Updates

Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Nestlé

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Amazon

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden

Updates

Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Nestlé

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Amazon

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden
Opinie Harry Geels, 1 feb 2016 22:01

Hoe selecteer ik het juiste actieve beleggingsfonds?

0 0 Leestijd ongeveer

Veel beleggers zijn teleurgesteld over de resultaten van actieve beleggingsfondsen, want slechts een beperkt aantal ervan verslaat de benchmark. Ook zijn veel beleggers weinig gelukkig in hun fondsselectie. Zo hebben ze de neiging om de fondsen te kopen die het de afgelopen tijd goed hebben gedaan. Onderzoeken van De Bondt en Thaler laten echter duidelijk zien dat achter de hoogste rendementen aan rennen leidt tot slechtere prestaties. Hieronder bieden we een raamwerk om tot betere fondsselectie te komen.

Stap 1
Universum bepalen
Het beleggingsresultaat wordt op de lange termijn grotendeels bepaald door de gekozen verdeling van het vermogen over de hoofdcategorieën: aandelen, obligaties en alternatieve vormen van beleggen als vastgoed, private equity, grondstoffen en hedge­funds. Binnen de hoofdcategorieën is de keuze voor allerlei subcategorieën weer van belang. Voor aandelen kan dat een regioverdeling zijn, zoals aandelen uit Noord-Amerika, Europa, Japan en opkomende markten. Binnen de regio’s is het weer gebruikelijk te kijken naar bijvoorbeeld large­caps, midcaps en smallcaps. Als uiteindelijk de totale assetallocatie is bepaald, kan per (sub)categorie de juiste fondsbeheerder gekozen worden. Eventueel kan, voordat het proces van ‘managersselectie’ aanvangt, nog een discussie worden gevoerd over hoe de subcategorie wordt ingevuld. Is het bijvoorbeeld aannemelijk dat actieve beheerders in een bepaalde subcategorie weinig waarde kunnen toevoegen, dan ligt passief beheer (indexfonds of ETF) voor de hand. Lijkt actief beheer wel te lonen, dan kan de managersselectie beginnen.

Stap 2
Voorselectie
In de voorselectie wordt per (subcategorie) een zogeheten ‘peer group’ van vergelijkbare fondsen geselecteerd. De keuze om met peer groups te werken is aan te raden, want diverse onderzoeken wijzen uit dat bijvoorbeeld een selectiecriterium als de Morningstar-sterren dan beter werkt. Zo heeft onderzoek van Van Dijk et al. (2006) aangetoond dat er een aanzienlijk rendementsverschil bestaat tussen 1- en 5-sterrenfondsen, maar alleen na een voorselectie. Zo bestond er voor smallcaps maar liefst 17,2% rendementsverschil per jaar (ten gunste van 5-sterrenfondsen). In de voorselectie werden alle fondsen weggefilterd waarvan de ervaring van de beheerder (of van het beleggingsteam) beperkt was. Een voorselectie is verder van belang om fondsen beter met elkaar te kunnen vergelijken, en om een trackrecord te hebben dat lang genoeg is om allerlei selectiecriteria (zie stap 3) te kunnen uitrekenen. Een researchinstituut als Morningstar heeft gelukkig het totale universum van beleggingsfondsen al onderverdeeld in een groot aantal subcategorieën. Maar het vaststellen van de peer group, bijvoorbeeld op basis van trackrecord en ervaring van de fondsbeheerder, moet de belegger nog wel zelf doen.

Stap 3
Kwantitatieve screening
Na de voorselectie worden fondsen onderling vergeleken op basis van allerlei criteria. De selectiecriteria kunnen in diverse groepen worden ingedeeld, zoals verschillende perioderendementen, risico’s, kosten en soliditeit. Risico is nooit in één begrip te vatten, en daarom is het raadzaam fondsen onderling te vergelijken op basis van bijvoorbeeld volatiliteit, ‘drawdown’, losing streaks of tracking errors. Kosten hebben een drukkend effect op de (toekomstige) rendementen. Uit onderzoek (Van Dijk et al.) blijkt: hoe duurder fondsen zijn (relatief, per (sub)categorie), des te lager het rendement. In het blok van soliditeitscriteria staat bijvoorbeeld het aantal jaren dat de fondsbeheerder het fonds beheert, teamervaring, stijlconsistentie, enzovoort.

