Grootste daling achter de rug?
Diverse grondstoffen zijn dit jaar (sterk) in herstel, maar het is nog te vroeg om de definitieve bodem aan te kondigen. De wereldeconomie kampt met teruglopende groei en er is sprake van overaanbod. Bodemvissers kunnen met grondstoffenfondsen wel de eerste stappen zetten.
Grondstoffen zijn dit jaar goed begonnen. Terwijl de MSCI World index sinds 1 januari van dit jaar op ruim 4% verlies staat, is de Thomson Reuters CRB Index met 2% en de S&P Global Natural Resources, bestaande uit grondstoffenbedrijven, zelfs met 5% gestegen. Sommige analisten hebben de bodem in grondstoffen aangekondigd. Anderen zijn voorzichtiger en wijzen erop dat de koersen nog wel iets lager kunnen.
Pessismisme overheerst onder analisten, maar er zijn ook positieve geluiden, bijvoorbeeld over goud
Pessimisten
Daniel Rohr, directeur aandelenanalyse Basismaterialen bij Morningstar, is zeer pessimistisch over grondstoffen. De reden is China, waar een transformatie plaatsvindt van een economie die drijft op investeringen en industrie naar een economie die afhankelijk moet worden van de bestedingen van consumenten. Rohr liet tijdens de Morningstar-conferentie in Amsterdam zien dat de vraagcylus van veel grondstoffen heeft gepiekt in 2014 en nu een dalende trend laat zien, die nog vele jaren gaat duren.
Ook het onafhankelijke Multi-asset Research meent dat grondstoffen nog steeds in de ‘unwinding’-fase zitten. Het herstel heeft veel grondstoffen in de buurt van hun reële langetermijnevenwicht gebracht. Uit een langetermijnanalyse vanaf 1870 leidt het onderzoeksbureau af dat iedere neergang in de olieprijscyclus (in reële termen) pas stopt rond de $20 per vat én dat de prijs nooit bodemt voordat het onder de productiekosten is gezakt. Die zouden gemiddeld onder de $20 liggen. Daarom voorspelt Multi-asset research een prijs van $20 over een jaar en $40 over vijf jaar.
Analist Tim Maverick van de Wall Street Daily ziet dat de laatste rally van grondstoffen afzwakt. Het herstel zou volgens hem vooral zijn gebaseerd op hoop en ‘short covering’. Hij wijst op de nog altijd bestaande overproductie in bijvoorbeeld olie. Mogelijk heeft de olieprijs volgens Maverick gebodemd, ‘maar hij gaat voorlopig nergens snel naar toe en er ligt waarschijnlijk voor de komende vijf jaar een plafond op $40.’ Ook voor de metalen koper, nikkel, zink, ijzer en aluminium ziet hij weinig potentieel, vanwege een te groot aanbod en teruglopende vraag. De voorzitter van het Russische Norilsk Nickel heeft tegen de Financial Times gezegd dat 25% van de wereldwijde nikkelproductie moet worden stilgelegd voordat de markt weer in balans komt. Maar geen enkele producent zet echt stappen in die richting. Dit is typisch voor veel grondstoffen.
Ook Nick Cunningham stelt op ’s werelds grootste nieuwsplatform over de energiesector, Oilprice.com, dat met de stijging van 50% van de olieprijs vanaf de bodems van februari, de limieten zijn bereikt. Voorraden in de VS liggen al maanden op recordniveaus. ‘Behalve als de voorraden flink slinken, zal de olieprijs voorlopig weerstand ondervinden rond de $40.’ Schalieproductie gaat volgens hem weer omhoog als de prijs boven de $40 komt. Ook Neil Atkinson, hoofd van de oliemarktdivisie bij de International Energy Agency meent dat de schalieproductie weer zal toenemen zodra prijzen rond de $40 uitkomen, waarmee er ‘een soort natuurlijk plafond op de prijs zit’.
Optimisten
Er zijn ook positieve geluiden. ABN Amro-analiste Georgette Boele vindt vooral goud interessant. Zij draaide haar negatieve visie op goud toen de rentes negatief werden. Goud geeft volgens haar weliswaar geen inkomsten maar er hoeft tenminste geen negatieve rente te worden betaald. Voormalig grondstoffenhandelaar Burt Rothberg, tegenwoordig onafhankelijke analist, gelooft dat we de bodem in de meeste grondstoffen hebben gezien. Op inflatiegecorrigeerde basis zijn de grondstoffenindices terug op het niveau van 1999, toen grondstoffen ook in een grote crisis zaten door allerlei problemen in de opkomende markten. Vooral agrarisch producten zijn volgens hem nu veelbelovend. Hij wijst op de samenhang met opkomende markten, die ook dicht bij een bodem in de koers zouden zitten. Grondstoffen en opkomende markten zijn inderdaad lange tijd gelijk op en neer gegaan, hoewel grondstoffenaandelen de laatste jaren wat achterop zijn geraakt (zie grafiek). Wat betreft de olieprijs rekent hij op een langzame stijging. Ook vermogensbeheerder Pioneer heeft voor verschillende commodities licht stijgende koersen voorspeld: in 2017 komen olievraag en -aanbod weer met elkaar in balans en de prijs kan eind volgend jaar herstellen naar een niveau tussen de $45 en $55.
