Robots nog niet geschikt als beleggingsthema
Veel media besteden tegenwoordig aandacht aan robotisering en de consequenties ervan voor de maatschappij. De vraag of de opmars van robots goed of slecht is voor de maatschappij kunnen we niet gemakkelijk beantwoorden. In de beleggingsindustrie wordt vooral gesproken over ‘robotics’ en aanhangers van het thema wijzen beleggers graag op de voordelen. Robotica zou helpen een aantal maatschappelijke uitdagingen op te lossen.
- Ten eerste de demografische ontwikkelingen: diverse ontwikkelde regio’s vergrijzen, met name het westen van Europa en Japan. Met minder werknemers op de arbeidsmarkten zouden robots een potentiële impuls kunnen geven aan de productiviteit en de kwaliteit van leven van oudere mensen kunnen verbeteren.
- Robots zouden middels verbetering van de arbeidsproductiviteit de wereldwijde economische groei vergroten.
- Ze zouden bijdragen aan duurzaamheid, door de productie weer in de buurt van de consumenten te brengen, waardoor er minder producten hoeven te worden vervoerd.
- Tot slot zou verdere robotisering bijdragen aan de kennismaatschappij. De landen die robotica omarmen zouden profiteren. De landen die niet meegaan in deze trend zouden weleens de verliezers kunnen worden.
Snelle groei
De industrie groeit hard. Volgens de International Federation of Robotics (IFR) werden in 2014 230.000 industriële robots verkocht (+29% ten opzichte van 2013), met een totale omzet van $11 mrd (+13% ten opzichte van 2013). Volgens de Cross Asset Investment Strategy Monthly van Amundi AM zou de groei tussen 2014 en 2018 15% per jaar moeten zijn, wat zou betekenen dat er 400.000 robots worden verkocht in 2018. Ongeveer 10% van de wereldwijde productie van goederen wordt nu uitgevoerd door robots. In 2025 wordt dit percentage geschat op 25%.
Pictet AM splitst het universum van robotics op in drie segmenten (industrieel, commercieel en consumenten) en ziet de markt tussen 2015 en 2025 jaar op jaar groeien met gemiddeld 10%. De robotindustrie is dan gegroeid van $19,4 mrd in 2015 tot $50,4 mrd in 2025 (zie figuur 1). Overigens splitst Pictet de drie robotics-segmenten weer op in subsegmenten als gezondheidszorg, consumentenrobots, afstandssystemen en automatisering (van het huishouden), robots voor productie en logistiek en 3D-printers.
Door twee factoren is robotics ‘ineens’ op de radar van media en beleggers gekomen. De technologie is zover voortgeschreden dat robots steeds beter en vaker worden ingezet. Volgens de Boston Consulting Group (BCG) zijn de prestaties van robots in de afgelopen twee decennia gemiddeld met 5% per jaar beter geworden en de verbeteringen gaan op dezelfde schaal door in de toekomst. En robots zijn goedkoper geworden doordat de materiaal- en onderdeelkosten in de loop der jaren zijn gedaald. Investeringen in robots worden nu sneller terugverdiend en bedrijven maken steeds meer de afweging tussen robots en mensen, zowel in ontwikkelde als opkomende markten.
Grote verschillen
Volgens een studie van Amundi zijn er grote verschillen per land en per sector. In figuur 2 is te zien dat Japan het verst is met robotica in de automobielindustrie. Daarna volgen Duitsland, de VS en Korea min of meer op gelijke hoogte. Autobouwers zetten nu per 10.000 medewerkers een kleine 1.200 robots in. Zuid-Korea is het verst in het gebruik van robots in de algemene industrie.
Naar schatting zal in de eerste vijf landen uit de figuur in 2018 75% van de omzet van industriële robots komen. Dit leidt Amundi af uit uitgesproken doelstellingen. Zo hebben Japanse autoriteiten aangegeven dat in de komende vijf jaar 25% van de grote bedrijven en 10% van de kleine bedrijven moet zijn gerobotiseerd. China loopt achter, maar heeft in 2014 de meeste robots van alle landen geïmporteerd, 25% van de wereldwijde omzet. Ook de Chinese overheid wil robots meer gaan inzetten, vanwege de structurele groei van de lonen en om het probleem van regionale tekorten aan arbeidskrachten het hoofd te bieden. Robotisering is een hoeksteen in het industriebeleid van China geworden. Volgens Amundi zijn de uitdagingen echter groot. De meeste lokale robotproducten zitten in de ‘low-end’ productie. China zal partnerschappen met westerse bedrijven moeten sluiten. Maar dat de trend nog een extra impuls krijgt van China lijkt duidelijk.
De auto-industrie is al redelijk ver gevorderd in zijn robotisering. De groei moet nu vooral komen uit de sectoren elektronica, luchtvaart en voedselproductie. Ook van de meewerkende robots, de zogeheten ‘cobots’, kleinere en lichtere robots die naast mensen inzetbaar zijn, wordt door Amundi veel groei verwacht. Pictet spreekt ook wel van servicerobots en verwacht hier per jaar zelfs gemiddeld tussen de 20 en 25% meer groei.
Aanbod
Beleggers hebben nog weinig producten om uit te kiezen. Er zijn enkele indexproducten, zoals een synthetische ETF van ETF Securities en een fysieke ETF van ETC Exchange Traded Concepts, beide op de ROBO Global® Robotics and Automation Index. Daarnaast bestaat er een actief beleggingsfonds: Pictet Robotics (zie kader). Alleen het product van ETC heeft een trackrecord van bijna drie jaar. Er zijn weinig conclusies te trekken en geen van de drie producten heeft sinds de oprichting de MSCI World verslagen.
De uitdagingen zijn voor zowel actieve als passieve beleggers groot. Er zijn veel en snelle veranderingen. Zo hebben grote technologiebedrijven interesse. Google heeft bijvoorbeeld in de afgelopen jaren al in tien robotics-bedrijven geïnvesteerd. Amazon heeft een producent overgenomen van mobiele robotoplossingen die het logistieke proces optimaliseren. En voor softwarebedrijven als SAP en Microsoft geldt dat veel robotproducten hun software gebruiken. Als de grote bedrijven een rol (gaan) spelen, moeten beleggers zich afvragen of ze sowieso al niet het robotics-thema bespelen met wereldwijd beleggende fondsen. Beleggers die zeker willen weten dat ze voldoende robotics in de portefeuille hebben, kunnen een accent aanbrengen, maar meer dan dat vooralsnog niet.
Lees ook: Buy&Write-fondsen bieden nu geen soelaas