Stap 4
Kwalitatieve screening
Tot slot vangt de kwalitatieve fase aan. Hierbij kan gedacht worden aan het bezoeken van de fondsbeheerders, om ‘het verhaal te horen’. Het gaat erom vast te stellen of de uitleg past bij de hoge score. Tevens moet worden bepaald of de toegepaste beleggingsmethodiek ook in de toekomst houdbaar zal zijn. Als er voldoende wetenschappelijke bewijzen zijn voor de wijze van beheer, kan dat ook ter ondersteuning dienen van de keuze. Uiteindelijk moet de belegger zelf een keuze maken, en het is verstandig om die mede te laten afhangen van de reeds geselecteerde fondsen in de andere subcategorieën. Als er bijvoorbeeld maximaal twee fondsen per fondshuis worden gekozen, of verschillende beleggingsstijlen (bijvoorbeeld een goede mix tussen bottom-up fundamentele of kwantitatieve top-down macro-fondsen), ontstaat een goede spreiding die tot robuustere beleggingsresultaten moet leiden.

Risicomanagement
Risico’s kunnen op tal van manieren worden berekend, hetgeen eigenlijk aangeeft dat risico bij beleggen een multidimensionaal begrip is. In veel risicomaatstaven komt volatiliteit terug, bijvoorbeeld bij de veel gebruikte Sharpe- of Information Ratio. Van de volatiliteit zoals we die standaard berekenen, is bekend dat die een onderschatting geeft van de echte risico’s. Daarom worden fondsbeheerders vaak op verschillende risicomaatstaven beoordeeld.
Begrippen
Volatiliteit
Meet de beweeglijkheid van de rendementen van een bepaalde koers (van een beleggingsfonds), met een bepaalde mate van betrouwbaarheid.

Drawdown
Meet over een van te voren bepaalde periode de maximale procentuele teruggang van de hoogste top naar de laagste bodem.

Losing streak
Meet het aantal maanden dat een fonds achtereenvolgens verlies heeft gemaakt. Bij de managersselectie kunnen deze onderling vergeleken worden.

Tracking error
Meet het risico dat het fonds afwijkt van de vergelijkende benchmark (in termen van de beweeglijkheid in de maandelijkse afwijkingen tussen fonds en benchmark).

Performancepersistentie
Er is veel onderzoek gedaan naar de zogeheten performancepersistentie: beheerders die in staat zijn goede resultaten van de afgelopen jaren door te trekken naar de toekomst. Er is bewijs dat deze persistentie bestaat, maar wel afneemt in de tijd: wie de afgelopen jaren goed was, kan dat de komende jaren ook zijn, maar na vijf jaar verdwijnt de ‘edge’. Geen enkel onderzoek toont nog persistentie over tien jaar aan.
Geluk versus kunde
Bij managersselectie is het belangrijk geluk van kunde te onderscheiden. Goede trackrecords kunnen ook het gevolg zijn van geluk. Professor Nassim Taleb heeft diverse boeken over dit verschijnsel geschreven. Vooral tijdens de kwalitatieve analyse moet uitgevonden worden of er sprake is van kunde. Dit kan worden vastgesteld aan de hand van wetenschappelijke onderbouwingen en het bestaan van goed beheersbare beleggingsprocessen.
Star manager
Er is veel discussie over het fenomeen ‘star manager’: de topbelegger met het Fingerspitzengefühl. Sommige beleggingsfondsen profileren zich met zo’n star manager, terwijl andere fondsbeheerder juist een teambenadering kiezen. Een star manager kan namelijk ook een risico betekenen als hij vertrekt, of overmoedig wordt. In de kwantitatieve fase kunnen al dan niet meer punten worden gegeven bij een degelijke teambenadering.
Active share
De laatste jaren zijn er diverse onderzoeken verschenen over de ‘active share’, een statistische maatstaf die meet hoeveel de portefeuille afwijkt van de index. Een beheerder die zijn index wil verslaan, moet daarvan durven afwijken – bij voorkeur een hoge active share dus. De teleurstellende resultaten van veel actieve fondsen komen voor een belangrijk deel door fondsen die niet durven af te wijken, de zogeheten ‘index huggers’.
Morningstar-sterren
De veel door beleggers gebruikte Morningstar-sterren zeggen vooral iets over de behaalde resultaten in de afgelopen jaren. Een fixatie hierop leidt tot het destructieve ‘performance chasing’. Morningstar-sterren kunnen daarom slechts een onderdeel zijn van een fondsmanagerselectieproces en dan eigenlijk alleen nog tijdens de kwantitatieve fase. Kwalitatieve analyse van een beheerder is ook van groot belang.

Lees verder in het Dossier Educatie

Alert

Selecteer de onderwerpen waarover u een Beleggers Belangen alert wilt ontvangen. Uw selectie wordt direct bewaard en kunt u op ieder moment zelf aanpassen.

Verder lezen?

Blijf dagelijks op de hoogte van het laatste beleggingsnieuws. Ontdek Beleggers Belangen nu vanaf €11,50 per maand. Bent u nieuw en wilt u eerst meer informatie? Klik dan hier! 

 Bekijk onze abonnementen hier!
Meer uitleg over inloggen? Lees de FAQ