu té duur? De Luxemburgse premier Jean Claude Juncker, tevens voorzitter van de eurogroep, vindt de koers gevaarlijk hoog. De waardestijging van de voorbije maanden schaadt de concurrentiepositie van de eurolanden, vindt hij.
Europa, Japan en de Verenigde Staten kampen alle met lage economische groei. Dan wordt al snel gekeken naar valutakoersen als instrument om import duurder en export goedkoper te maken. Japan beschikt over €420 mrd voor steunaankopen om de koers van de yen te drukken, maar tot nu tot is het vooral bij woorden gebleven. Dat interventies niet zonder risico zijn, blijkt overigens uit ingrepen van de centrale bank van Brazilië. Dat land heeft zijn buik vol van zijn te goedkope real, want de inflatie is opgelopen tot 5,5% en blijft maar stijgen.
Als een economische grootmacht zijn munt devalueert, dan destabiliseert dat de internationale handel. Als meerdere landen hun munt verzwakken, dan is dat vergelijkbaar met een gecoördineerde monetaire versoepeling van centrale banken. Dat kan heel positief uitpakken voor de koers van aandelen en de prijs van edelmetalen.