Griekse blufpoker
Om een bankroet af te wenden, zette de ‘trojka’ van Europese Commissie, ECB en het IMF een reddingsplan op touw. In ruil voor schuldverlichting, economische hervormingen en bezuinigingen kreeg Griekenland €248 mrd aan noodhulp (waarvan de laatste tranche nog open staat).
In de ogen van de nieuwe premier van Griekenland, Alexis Tsipras, is deze reddingsoperatie mislukt. Onder de Griekse bevolking heerst het gevoel dat het land kapot is bezuinigd. In de voorbije jaren kromp de economie met 25%, en hierdoor zit de helft van de jongeren zonder werk en leeft eenderde van de Grieken onder de armoedegrens. Tsipras wil een punt zetten achter het reddingsplan dat op 28 februari zou aflopen. Om een bankroet te voorkomen, wil hij een overbruggingsregeling: geen nieuwe leningen, wel tijdelijk uitstel van terugbetaling. In de tussentijd wil Tsipras de Griekse kredietbehoefte met kortlopende leningen dekken.
Verhoudingen op scherp
Al voert hij de strijd tegen corruptie en fiscale fraude op, door het terugdraaien van een aantal bezuinigingen heeft Tsipras de verhoudingen met de trojka op scherp gezet. De ECB reageerde prompt. Omdat de nieuwe regering de voorwaarden van het reddingsplan niet langer respecteert, draaide ze de geldkraan sneller dicht dan het gestelde ultimatum van 28 februari. Na 11 februari kunnen banken obligaties die zijn uitgegeven of gewaarborgd door Griekenland, niet meer gebruiken als onderpand om geld te lenen bij de ECB. Dat treft vooral Griekse banken en dus ook de Griekse overheid.
Ondanks het feit dat Tsipras met zijn blufpoker de eurolanden in een wurggreep houdt, zijn het vooral de Grieken zelf die klem zitten. Toen in 2009 de staatsschulden ontspoorden, had Griekenland vooral schulden openstaan bij Duitse en Franse banken. De noodhulp aan Griekenland was toen in feite een reddingsoperatie voor de Europese financiële sector die door de bankencrisis van 2008 in zwaar weer verkeerde.
We zijn nu vijf jaar verder. Ondanks de doldrieste bezuinigingen, is inmiddels overduidelijk dat Griekenland een klein land zonder industriële basis nooit in de gelegenheid zal komen om haar schulden terug te betalen. Niettemin verstrekken de eurolanden bereidwillig noodleningen, in ruil voor nog meer besparingen.
De nieuwe Griekse regering ziet dat niet zitten, maar de tijd dringt. Uiterlijk 16 februari moet Griekenland bij de Europese Commissie een aanvraag indienen voor de laatste schijf van €7,5 mrd. De Grieken rest dus weinig tijd om te onderhandelen. In de laatste schijf zit ook een kredietlijn voor na afloop van het huidige programma. Daarmee kan Griekenland op de kapitaalmarkt gemakkelijker geld ophalen SEnDgeen onbelangrijk detail. S&P verlaagde kort na de eclatante verkiezingsoverwinning van Syriza de rating naar B-. De Amerikaanse kredietbeoordelaar ontraadt investeren in Griekenland dus.
Met zijn harde opstelling wil Tsipras voor zijn land een betere deal bewerkstelligen. Hij vraagt niet om kwijtschelding, maar wil terugbetaling koppelen aan economische groei. De eurolanden willen echter pas praten als er een kader is voor toekomstige steun waarbij het afschrijven van schulden uitgesloten is.
Nauwelijks economische winst
Als het echt hard tegen hard gaat, is een Griekse exit uit de eurozone onvermijdelijk. Bij een terugkeer naar de drachme stort de economie vrijwel zeker volkomen in en zijn de Grieken nog verder van huis. De mooie verkiezingsbeloften van Syriza ten spijt, levert het terugdraaien van de besparingen nauwelijks economische winst op. Het zou enkel de staatsschuld verder doen oplopen. Bovendien is het nog maar de vraag in welke mate men erin zal slagen om de corruptie en fiscale fraude aan te pakken. Daarnaast blijft de noodzaak voor economische hervormingen. Griekenland is een sterk verzuilde economie waarin het erg lastig is om bedrijven op te zetten en waarin bepaalde beroepsgroepen sterk beschermd zijn. Een ander Griekenland heb je niet binnen een week geregeld.