De beste en stoutste jongetjes van de klas
Wie over de grens wil beleggen, moet de koersen en kerncijfers van buitenlandse bedrijven omrekenen en rekening houden met de impact van valutaschommelingen op het rendement. Door de euro zijn we haast vergeten dat het rendement van buitenlandse aandelen uit drie componenten bestaat: het koersverschil, het dividend en het wisselkoerseffect. Dat laatste weerhield destijds menig particuliere belegger ervan buitenlandse aandelen te kopen. Dankzij de euro hoef je echter geen geld meer te wisselen als je bijvoorbeeld aandelen van een Duitse of Italiaanse autoproducent wilt kopen. Dat scheelde niet alleen kosten, het bezegelde de definitieve doorbraak van het sectorbeleggen in onze contreien.
Wat later ook een rol speelde, is de mondialisering van de wereldeconomie. Door de globalisatie zijn met name de grote bedrijven minder afhankelijk van het land van herkomst of vestiging. Het rendement van hun aandelen wordt in sterke mate bepaald door de sector waarin ze actief zijn. Maar dat neemt niet weg dat wisselkoerseffecten het rendement sterk kunnen beïnvloeden, zowel positief als negatief. En nog belangrijker, het is naïef om te geloven dat de benadering met sectoren je beschermt voor miskopen.
Al beleg je in de juiste sector, vaak gaapt er een groot verschil tussen het rendement van het beste en stoutste jongetje van de klas. Neem de aandelen van de basisindustrie uit de €uro STOXX, dat is de sector met tot dusver het hoogste rendement in 2016 in de eurozone, en dan specifiek ArcelorMittal en Stora Enso. De aandelen van het Nederlandse staalbedrijf koersen dit jaar pak ‘m beet 70% hoger, terwijl de aandelen van de Finse papiermaker tegen een verlies aankijken van zeven procent. Het rendement van de basisindustrie à 15,4% wordt in 2016 grotendeels gedragen door ArcelorMittal. Want zonder diens bijdrage blijft het sectorrendement voorlopig hangen op een kleine 2%.
Het beeld bij Europese banken is soortgelijk maar met het verschil dat de sectorindex op dit moment een verlies laat optekenen van ruim 20%, zonder dat een enkel aandeel per 13 september 2016 winst boekt. Het Spaanse Bankinter is met een min van 0,8% het beste jongetje van de klas en het leed dragende Monte dei Pascha di Siena uit Italië heeft de twijfelachtige eer om met een verlies van 81,4% de rangen te sluiten.
Maar ja, dat was toen. Beleggen draait niet om de resultaten behaald in het verleden maar om het toekomstig rendement. En waar kunnen we hiervoor beter ons licht opsteken? Jawel, bij de beleggingsadviezen en koersdoelen van analisten. Niet dat die een garantie voor succes zijn, maar ze zijn wel een hulpmiddel voor het inschatten van het beleggingsrisico en helpen bij het vermijden van miskopen. Om te beginnen volgt hieronder het overzicht van de beste jongetjes van de klas.
En hieronder volgt het overzicht met de bankaandelen uit de eurozone.
Tot slot, een grote spreiding tussen het hoogste (MAX) en het laagste (MIN) koersdoel duidt op een grote onzekerheid bij analisten. Dat maakt dat bij aandelen uit de basisindustrie op basis van de afweging van het aantal uitstaande koopadviezen en de spreiding van het koersdoel Imerys de voorkeur geniet boven ArcelorMittal. Bij bankaandelen zouden ABN Amro, Banca Popolare dell’Emilia Romagna, Erste Bank, KBC en MedioBanca tot de betere keuzes moeten behoren.