Beurs en Economie: onder het nulpunt
Voor spaarders komt het nulpunt nu wel heel dicht bij. Het is lastig om een bank te vinden waar de rente voor een vrij opneembare spaarrekening boven de 0,7% uitkomt. Bij de meeste grootbanken is de vergoeding ongeveer 0,5%, terwijl die een jaar geleden nog ruim 1% was. Bij de spaarrente van meer dan 7% die aan het begin van de jaren 90 gebruikelijk was, kunnen veel mensen zich al helemaal niets meer voorstellen. In maart werd bekend dat de Rabobank voor de zekerheid ICT-systemen in gereedheid bracht vooruitlopend op een mogelijk negatieve rente. Halverwege juli ontvingen 70.000 zakelijke klanten van ABN Amro een brief dat de algemene voorwaarden werden aangepast die de weg vrij maken voor het geval ze straks rente moeten gaan betalen over hun tegoeden. Of het voor Nederlandse particulieren ook zover komt, hangt voor het overgrote deel af van het beleid van de ECB.
Het spaartarief dat banken hanteren is gebruikelijk de Euro Interbank Offered Rate (kortweg: Euribor) met een opslag erop. De Euribor is de rente die Europese banken elkaar onderling in rekening brengen. Deze rente ligt altijd dicht bij de depositorente van de ECB, die nu uitkomt op -0,4%. De (1 weeks)Euribor rente is -0,38%. Banken betalen al een negatieve rente als ze geld willen stallen bij elkaar of bij de ECB. Die laatstgenoemde partij heeft het beleid met de negatieve rente ingestoken als poging om de kredietverlening beter op gang te brengen en om bedrijven en consumenten te stimuleren om meer te investeren en te consumeren. Voorlopig komt daar niet heel veel van terecht. Grote bedrijven gebruiken hun kasreserves en de mogelijkheid om voordelig geld te lenen liever voor het verhogen van dividend en vooral voor het inkopen van eigen aandelen. Voor consumenten geldt dat ze zelfs bij een negatieve rente niet snel meer zullen gaan uitgeven. Uit een recent onderzoek van de AFM kwam naar voren dat slechts 5% van de Nederlanders meer gaat consumeren als de rente negatief wordt. Dat percentage ligt waarschijnlijk zo laag omdat veel mensen al enige tijd op zoek zijn naar alternatieven voor een spaarrekening die nauwelijks rendement oplevert. De verkopen van recreatiewoningen zijn in Nederland opgelopen tot meer dan 3000 in 2015, terwijl dat aantal in de voorgaande jaren niet boven de 2000 uitkwam. Andere alternatieve beleggingen zoals klassieke auto’s en kunst hebben eveneens flink aan populariteit gewonnen. Sommige economen zien hierin al luchtbellen die ontstaan als gevolg van het zeer stimulerende ECB-beleid.
Bankrun
Weinig spaarders zijn in ieder geval van plan om hun geld op de bank te laten staan als de rente negatief wordt. Ruim eenderde van de ondervraagden in het onderzoek van de AFM geeft aan dat ze het geld dan van de spaarrekening halen om in een kluis op te slaan of thuis te verstoppen. Daarnaast zegt 18% schulden te gaan aflossen en 20% wil (meer) gaan beleggen. In Nederland stond eind vorig jaar volgens DNB €336 mrd op Nederlandse spaarrekeningen. Als eenvijfde daarvan naar de aandelenmarkt stroomt, krijgt de beurs een impuls van bijna €70 mrd. Dat is evenveel als de beurswaarde van een bedrijf zoals Unilever. Beleggers hoeven voorlopig de champagne echter niet koel te zetten. De dreiging dat het overgrote deel van de bevolking het geld van de bank haalt – een zogeheten bankrun – zou voor de ECB aanleiding moeten zijn om het beleid te herzien. Uit het onderzoek van de AFM komt naar voren dat slechts 11% van de Nederlanders het geld op een spaarrekening laat staan en dat 12% ervoor kiest om het vermogen voor langere tijd vast te zetten tegen een rente die nog wel positief is. In het onwaarschijnlijke geval dat de spaarrente toch negatief wordt, is het zaak om niet rücksichtslos het geld van de rekening te halen. Het vermogen wordt dan niet langer beschermd door het depositogarantiestelsel. Het beste wat een belegger kan doen is aan de hand van zijn financiële doelen bepalen in hoeverre hij het zich kan permitteren om met (een deel) van het spaargeld op te schuiven naar meer risicovolle categorieën die wel uitzicht bieden op een positief rendement, zoals (bedrijfs)obligaties. Ten slotte is er nog altijd de mogelijkheid om naar België te emigreren. Daar is het bij wet verboden om een negatieve rente in rekening te brengen. Banken moeten daar een minimale vergoeding van 0,11% bieden.