VS en VK trekken rentes op continent mee omhoog
De financiële markten besloten dat het VK na deze uitspraak een groter beleggingsrisico vormde en verhoogden de prijs die de Britse regering moet betalen voor haar tienjaarsschuld (dinsdag op dinsdag) van 0,78% naar 0,98%. De economische ratio hierachter is duidelijk. Verwacht mag worden dat de regering door Brexit veel extra kosten zal hebben en dus hogere schulden zal krijgen (debiteurenrisico). Maar zwaarder weegt, in ieder geval op korte termijn, dat een belegging in Britse ponden risicovoller is geworden. De koers van het pond staat al enige tijd onder forse druk, waardoor beleggers bij het verkopen van de staatsschuld valutaverliezen lijden. Ook is het inflatierisico door de goedkopere pond groter geworden (hogere importprijzen) en dat zal op den duur leiden tot uitgifte van nieuwe Britse staatsschuld, die waarschijnlijk tegen een hogere coupon zal moeten worden geleend. Dat maakt de huidige lagerrentende staatsschuld uiteraard minder populair, gezien de te verwachten koersdruk (i.e. rentestijging).
Het lijkt wel alsof de VS meegaan met de rentestijging in het VK. De rente op tienjaarsstaatsschuld steeg er van dinsdag op dinsdag van 1,69% naar 1,77%. Toch speelt in de VS een andere dominante factor, te weten de verwachting dat de Fed binnenkort haar officiële geldmarkttarief met 0,25% (25 basispunten) verhoogt. De kerninflatie in de VS is in 2016 gestegen van 1,4% naar 1,7% en de consumentenprijsindex zonder voedsel- en brandstofprijzen zelfs van 2,0% naar 2,3%. Gezien de lage werkloosheid lijkt nationaal gezien voor de VS niets meer een renteverhoging in december in de weg te staan.
De tienjaarsrentes op staatsschuld in de EU-landen werden door de ontwikkelingen in de VS en het VK omhoog getrokken, zij het zeer beperkt. Het Duitse tienjaarstarief staat door de ontwikkelingen sinds vrijdag zelfs weer in de plus.
Lees ook: Schot voor de boeg van de ECB