Beurs & Economie: Europese toestanden
Een korte terugblik: in de zomer van 2007 ontaardde een veenbrand in een uithoek van de Amerikaanse hypotheekmarkt in een bankencrisis, die de mondiale economie meesleurde in een diepe recessie. De reddingsoperaties die hierop volgden, hadden primair tot doel een systeemcrisis af te wenden. De implosie van het bankenstelsel was een reële bedreiging voor de stabiliteit van industrielanden. Op jarenlange deflatie zoals in de jaren 30 zat niemand te wachten, ook de groeilanden niet.
Door de rente te verhogen, stijgen de leenkosten en kunnen consumenten en bedrijven minder uitgeven
Een lang verhaal kort, om het deflatiegevaar af te wenden verlaagde de Federal Reserve in september 2007 prompt de rente. Toen dat onvoldoende bleek, ging het stelsel van Amerikaanse centrale banken over tot onorthodoxe maatregelen: het kocht staatsobligaties in de secundaire markt. Later werden de opkoopprogramma’s uitgebreid naar met hypotheken gedekte obligaties, de facto de bron van alle ellende.
De Europese Centrale Bank liet de Fed begaan. In plaats van een gecoördineerde actie, verraste de ECB in juli 2008 de financiële wereld met een renteverhoging, de eerste sinds het jaar ervoor. De inflatie in de eurozone was inmiddels zo ver doorgeschoten dat de ECB als bewaker van de prijsstabiliteit niet anders kon dan ingrijpen. Vier maanden later deed ze dat alsnog. Vanaf oktober 2008 werd de rente in een ras tempo verlaagd en de kredietcrisis dijde in Europa uit.
In april 2011 zag de ECB echter dat de inflatie in de eurozone te ver opliep; dat noopte tot de inzet van het rentewapen. Door de rente te verhogen, stijgen de leenkosten en kunnen consumenten en bedrijven minder uitgeven. Hierdoor neemt de vraag naar producten af, dalen de prijzen en daalt uiteindelijk ook de inflatie. De ECB zat in een lastig parket: door energie- en voedselprijzen was in de eurozone de inflatie ver opgelopen en de stijging leek door de gestegen loonkosten door te zetten. De Zuid-Europese landen konden een renteverhoging echter missen als kiespijn. Ze stonden er economisch slecht voor en kampten met hoge schulden, en eerlijk is eerlijk: de ECB volgde inmiddels het voorbeeld van de Fed. Het opkopen van staatsleningen had vooral tot doel de lange rente in de probleemlanden te drukken.
U moet niet vergeten, in oktober 2009 kwam aan het licht dat de begrotingscijfers van Griekenland te rooskleurig waren, terwijl de eurolanden niet eens waren bekomen van de bankencrisis die het bankroet van Lehman Brothers had teweeggebracht. De eurolanden strompelden van crisis tot crisis. Telkens hadden de ministers van Financiën en de regeringsleiders van de Europese Unie grootse moeite met het vinden van een eensgezinde oplossing. Wat voor de een steek hield, was voor de ander een brug te ver. Er dreigde een tweedeling tussen Zuid- en Noord-Europa, tussen de krekel en de mier. Niet alleen Griekenland, na verloop van tijd waren, dankzij hun begrotingstekort en overheidsschuld, ook Portugal, Spanje en Italië ten prooi gevallen van de kredietcrisis.
Op een gegeven moment werd zelfs gevreesd voor het voortbestaan van de euro. Een muntunie die wangedrag beloont en andere landen daarvoor laat opdraaien is inderdaad niet houdbaar, maar de publieke discussie ondermijnde in 2012 wel de groei van de Europese economie. Ook de wederzijdse verwijten van het rijke Noorden en het arme Zuiden zijn geen stimulans, ze zorgen juist ervoor dat de economieën verder uit elkaar groeien.
Eigenlijk kunnen we wel zo verder gaan. Over twee weken is er het Britse referendum over het EU-lidmaatschap. Weliswaar is Groot-Brittannië geen lid van de eurozone, het opportunisme van de Britten is wel illustratief voor de toestand in Europa. In feite is er altijd wat waardoor je kunt stellen dat er haken en ogen zijn aan de Europese Unie. Over de goede dingen echter hoor je waarlijk weinig. Dat wantrouwen vindt u ook terug in de discrepantie tussen de voorlopende indicator en de aandelenkoersen van de eurozone. De economische groei mag dan, net zoals in de VS, aan de lage kant zijn, als Europese aandelen gehoor zouden geven aan hun leading indicator, zoals de S&P 500, dan zou de €uro STOXX duidelijk hoger noteren dan nu.
Lees ook: Beurs & Economie: dividend op drijfzand