Accsys bereidt zich voor op nieuwe groeifase
Accsys heeft laten zien dat er vraag is naar zijn producten en is de start-up fase ontgroeid. Het moet nu opschalen om het marktpotentieel te benutten. De mogelijkheden zijn groot maar het moet er nog wel uitkomen. Wij blijven wat voorzichtig en volstaan met een houdadvies.
Het ziet ernaar uit dat Accsys de hoge verwachtingen eindelijk gaat waarmaken. Daarvoor heeft de Britse onderneming wel een lange en hobbelige weg moeten afleggen. In 2003 werd het patent verkregen op technieken voor het acetyleren van hout. Dit is een gifvrij modificatieproces, waarbij hout tot in de kern wordt behandeld met azijnzuuranhydride, afkomstig van azijnzuur (in verdunde vorm keukenazijn). Daardoor wordt het vermogen van hout om vocht op te nemen aanzienlijk verminderd. Het eindproduct is een nieuwe zeer duurzame houtsoort (Accoya) met een uitstekende vormvastheid. Volgens Accsys gaat het hout minimaal vijftig jaar mee en is het zelfs duurzamer dan teak. Doordat het hout afkomstig is uit duurzaam beheerde, snelgroeiende naaldhoutbossen is het een milieuvriendelijk alternatief voor tropisch hardhout alsmede voor hout dat behandeld is met chemische middelen. Dankzij de specifieke eigenschappen zijn er veel toepassingsmogelijkheden, maar de focus ligt vooralsnog op ramen, deuren en vloerdelen. Het tweede product Tricoya is eveneens gebaseerd op houtacetylatie en wordt gebruikt voor duurzame MDF-platen. Beide producten hebben volgens Accsys een buitengewoon groot marktpotentieel. Vorig jaar verkocht het 33.847m3 aan Accoya, maar dat kan op termijn uitgroeien naar meer dan 1 miljoen kubieke meter per jaar. Via partner Medite ging er daarnaast 12.500m3 aan Tricoya over de toonbank en hier is een potentiële markt voor van minstens 1,6 miljoen kubieke meter per jaar, ervan uitgaande dat het circa 1% van de mondiale MDF-markt bemachtigt. Het kan echter wel even duren voordat het potentieel ook daadwerkelijk gerealiseerd zal worden, zo geeft Accsys toe.
Winst in zicht
Vooralsnog verloopt de acceptatie van de producten langzamer dan verwacht. In 2005 ging het aandeel naar de beurs in Londen voor €1 en twee jaar volgde een tweede notering aan het Damrak voor €4,10. Toen werd de verwachting uitgesproken dat Accoya binnen tien jaar naar een volume van 1-1,5 miljoen kubieke meter per jaar zal groeien. Dat is dus bij lange na niet gehaald. Het hout is ook duurder in aanschaf dan concurrerende houtsoorten, hoewel het over de gehele levensduur juist goedkoper zou zijn. Er komt echter schot in de zaak. Sinds de opening van de eerste Accoya fabriek in Arnhem in 2007 neemt de omzet snel toe. Over het per eind maart afgesloten boekjaar 2016 steeg de omzet met 15% naar €52,8 mln. Daarvan nam Accoya €47,3 mln (+7%) voor zijn rekening. Accoya wist vooral dankzij hogere prijzen meer om te zetten; de volumegroei bleef steken op slechts 1%.
Met de prijsverhoging wil Accsys de winstgevendheid sneller verbeteren en ook voorkomen dat het ‘nee’ moet verkopen aan klanten omdat de maximale capaciteit naar verwachting dit jaar wordt bereikt. Verder herstelt de vraag in de Benelux wat langzamer dan verwacht en bouwden klanten in de Verenigde Staten hun voorraden af. De onderliggende vraag naar Accoya blijft volgens de directie echter sterk. In de Accoya-omzet zit overigens ook €6,6 mln (+21%) aan omzet aan Medite, die het materieel gebruikt voor de vervaardiging van Tricoya MDF. Daarnaast stegen de licentie-inkomsten sterk van €0,4 mln naar €2,8 mln dankzij de nieuwe licentie met Solvay. Het Belgische chemieconcern is vanaf begin dit jaar verantwoordelijk voor de verkopen van Accoya in veertien EU-landen, waardoor Accsys zich kan concentreren op het Verenigd Koninkrijk, de Benelux en de Verenigde Staten. De focus op een betere winstgevendheid werpt zijn vruchten af. Zo werd het negatieve ebitda van €2,4 mln omgebogen in een positief resultaat van €2,4 mln. Onderaan de streep resteerde nog een klein verlies van €0,9 mln, tegenover €8,1 mln het jaar daarvoor.
