Updates

Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Nestlé

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Amazon

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden

Updates

Aandelen Internationaal

Siemens

Advies
houden
Aandelen Internationaal

L'Oréal

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Enel

Advies
houden
Aandelen Nederland

ASML

Advies
kopen
Aandelen Nederland

ABN Amro

Advies
houden
Aandelen Nederland

OCI

Advies
houden
Aandelen Nederland

TKH

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aperam

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Aalberts

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Euronext

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Adyen

Advies
houden
Aandelen Internationaal

Nestlé

Advies
kopen
Aandelen Internationaal

Amazon

Advies
verkopen
Aandelen Nederland

ASMI

Advies
houden
Aandelen Nederland

Fugro º

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Corbion

Advies
kopen
Aandelen Nederland

Universal Music Group

Advies
houden
Opinie Harry Geels, 26 mei 2016 12:52

Buy&Write-fondsen bieden nu geen soelaas

0 0 Leestijd ongeveer

Bij Buy&Write-fondsen worden aandelen gekocht en opties geschreven, met de achterliggende gedachte op de lange termijn benchmarks te verslaan met minder risico, vooral in slechte beurstijden. Bij de laatste daling kwamen de meeste Buy&Write-fondsen echter niet uit de verf.

Buy&Write-beleggen kwam eind jaren negentig in zwang toen diverse wetenschappelijke onderzoeken aantoonden dat het kopen van aandelen en het continu schrijven van call-opties op die aandelen leidde tot (licht) hogere rendementen en lagere risico’s. De risico’s zijn lager vanwege geringere beweeglijkheid en een kleinere drawdown (procentuele daling). Vooral in de VS leidden deze wetenschappelijke bevindingen tot het opzetten van zogeheten Buy&Write-fondsen. Natuurlijk werden ook speciale indices ontwikkeld om deze fondsen te kunnen benchmarken.

De bekendste index is de S&P 500 BuyWrite Index (BXM). Daarbij wordt passief de aandelenindexportefeuille van de S&P500 gekocht en consequent een 1-maands call-optie geschreven, met een uitoefenprijs net iets boven het indexniveau. De betere prestatie van de BXM werd vooral opgebouwd in de periode tot en met 2008. Daarna is de S&P500 gestegen. Vooral bij de snelle stijgingen van de aandelenmarkten doet de gewone index het beter dan de BXM. Het schrijven levert weliswaar premie op, maar maximeert voor de betreffende maand wel de koerswinsten tot het koersniveau waarop de call wordt geschreven (‘strike’).

In de loop der jaren zijn er diverse soorten fondsen ontwikkeld die de BXM als benchmark nemen. Er bestaat een groot aantal ETF’s die precies de regels van de BXM volgen. Daarnaast bestaan er actieve fondsen waarbij de beheerder zekere vrijheden heeft bij het schrijven van opties. Veel van deze actieve fondsen zijn in de VS closed-end. Er kunnen ‘discounts’ (bij veel aanbod) of premies (bij veel vraag) ten opzichte van de portefeuillewaarde ontstaan. Discounts, die regelmatig voorkomen, zijn interessant. Als een actieve Buy&Write-beheerder aandelen koopt met een hoog dividend (bijvoorbeeld 3,5%) en hij schrijft daar consequent call-opties op (met bijvoorbeeld gemiddeld 3,5% premie) en het fonds is tot slot te koop tegen een discount van 20%, dan ligt het potentiële uitkeringsrendement op 9,4% (7/80).

Schroder ISF European Dividend Maximiser
Een van de vier bekendste Europese Buy&Write-fondsen komt uit de stal van de Britse vermogensbeheerder Schroders. Schroder ISF European Dividend Maximiser streeft, net als het fonds van NNIP, een uitkeringsrendement na van 7%. Maar in tegenstelling tot het fonds van NNIP heeft het een meer selectieve (kwalitatieve) optiestrategie, waardoor het fonds weer meer lijkt op het Pioneer European Equity Target Income. Er worden call-opties geschreven op wat de beheerders van het Schroders-fonds de ‘target strike price’ noemen, koersen waarvan de beheerders verwachten dat de betreffende aandelen verkocht gaan worden. De beheerders mogen ook putopties verkopen (schrijven). Hierin verschilt het fonds duidelijk van NN en Pioneer. Er worden putopties geschreven op aandelen die de beheerders graag in portefeuille zouden willen opnemen. De uitoefenprijzen van deze opties liggen rond de koersniveaus waarop de beheerders menen dat de aandelen interessant zijn om te worden opgenomen in de portefeuille. Het gaat per saldo om aandelen die iets meer dividend dan gemiddeld uitkeren, zonder de focus specifiek op hoogdividendaandelen te leggen. De uitoefenprijzen liggen derhalve onder de actuele koersniveaus. Het lukt lang niet altijd om de aandelen zo in portefeuille te krijgen. Als de aandelen niet zakken naar de uitoefenprijzen wordt alleen de premie van de geschreven puts ontvangen, waarna de beheerders opnieuw bekijken of de aandelen nog steeds interessant zijn om te kopen en zo ja nieuwe puts te schrijven. De optiestrategieën in Schroder ISF European Dividend Maximiser worden in principe met een 3-maandscyclus opgezet. Het fonds beschermt zich verder niet in downtrends, zoals bij de fondsen van NNIP en UBAM gedeeltelijk wel gebeurt. Maar het prospectus van het fonds stelt wel dat in neerwaartse markten, door de geschreven optiepremies, de neergang minder zal moeten zijn. De zogeheten beta, die de gevoeligheid ten opzichte van de aandelenmarkt meet, ligt rond de 0,8. De optiestrategieën hebben primair als doel de uitkeringsrendementen aan beleggers te verhogen (ofwel te maximaliseren) en de volatiliteit te verlagen. In die laatste doelstelling slaagt het fonds: in de afgelopen drie jaar lag de volatiliteit op 13,4% en die van de benchmark, de MSCI Europe, op 16,2%.

