Column: opgeblazen koersen
Lees ook: Column: Japan volgt Peter Pan
Vorige week uitte ik op deze plaats de verwachting dat Mario Draghi dieper het gaspedaal in zou drukken. Er kwamen echter geen extra maatregelen. Het enige wat de ECB-president kwijt wilde is dat het monetaire verruimingsprogramma doorgaat als in maart 2017 het inflatiepercentage in de eurozone niet is opgelopen tot vlak onder de 2%. Hij meldde bovendien dat als de QE is afgelopen, de rente op het huidige niveau staat of lager. Beleggers reageerden teleurgesteld. Vanaf woensdagavond 7 september tot maandagavond verloren aandelen wereldwijd gezamenlijk $1403 mrd. Dit was de grootste daling sinds de Brexit.
Sinds 2009 is altijd één van de grote centrale banken (Japan, eurozone, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten) wel bezig geweest met een quantitative-easing-programma. Het gevolg is dat niemand weet waar de prijzen van aandelen hadden gestaan zonder hulp van de centrale banken. De stijgende koersen bij het aankondigen van programma’s en de dalende koersen wanneer centrale banken teleurstellen, doet mij vermoeden dat het eerder lager dan hoger zou zijn geweest.
Ik zie drie manieren waarop dit kan eindigen. De eerste is dat de Japanse centrale bank met een persbericht komt dat het massaal opkopen van aandelen niet werkt en ermee stopt. De tweede is dat beleggers zich realiseren dat het in steeds grotere hoeveelheden assets opkopen niet werkt. De derde manier is via het stemhokje. Donald Trump zei afgelopen maandag dat de voorzitter van de Amerikaanse Fed Yellen zich moet schamen: zij laat de rente alleen maar op een extreem laag niveau om de gevestigde orde te beschermen.
Het nadeel van alledrie de scenario’s is dat ze de koersen waarschijnlijk doen dalen, het voordeel is dat er kansen ontstaan om kasgeld aan het werk te zetten.
Lees ook: Column: Japan volgt Peter Pan