Moeten beleggers zich zorgen maken over China?
Lees ook: Column: Oost west, thuis best
De afgelopen twintig jaar was China een van de groeimotoren van de wereldeconomie en dit succesverhaal is volgens Schroders moeilijk te negeren. Sinds 1989 bedroeg de jaarlijkse economische groei gemiddeld 9,8%, met een piek in 2007 van 14,2%. Sinds de financiële crisis was China bovendien een van de weinige landen die een consistent hoge economische groei lieten zien, ook al is deze de afgelopen jaren ietwat afgezwakt met een groei van 6,9% over 2015. De markt is volgens Schroders echter ongerust geworden over de grote hoeveelheden kapitaal die Chinese banken hebben uitgeleend. Dit is wellicht nog het beste te zien op de Chinese vastgoedmarkt met z’n vele onverkochte huizen en kantoorgebouwen. De risico’s worden nog eens onderstreept door recente data van de Bank for International Settlements (BIS), die vaak wordt omschreven als de centrale bank voor centrale banken.
Eerder deze maand publiceerde de BIS data over het gat tussen krediet en bruto binnenlands product (bbp) van China over het eerste kwartaal van dit jaar. Ieder niveau boven 10 suggereert dat een crisis zich wellicht in de komende drie jaar kan voordoen en voor China kwam dit cijfer uit op 30,1. De zorgen worden volgens Schroders verder aangewakkerd door recente reacties van de Chinese overheid op de vertragende economische groei, te weten het compenseren van dalende bedrijfsinvesteringen met overheidsinvesteringen. Schroders stelt dan ook dat Chinese banken al langere tijd op een gigantische schuldenberg zitten. Dit tezamen met een significant overgewaardeerde valuta zorgt voor toenemende onevenwichtigheid van de Chinese economie waardoor de kwetsbaarheid van China nu wel een gevaarlijk niveau bereikt. Schroders denkt evenwel niet dat China op een crisis afstevent. De kapitaalrekening staat namelijk onder strikte controle, terwijl China beschikt over een enorm overschot op de lopende rekening met een hoog spaartegoed en forse valutareserves. Schroders houdt wel rekening met een Japanscenario, waarbij de economie vertraagt en deflatie optreedt met als gevolg dat de overheid regelmatig stimuleert en daarmee de staatsschuld sterk laat stijgen. Het goede nieuws is volgens Schroders wel dat veel van de pijnlijke aanpassingen, zoals de valutadevaluatie uit opkomende markten, op een aantal markten al deels is ingeprijsd.
Lees ook: Column: Oost west, thuis best