Tot besluit
We zijn neutraal over de prijs van grondstoffen. Het kan zijn dat de bodems nog een keer getest worden. Hoewel grondstoffen het grootste gedeelte van de daling achter de kiezen hebben, sluiten we niet uit dat bijvoorbeeld olie nog een keer diep kan duiken. Daarom ligt het nu niet voor de hand om rechtstreeks in grondstoffen te beleggen, bijvoorbeeld middels (fysieke) ETF’s of beleggingsfondsen die derivaten op grondstoffenindices kopen.
Grondstoffenaandelen hebben onder de daling van de grondstoffenprijzen erg te lijden gehad. Beleggers hebben evenwel overdreven in hun pessimisme. Goudmijnen en oliemaatschappijen hebben zo langzamerhand interessante waarderingen gekregen, bijvoorbeeld in termen van dividendrendement. Het beleggen in dergelijke aandelen ligt eerder voor de hand.
BlackRock World Mining
BlackRock World Mining is een van de grootste beleggingsfondsen in de categorie grondstoffenaandelen. De koersbewegingen zijn sinds de oprichting van het fonds veel groter geweest dan die van de markt. In opgaande trends ging de koers veel harder omhoog, maar als de markt daalde waren de koersbewegingen van het fonds ook veel groter. Over de jaren 2011-2014 heeft het fonds een dramatische ‘underperformance’ laten zien. Volgens Morningstar komt dit door matige stockpicking, te lage blootstelling aan goudmijnen, een structurele onderweging vis-à-vis de index naar de megacaps en een grove onderschatting van de kracht van de neergang van grondstoffen. Tevens liggen de kosten van het fonds iets boven het gemiddelde.
Dit jaar, tijdens het herstel van de grondstoffen, boekt het fonds weer een ‘outperformance’: het fonds is sinds het begin van dit jaar met ruim 16% gestegen, terwijl de S&P Global Natural Resources index met 5% steeg. De slechte prestatie van het fonds over de eerder genoemde periode, alsmede een belangrijke verandering in de samenstelling van het beheerteam, heeft Morningstar doen besluiten de rating te verlagen van Goud naar Zilver. Catherine Raw die sinds 2010 de cobeheerder is naast Evy Hambro en die ruime ervaring heeft als analist in de grondstoffensector, sinds 2003, verliet het beheerteam in april 2015. De veel minder ervaren Oliva Markhan kwam in haar plaats. Het beleggingsproces is evenwel in de loop der jaren niet veranderd. In het fonds wordt een top-down en een bottom-up benadering gehanteerd. Top-down worden er koerstrends in onderliggende grondstoffen bepaald en sectoren met positieve trends die goed onderbouwd kunnen worden met fundamentele en (geo)politieke oorzaken, krijgen een overweging. Bottom-up worden aandelen van bedrijven geselecteerd die opereren tegen gemiddeld lagere kosten in de sector en voldoen aan allerlei hoge kwaliteitseisen. Vooral de kwaliteit van het management van een bedrijf wordt als cruciaal beschouwd. Verder moeten de beurswaarderingen een onderschatting bieden op de winstverwachting op de lange termijn. Het beleggingsteam behoort tot de grootste binnen de categorie van grondstoffenaandelen en bezoekt meer dan duizend bedrijven per jaar. Gemiddeld genomen maakt de top-10 ‘holdings’ ongeveer 50% van het fonds uit.
Top-10 | |
Bedrijf | In % |
Rio Tinto PLC | 9,85 |
BHP Billiton PLC | 7,95 |
Randgold Resources Ltd ADR | 6,19 |
Cash & Cash Equivalents | 5,86 |
Glencore PLC | 5,04 |
Norilsk Nickel PJSC ADR | 4,59 |
Southern Copper Corp | 3,99 |
Boliden AB | 3,83 |
Newmont Mining Corp | 3,24 |
Source Physical Gold P-ETC | 3,18 |
Lees ook: Beleggingsproduct: Voya Global Equity Dividend and Premium Opportunity Fund