Drie acute onzekerheden voor internationale aandelen
Lees ook: Renteverhouding staatsobligaties weer wat logischer
Het seizoen met kwartaalcijfers loopt langzaam ten einde. Het is nog iets te vroeg om conclusies te trekken, maar het beeld tot nu toe is dat die kwartaalcijfers geen al te grote koersschommelingen teweeg hebben gebracht. Gemeten in lokale valuta boekte het merendeel van de grote nationale graadmeters die wij volgen de afgelopen maand – van 10 april tot en met 10 mei – een rendement tussen de -4% en + 6%.
Een uitzondering in positieve zin was de Griekse ASE (+12,1%). Maar dat had alles te maken met het verloop van de discussie over een extra lening, en niets met kwartaalcijfers. En in negatieve zin sprong de Shanghai Composite (-5,1%) eruit, maar ook hier spelen de cijfers een marginale rol; op de Chinese beurs zijn de verwachtingen over de ontwikkeling van de Chinese economie allesbepalend. Europese en Amerikaanse aandelen rendeerden dit kwartaalcijferseizoen tot nu toe per saldo licht positief.
Afgelopen maand waren binnen de breed samengestelde Europese Stoxx600 (+1,3%) twee Griekse banken – Eurobank Ergasias (+34,3%) en Alpha Bank (+28,5%) – de koplopers, terwijl koerswijzerfonds Tesco (-16,1%) juist zeer zwak presteerde. De Britse retailer is daarmee een van de grote verliezers van het kwartaalcijferseizoen. De Stoxx50 (+2,3%) van meest verhandelde Europese aandelen deed het nog iets beter dan de Stoxx600. Hier was de Duitse autobouwer Volkswagen (+24,7%) de grote winnaar. Overigens hanteren wij voor Volkswagen een verkoopadvies en voor Tesco juist een koopadvies.
En ook op Wall Street deden afgelopen maand de breed samengestelde S&P500 (+1,8%) en de Dow Jones (+2,0%) goede zaken. Binnen de Dow Jones was Disney (+10,6%) de grootste stijger. Voor dit mediabedrijf hanteren wij een koopadvies. En de twijfelachtige eer van de grootste zeperd van het kwartaalcijferseizoen komt op naam van Apple (-14,0%). Op deze technologiegigant hanteren wij een houdadvies. Opvallend is overigens dat ook twee andere technologiebedrijven een zwak kwartaalseizoen beleefden, namelijk Microsoft (-6,3%) en Intel (-4,7%). De adviezen zijn ‘houden’ en ‘houden’.
Nogmaals, het is nog te vroeg om een eindoordeel te vellen over de effecten van kwartaalcijfers op de internationale aandelenbeurzen, maar de invloed lijkt niet al te groot te worden. Daarmee komen we op de vraag welke factoren de aandelenkoersen tot aan het begin van het halfjaarcijferseizoen vanaf juli wel richting zullen geven. In 2016 tot nu toe is vooral het verloop van de olieprijs bepalend geweest. Het herstel van de olieprijs markeerde vanaf half februari ook de rebound van de belangrijkste aandelenmarkten. Wij vinden het echter nog steeds te vroeg om hierop te anticiperen.
Een tweede belangrijk thema blijft China. Op 12 juni is het een jaar geleden dat de zeepbel op de beurs klapte, hetgeen de opmaat vormde voor ruim een half jaar onrust. Tussen 12 juni en het dieptepunt op 28 januari verloor de Shanghai Composite bijna de helft van zijn waarde. Daarna stabiliseerde zowel de negatieve berichtgeving over de Chinese economie als het koersverloop van deze beursgraadmeter. Maar de koerswinst die sindsdien is geboekt, +6,7% tot en met afgelopen dinsdag, geeft al aan dat van sterk herstel geen sprake is.
En een derde en voor 2016 nieuwe onzekerheid, betreft het Griekse schuldenprobleem. De markten reageren tot nu toe mild op het feit dat hierover nog geen overeenstemming is bereikt. Maar net zoals vorig jaar – toen een Grexit zeer nabij leek – kunnen de zaken in Athene ook aankomende weken gierend uit de hand lopen. Ondanks het gematigde optimisme op de aandelenmarkten zijn de beleggers met drie acute problemen dus gewaarschuwd.
Lees ook: Renteverhouding staatsobligaties weer wat logischer