Updates

Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Goldman Sachs

Advies
houden
Aandelen Nederland

Basic-Fit

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
houden
Aandelen Internationaal

JPMorgan Chase

Advies
houden
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

ING

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASR

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Nederland

NN Group

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fagron

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Avantium

Advies
kopen

Updates

Aandelen Nederland

AkzoNobel

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Goldman Sachs

Advies
houden
Aandelen Nederland

Basic-Fit

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
houden
Aandelen Internationaal

JPMorgan Chase

Advies
houden
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

ING

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASR

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aegon

Advies
kopen
Aandelen Nederland

NN Group

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Fagron

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Avantium

Advies
kopen
Opinie Freek Tewes, 1 apr 2016 17:07

Beter thuis in bankzaken

0 0 Leestijd ongeveer

Persberichten en artikelen over financiële waarden zijn soms lastig te doorgronden. Dat komt met name door de terminologie die afwijkt van wat in andere sectoren gebruikelijk is. Bij banken is Basel 3 het sleutelbegrip. Wat houdt dit precies in? Een korte uitleg.

In de Basel-akkoorden zijn de kapitaals- en solvabiliteitseisen die aan banken worden gesteld vastgelegd. Het Basel 2-akkoord is van kracht geworden in 2007/2008. In tegenstelling tot Basel 1 en Basel 2, die primair gericht zijn op de reserves die banken moeten aanhouden om verliezen op te vangen, focust Basel 3 op de reserves die nodig zijn als een bank te maken krijgt met externe omstandigheden, anders dan de operationele (zoals tijdens de bankencrisis). Basel 3 volgt de andere twee Basel-akkoorden dus niet op, maar vult ze aan. In Basel 3 worden strengere eisen gesteld aan de kwaliteit en kwantiteit van het kapitaal. Zo is de definitie van kernkapitaal aangescherpt.

Ten aanzien van kern- of tier 1-kapitaal is er géén contractuele verplichting om af te lossen, het vermogen is permanent ter beschikking gesteld aan de bank

Financieringsinstrumenten worden alleen nog als tier 1-kapitaal aangemerkt als de bank volledig vrij is betalingen op de hoofdsom en tussentijdse dividend- en rentebetalingen op te schorten. Het kernkapitaal moet kort gezegd beter in staat zijn om verliezen op te vangen. Hierdoor zullen bepaalde hybride vermogensinstrumenten niet langer als kernkapitaal aangemerkt worden.

Rekenvoorbeeld tier 1-ratio
Stel een bank heeft €2 eigen vermogen en €10 ontvangen aan deposito’s. De bank heeft tevens voor €10 aan leningen verstrekt. Er staat dus aan de activa-zijde van de balans een lening van €10. We veronderstellen dat deze lening een risicogewicht heeft van 90%, dus telt voor €9. Dan is de tier 1-ratio 2/9 = 22%. Voorheen telden staatsobligaties als risicoloos (een risicogewicht van 0%), en was geen vermogen nodig om verliezen op te vangen. Na de financiële crisis is dit veranderd.

Kernkapitaal
Tier 1-kapitaal is de buffer die banken aanhouden om eventuele verliezen te kunnen opvangen. Het wordt ook wel het kernkapitaal genoemd en bestaat uit het gewone aandelenkapitaal, de gepubliceerde reserves en, indien aanwezig, het fonds voor algemene bankrisico’s. Vermogen van de bank bestaat uit aandelenkapitaal en niet eerder uitgekeerde winsten. Ten aanzien van kern- of tier 1-kapitaal is er géén contractuele verplichting om af te lossen, het vermogen is permanent ter beschikking gesteld aan de bank, en er zijn géén belemmeringen om eventuele verliezen ten laste van dit vermogen te brengen.


