Column: Kunstmatige intelligentie leren beleggen
Aan het begin van dit jaar kreeg een stukje software de opdracht: Haal zoveel mogelijk punten met Pong. Pong is één van de eerste videospellen en is gebaseerd op tafeltennis. Het duurde tientallen spelletjes voordat het stukje software doorhad hoe het een punt kon scoren. Een paar honderd spelletjes later was het stukje software zo goed dat het mensen versloeg. Weer een paar honderd spelletjes verder had de software fouten in het spel ontdekt die nog nooit iemand had gezien, waardoor er extreem hoge scores op de borden kwamen.
Er is een groot verschil met de schaakcomputer Deep Blue, die de beste schaker van de wereld Gary Kasparov heeft verslagen. Deep Blue kende namelijk alle zetten van een heleboel schaakwedstrijden uit het verleden, waardoor zijn kracht de rekenkracht was. Het stukje software dat de hoogste score ooit met Pong heeft behaald is een autodidact, die zonder dat er mensen aan te pas kwamen, zichzelf maar bleef verbeteren.
Kunstmatige intelligentie zal ook de beleggerswereld bereiken. High frequency-bedrijven investeren nu al tientallen miljoenen om hun algoritmes te verbeteren. Ik ben ervan overtuigd dat zij de doorbraak bij het spel Pong op de voet hebben gevolgd. Daarnaast geloof ik ook heilig dat bedrijven particuliere beleggers gaan verleiden met beleggingsproducten waar kunstmatige intelligentie inzit. De rendementen van deze producten zullen tegenvallen. De financiële wereld is namelijk allesbehalve een filantropische instelling. Waarom zou je particulieren benaderen wanneer je een stukje software hebt dat steeds beter aan het beleggen is?
Ik wil u er vast voor waarschuwen: doe er niet aan mee.
Lees ook: Markten wachten op nieuwe prikkels