Drie psychologische valkuilen
De hoekstenen van de traditionele financiële theorie zijn de lineaire relatie tussen rendement en risico, risicospreiding en de opvatting dat u de markt toch niet kunt verslaan. Maar die theorie is zo lek als een mandje. Wie op de beurs succes wilt hebben, moet proberen de grootste valkuilen te vermijden. Want beleggers handelen niet altijd rationeel. Als er geld in het spel is, krijgt de emotie snel de overhand.
Emoties zijn al eeuwenlang een stoorzender bij het nemen van rationele beslissingen. De wetenschap onderscheidt inmiddels meer dan veertig psychologische valkuilen, maar emoties horen nu eenmaal bij beleggen.
Wel of niet
Beleggers vragen zich stilaan af of ze nu wel of niet moeten (bij)kopen. De sterk gestegen koersen zijn voor velen aanleiding om het instapmoment uit te stellen. Zij vrezen namelijk dat ze binnenkort op een flinke koerscorrectie worden getrakteerd als ze nu nog kopen.
Twijfels om in te stappen zijn er ook wanneer de beurskoersen tot onrust op de financiële markten leiden. Snel opeenvolgende koersdalingen zijn voor veel beleggers zelfs aanleiding om hun posities te liquideren. Het idee daarachter is dat de koersen van hun beleggingen nog verder zouden kunnen dalen.
Als u voor de lange termijn belegt, wordt een goed rendement niet bepaald door het uitkienen van het juiste instapmoment, maar door de factor tijd. De tijd die in de markt zit, is namelijk veel belangrijker dan markttiming. Naarmate u langer belegd bent, wordt de kans op een positief resultaat groter.
Achteraf bekeken is het heel gemakkelijk om op een grafiek de top en de bodem van de markt aan te wijzen, maar ook professionals kunnen de markt niet timen. Het risico van timen is dat u tijdens het wachten rendement misloopt.
Studies tonen aan dat het beste moment om in te stappen is wanneer men het geld ervoor heeft. Vreest u een nakende correctie, koop dan beetje bij beetje. Als u uw inleg in de tijd spreidt, reduceert u het risico dat u net op het verkeerde moment instapt. Wie mondjesmaat belegt, loopt in een stijgende markt rendement mis en zal ironisch genoeg de markt out-performen wanneer de beurzen dalen.
Had ik maar
Elke belegger denkt wel eens ‘was ik maar later ingestapt’ of ‘had ik maar eerder verkocht’, maar zulke gedachten zijn voorkennis achteraf. Het gevoel van spijt komt vooral naar boven wanneer aandelen met verlies moeten worden verkocht. Onderzoek wijst uit dat bij beleggers de pijn van verlies 2,5 keer zo zwaar weegt als de vreugde bij winst.
Omgaan met verlies is net als pijn een mentale uitdaging. De afkeer van verlies kan dermate groot zijn dat beleggers na een beurskrach nooit meer aandelen kopen of te omzichtig te werk gaan. Maar naarmate u meer in veilige havens zoals spaarrekeningen of staatsobligaties belegt, neemt de kans op een goed rendement af. Toch geldt ook: hoe groter het risico, hoe groter de kans op verlies.
Bij het beleggen horen nu eenmaal koersschommelingen en correcties. Beleggers met een uitgesproken afkeer van risico zijn met laagvolatiele aandelen beter gewapend tegen koersdalingen. In correcties en berenmarkten dalen aandelen met kleine koersschommelingen veelal minder hard. En als de markten herstellen, hebben laagvolatiele aandelen minder goed te maken. De keerzijde is dat ze in snel stijgende markten het beursgemiddelde niet kunnen bijbenen. Het mooie van laagvolatiele aandelen is wel dat zij op termijn een mooi rendement bieden.
Spel van verliezers
Er is niets mis met zelfvertrouwen. De meeste beleggers hebben echter onterecht een te hoge achting van zichzelf. Over het algemeen resulteert zelfoverschatting in een lager rendement. Beleggers met te veel zelfvertrouwen handelen vaker en spreiden minder. Zij kopen en verkopen voortdurend aandelen en maken zichzelf wijs dat ze het grote lot gaan winnen. Omdat ze het risico op verlies onderschatten, leidt het overdreven zelfvertrouwen vroeg of laat tot een financiële kater.
En vergeet niet: beleggen is een spel van verliezers. Als u aandelen koopt en verkoopt op dezelfde koers, lijdt u per saldo verlies. Per transactie bent u immers kosten verschuldigd en alle kosten gaan ten koste van het rendement. Naast transactiekosten zijn er ook nog de vaste kosten, zoals bewaarloon en servicekosten. Het lijkt niet veel, maar een extra jaarlijkse kostenpost van 1% kan aardig in de papieren lopen. Over een periode van dertig jaar levert een belegging van €100.000 à 8% daarmee een kwart miljoen minder aan rendement op.