Cost/income ratio

De cost/income ratio (of efficiency ratio) van een bank deelt de operationele kosten door de operationele inkomsten. Hoe lager de ratio, hoe efficiënter de bank opereert. Bij veel grootbanken is het verlagen van deze ratio al sinds jaar en dag een probleem, mede door bureaucratische belemmeringen. Er is geen grens te geven waaronder de ratio op een efficiënte bank duidt. Zo zal een pure retailbank een lager ratio horen te hebben, dan een private- of zakenbank. 

ROE

Een veel gebruikte term is de ROE (return on equity): het rendement op het eigen vermogen. Als banken het rendement voor aandeelhouders willen maximaliseren, zullen zij zich richten op het maximaliseren van de ROE. Een vergelijking tussen de ROE’s van banken is lastig, vanwege boekhoudkundige verschillen (zeker tussen banken in verschillende landen). Een vergelijking van de ratio van een bank door de tijd heen is vaak zinvoller.

Loan-to-deposit ratio

De loan-to-deposit ratio deelt de uitstaande leningen van de bank door de deposito’s van de bank. Naarmate deze ratio lager is, is de bank minder risicovol gefinancierd. Dan hebben banken tegenover leningen relatief veel veilige en liquide klantendeposito’s staan. Hoge loan-to-deposit ratio’s kunnen een last worden, want zelfs een kleine uitstroom van cash in de vorm van deposito’s kan dan al leiden tot liquiditeitsproblemen.

Non-performing loans

Leningen waarvan de betalingsverplichtingen niet (meer) worden nagekomen. Meestal wordt de term NPL gebruikt als er drie achtereenvolgende maanden sprake is van wanbetaling, maar er kunnen ook andere redenen zijn waarom een lening als ‘verloren’ moet worden beschouwd. NPL’s zijn een blok aan het been. Een gedeelte van het uitstaand kapitaal wordt erdoor opgeslokt terwijl het rendement minimaal is.

AuM

Assets under management (AuM) is het vermogen dat door bankrelaties is ondergebracht bij de bank. Vaak wordt dit het beheerde vermogen genoemd, maar dat is eigenlijk Assets under discretionary management. Bij Assets under non-discretionary management adviseert de bank alleen inzake het beleggingsbeleid of nemen de klanten zelf de beleggingsbeslissingen zonder advies van de bank.


Voor het tier 2-kapitaal of aanvullend kapitaal bestaan wel verplichtingen om betalingen te doen aan de verstrekkers van dit kapitaal. De kwaliteit van dit vermogensbestanddeel is in de ogen van de toezichthouders minder dan dat van tier 1-kapitaal. Tier 2-kapitaal is verdeeld in twee subcategorieën, namelijk hoger aanvullend en lager aanvullend kapitaal (upper tier 2 en lower tier 2). Onder hoger aanvullend kapitaal vallen cumulatief preferente aandelen met onbepaalde looptijd, schulden met een onbepaalde looptijd en herwaarderingsreserves. Lager aanvullend kapitaal bestaat uit langlopende achtergestelde leningen. Het totale relevante tier 2-kapitaal dient kleiner of gelijk te zijn aan het tier 1-kapitaal. Daarnaast mag het lower tier 2-kapitaal niet meer dan 50% bedragen van het tier 1-kapitaal. Het tier 1- en tier 2-kapitaal tezamen vormt het BIS-kapitaal. Tier 3-kapitaal is kwalitatief het minste kapitaal en wordt gevormd door kortlopende achtergestelde schulden en slechts minimaal gebruikt.

1-4-2016 14-12-01Risk weighted assets (RWA)
De activa van een bank krijgen een weging gebaseerd op het risico. Vandaar dat men spreekt van naar risico gewogen activa (RWA, risk weighted assets). De activa zijn onderhevig aan kredietrisico, marktrisico (rente, aandelen en valuta) en operationeel risico. Hoe risicovoller activa zijn, hoe meer kapitaal daar tegenover moet staan. De kredietcrisis bracht een probleem aan het licht dat inherent is aan het systeem van risicogewogen kapitaaleisen onder Basel 1 en 2. Dit stelde banken in staat om veel vreemd vermogen aan te trekken en niettemin aan de (risicogewogen) kapitaaleisen te voldoen. Zo hoefde tegenover beleggingen in staatsobligaties van veel Europese landen nagenoeg geen kapitaal te worden aangehouden. Vandaar dat veel banken hebben geïnvesteerd in obligaties van Europese landen met een twijfelachtige vermogenspositie, met alle gevolgen van dien. De regels voor vermogen dat mag meetellen als kernkapitaal (tier 1) zijn onder Basel 3 een stuk strenger.