Na de enorme aanloopverliezen sinds de oprichting is de kans groot dat het bedrijf in het lopende boekjaar ook het nettoresultaat in zwarte cijfers schrijft
Ambitieuze plannen
Na de enorme aanloopverliezen sinds de oprichting is de kans groot dat het bedrijf in het lopende boekjaar ook het nettoresultaat met zwarte cijfers zal schrijven. Van groot belang is dat het minder afhankelijk is van externe financiering, nu de operationele cashflow positief is. Om de hoge uitbreidingsinvesteringen te financieren, is het bedrijf echter afhankelijk van partners. Er zijn twee belangrijke ontwikkelingen die de volgende groeifase inluiden. Allereerst gaat Accsys de productiecapaciteit in Arnhem in fases verdubbelen. De eerste stap behelst een uitbreiding met 50% naar 60.000m3 per medio 2017. Solvay zal in de periode 2016-2020 minstens 76.000m3 afnemen, goed voor een totale omzet van circa €100 mln, en verstrekt ook een lening om de expansie te financieren. Uiteindelijk wil Solvay afhankelijk van de vraag in licentie zijn eigen Accoya-fabriek bouwen.
Voor Accsys is de expansie in Arnhem een belangrijke stap, want door op grotere schaal te gaan produceren kan het de winstmarges opvoeren. Het bestuur geeft aan dat bij een productie van 80.000m3 een ebitda-marge van 25% haalbaar is, tegen 17,5% het afgelopen boekjaar. Bij de huidige prijs van €1415 per kuub zou dit in een rooskleurig scenario van een volledige fabrieksbezetting neerkomen op een ebitda van circa €28 mln in 2020, terwijl de fabriek in Arnhem vorig jaar een ebitda boekte van €8,3 mln.
Net zo interessant zijn de vergevorderde plannen voor de eerste Tricoya-fabriek. Accsys kan veel hogere winstmarges halen als het ook zelf MDF-panelen gaat produceren. De fabriek komt in het Britse Hull en wordt in een consortium met BP en waarschijnlijk ook Medite gebouwd. Laatstgenoemde zal ook minstens 40% van de geplande capaciteit van 40.000m3 aan panelen voor zijn rekening nemen, waardoor de fabriek direct break-even draait. De financiering is echter nog niet rond. Van de aanvangsinvestering van €61 mln zullen BP en Medite gezamenlijk €30 mln inbrengen, aangevuld door een bankfinanciering van €20 mln. Er wordt nog gesproken met private equity-partijen om zich bij het consortium te voegen. Accsys brengt zijn intellectuele eigendom in en hoeft nog slechts €1 mln te investeren. Het mikt op een aandelenbelang van circa 50%. Hoewel de voorbereidingen al een paar jaar duren heeft het bestuur er vertrouwen in dat de fabriek in 2018 operationeel is.
De veelbelovende ontwikkelingen maken duidelijk dat Accsys zich op een kruispunt in zijn nog relatief jonge bestaan bevindt. Zeker als de fabriek in Hull doorgaat kan de winst een enorme vlucht nemen. Vanaf volgend boekjaar zal het ebitda mogelijk al significant stijgen dankzij de extra capaciteit in Arnhem, waarvan Solvay een groot deel afneemt. Bij volledige bezetting kan het bedrijf in 2018 met een slag om de arm ruwweg €0,08 per aandeel verdienen. Zo bezien lijkt het fonds op een koers van €0,82 niet al te duur. Aan het bedrijf kleeft echter nog altijd een hoog risicoprofiel. De markt moet nog verder worden ontwikkeld en de verwachtingen zijn in het verleden te hoog ingeschat. Gezien de vrijwel tot stilstand gekomen volumegroei van Accoya lijkt het momentum juist af te zwakken en de onderneming moet er dan ook voor waken dat ze het product niet uit de markt prijst vergeleken met vergelijkbare houtsoorten.