Weinig Buy&Write-fondsen in Europa
In Europa is het aanbod van Buy&Write-fondsen beperkt. Met een trackrecord van drie jaar komen we maar tot vier open-end-fondsen. Het valt op dat drie van de vier fondsen wat betreft koersontwikkeling veel op elkaar lijken, te weten de fondsen van NNIP, Pioneer en Schroders. Het UBAM-fonds wijkt af door een ander beleggingsbeleid. UBAM koopt alleen aandelen met een hoog dividendrendement en heeft een zeer defensief optiebeleid, ook met gekochte putopties ter bescherming. Verder heeft het fonds een hoog vast uitkeringsrendement, 10% per jaar. De opbrengsten van dividenden en optiepremies zijn niet altijd toereikend, wat impliceert dat het fonds zich bij tijd en wijle ‘opeet’.

Bij het Pioneer European Equity Target Income worden niet altijd op alle aandelen in de portefeuille calls geschreven, alleen op aandelen waarvan wordt verwacht dat ze de komende vier tot acht weken gelijk blijven of licht dalen. Opties worden 5% boven de huidige koers geschreven. Verder geldt een dynamisch uitkeringspercentage; alleen ontvangen dividenden en optiepremies worden uitgekeerd. Het actuele uitkeringspercentage ligt rond de 6,5%. Het fonds van NN belegt niet specifiek in hoogdividendaandelen, maar in aandelen die het beleggingsteam voor Europese aandelen van NN interessant vindt. Bij de optiestrategie worden 1-maands at-the-money call-opties geschreven en met een gedeelte van de opbrengst worden out-of-the-money puts gekocht. Het dalingspotentieel van de portefeuille wordt hiermee beperkt. Er wordt gestreefd naar een nettoblootstelling (delta) aan de aandelenmarkt van ongeveer 80%. Om de delta op dit niveau te houden rolt het fonds iedere week een kwart van de calls door en dat gebeurt iedere maand met de puts. Het NN-fonds streeft naar een uitkeringsrendement van 7% per jaar.

Opvallend is dat veel Buy&Write-fondsen bij de laatste grote daling gelijk opgingen met de daling van de markt. Ze hadden door het ontvangen van optiepremies minder moeten dalen. NNIP geeft hiervoor twee verklaringen. Meer in het algemeen is de volatiliteit de laatste jaren aanzienlijk gedaald waardoor er minder optiepremie wordt ontvangen. Meer recent heeft de aandelenmarkt een aantal forse dalingen gevolgd door sterk herstel te laten zien. Dergelijke patronen zijn volgens de beheerder ongunstig voor optiestrategieën die structureel doorrollen. Pioneer wijst erop dat recent de aandelenblootstelling in zijn fonds hoger is geweest dan normaal, terwijl er minder opties zijn geschreven dan normaal. Verder wordt verwezen naar de relatief grote allocatie naar financials die met name in het begin van het jaar onder druk stonden. Ook Schroders wijst op een aantal mindere stockpicks, zoals HSBC en Tesco. Die overigens, vanwege nog aantrekkelijkere waarderingen, door het fonds in de dalingen zijn bijgekocht. Tijdelijke pech dus. De beheerders blijven geloven in hun aanpak.

Lees ook: Eerste grote test voor Abenomics

Alert

Selecteer de onderwerpen waarover u een Beleggers Belangen alert wilt ontvangen. Uw selectie wordt direct bewaard en kunt u op ieder moment zelf aanpassen.

Verder lezen?

Blijf dagelijks op de hoogte van het laatste beleggingsnieuws. Ontdek Beleggers Belangen nu vanaf €11,50 per maand. Bent u nieuw en wilt u eerst meer informatie? Klik dan hier! 

 Bekijk onze abonnementen hier!
Meer uitleg over inloggen? Lees de FAQ