Instellingen die gekwalificeerd worden als ‘too big to fail’ moeten ook nog een extra kapitaalbuffer aanhouden van 1 tot 2,5%, afhankelijk van de risicogewogen omvang van hun activa

Core tier 1-ratio
Als het kernkapitaal – het tier 1-kapitaal – wordt gedeeld door de naar risico gewogen activa krijg je de tier 1-ratio. De vereiste minimale core tier 1-ratio is tussen 2013 en 2016 gefaseerd verhoogd van 2 tot 4,5%. Vervolgens zijn door Basel 3 twee extra kapitaaleisen geïntroduceerd. Zo moeten banken een kapitaalinstandhoudingsbuffer van 2,5% aanhouden. Als het kapitaal onder deze buffer zakt, mag de bank geen dividend uitkeren aan haar aandeelhouders en evenmin verplichtingen aangaan om bonussen te betalen aan haar medewerkers totdat de solvabiliteit weer op peil is. Daarbij kunnen de nationale overheden banken verplichten in tijden van economische groei een contra-cyclische buffer van maximaal 2,5% aan te houden. Instellingen die gekwalificeerd worden als ‘too big to fail’ moeten ook nog een extra kapitaalbuffer aanhouden van 1 tot 2,5%, afhankelijk van de risicogewogen omvang van hun activa. De totale risicogewogen core tier 1-kapitaaleis voor banken zal dus uiteindelijk 9,5% bedragen. Basel 3 introduceert ook een leverage ratio, die niet afhankelijk is van het risicoprofiel van de activa. Vanaf 2017 dient het kernkapitaal minstens 3% van het totale (ongewogen) vermogen te bedragen. Dat betekent dat er tegenover elke euro aan activa – ongeacht de risicoweging – drie cent aan eigen vermogen op de balans moet staan. Financiën wil daar voor Nederlandse banken nog een een schepje bovenop doen en gaat voor 4%.

Stresstest 2016
De Europese bankautoriteit (EBA) gaat de komende maanden een nieuwe stresstest uitvoeren onder 51 grote Europese banken. Er wordt uitgegaan van fictieve recessies in de EU dit jaar (-1,2%) en in 2017 (-1,3%) en een minieme groei (+0,7%) in 2018. Andere uitgangspunten zijn dat het bbp van China dit jaar met 3,4% toeneemt, waar nu nog met 6,5% wordt gerekend. In Rusland en Brazilië gaat de economie met respectievelijk 8,1% en 5,9% onderuit. De grondstofprijzen worden verondersteld op een laag niveau te blijven. Ten opzichte van de verwachting van $58 voor een vat olie dit jaar, gaat de EBA uit van een 48% lagere prijs. Ook in 2017 en 2018 geldt een 44% lagere olieprijs. De testresultaten zullen in het najaar bekend worden gemaakt.

Lees ook: Hoe gaat een claimemissie in zijn werk?

Alert

Selecteer de onderwerpen waarover u een Beleggers Belangen alert wilt ontvangen. Uw selectie wordt direct bewaard en kunt u op ieder moment zelf aanpassen.

Verder lezen?

Blijf dagelijks op de hoogte van het laatste beleggingsnieuws. Ontdek Beleggers Belangen nu vanaf €11,50 per maand. Bent u nieuw en wilt u eerst meer informatie? Klik dan hier! 

 Bekijk onze abonnementen hier!
Meer uitleg over inloggen? Lees de FAQ