Wat is Technische Analyse?
Het analyseren van koersen kan op verschillende manieren geschieden. De meest gebruikte is fundamentele analyse, die geschiedt aan de hand van kerncijfers zoals winsten en kasstromen. Een andere veel gebruikte vorm is technische analyse (TA). Hiervoor worden slechts de (historische) koersen en beursomzetten als informatiebronnen gebruikt. Sommige fundamentele analisten vinden technische analyse hierom (te) eenvoudig, andere zien juist de toegevoegde waarde van het besturen van andersoortige informatie.
In vier educatieve artikelen gaan we de komende maanden nader in op technische analyse. We beginnen met de definitie en veronderstellingen, en geven een korte uitleg van de twee soorten technische analyse, chartreading en indicatoranalyse, die we in de delen 2 en 3 van deze serie verder zullen uitdiepen. We sluiten de reeks af met de behandeling van het vraagstuk of fundamentele en technische analyse elkaar uitsluiten, of juist aanvullen.
Stap 1
Definitie
Technische analyse houdt zich bezig met het bestuderen van historische koersinformatie. Soms wordt ook het handelsvolume (omzet op de beurs) gebruikt. Iets preciezer: de technisch analist bestudeert historische beursinformatie om daaruit koerspatronen en trends af te leiden, en op basis daarvan een prognose te maken van de toekomstige koers. Deze prognose bestaat meestal uit twee elementen: een koersdoel een een stoploss. De stoploss is een koersniveau waaronder (bij koopsignaal) of waarboven (bij verkoopsignaal) de prognose niet meer klopt en er verlies moet worden genomen. Een technisch analist pur sang bekommert zich niet om fundamentele of economische informatie. Alle informatie, ook de ‘inside information’, is volgens hem toch wel in de koers verdisconteerd. Daarom volstaat een analyse van alleen de koers.
Stap 2
Veronderstellingen
Technische analyse is op drie veronderstellingen gebaseerd. De eerste is dat koersen trendmatig bewegen. Als er geen trends (omhoog, omlaag of zijwaarts) zijn, heeft technische analyse weinig zin. Bij een technisch koopsignaal moet de koers daarna – in een opwaartse trend – doorstijgen en bij een verkoopsignaal moet de koers – in een dalende trend – blijven dalen. Een gevleugeld rijmpje onder technisch analisten is dan ook: ‘the trend is your friend’. De tweede veronderstelling hebben we hiervoor al kort aangestipt, namelijk dat in de koers alle relevante informatie is verdisconteerd. De derde veronderstelling is dat beleggers steeds op dezelfde manier reageren op gebeurtenissen. Er vormen zich dan ook – bijvoorbeeld als gevolg van massapsychologische verschijnselen – steeds weer dezelfde koerspatronen. Sommige theorieën, zoals de Elliott Wave- en de Dow-theorie (zie rechterpagina) zijn nadere uitwerkingen van deze drie veronderstellingen. Er zijn binnen de technische analyse in de loop der jaren verschillende stromingen ontstaan. De belangrijkste zijn chartreading, waarbij doorgaans visueel in de grafieken koerspatronen worden ontdekt, en indicatoranalyse, waarbij rekenregels worden losgelaten op de historische koersreeksen, waarna de uitkomsten van berekeningen worden afgebeeld in de vorm van indicatoren (onder de koersgrafieken). Zulke indicatoren geven objectieve koop- en verkoopsignalen.
Stap 3
Chartreading
De meeste mensen kennen TA van de analyses van de zogeheten ‘chartreaders’, minachtend ook weleens ‘lijnentrekkers’ genoemd. De meeste basale koerspatronen die de chartreader probeert te ontdekken zijn de opwaartse en neerwaartse trend. De regels voor een opwaartse trend zijn steeds hogere koersbodems en -toppen. Door onder de steeds hoger liggende bodems een lijn te trekken, ontstaat een opwaartse steunlijn. Door over de hoger liggende toppen een lijn te trekken, verkrijgen we een opwaartse weerstandslijn. Als beide lijnen parallel lopen, wordt ook wel gesproken van een opwaarts trendkanaal. Zolang de koers zich binnen dit kanaal beweegt, veronderstelt de technisch analist een verder stijgende trend. Andere koerspatronen worden de volgende keer toegelicht.
Stap 4
Indicatoranalyse
Rekenregels zijn er in vele soorten en maten. De bekendste indicator is het voortschrijdend gemiddelde (VG), waarbij de historische koersen worden gemiddeld. Een veel gebruikt (lang) gemiddelde is het 200-daags VG. Zolang de hellingshoek van deze lijn stijgt, zou de opwaartse trend intact zijn en kan de positie worden aangehouden. Indicatoranalyse is objectief: de hellingshoek is bijvoorbeeld wel of niet positief. Chartreading bevat daarentegen een bepaalde mate van subjectiviteit: welke toppen of bodems worden bijvoorbeeld gebruikt voor het ontdekken van patronen? Indicatoren worden, afhankelijk van de werking, in vijf groepen ingedeeld, waarover in het derde artikel meer.
Lees ook: Wat is de waarde van TA?