Teva beleeft spannende tijden
De aantrekkelijke waardering van Teva (k/w van 8,5) weerspiegelt voornamelijk de vrees dat de omzet van Copaxone sneller afneemt dan het bedrijf zelf voorspelt. Hierdoor ligt de lat voor een meevallende omzet- en winstontwikkeling erg laag, maar een verhoging van het houdadvies is door het negatieve marktsentiment nu niet aan de orde.
Voor producenten van generieke medicijnen is het vaak goed nieuws als de publieke discussie zich richt op de hoge prijzen van geneesmiddelen. Deze bedrijven maken goedkope kopieën van succesvolle merkmiddelen waarvan het patent verlopen is. In het afgelopen decennium heeft deze branche de wind in de rug gehad van aflopende patenten en toezichthouders die het onder meer eenvoudiger maakten om die patenten aan te vechten. De afgelopen weken vinden bedrijven zoals Teva (TEVA) en met name Mylan (MYL) zich juist terug in het vizier van Hillary Clinton. De presidentskandidate van de Democratische partij maakte zich eind augustus nadrukkelijk boos op de hoge prijzen die Mylan berekende voor Epipen, een adrenaline-injectie tegen allergische reacties. De onderneming heeft de prijs van Epipen de afgelopen jaren met meer dan 500% opgeschroefd, onder meer in een poging om ruimte te maken voor het geven van flinke kortingen aan ziektekostenverzekeraars. Die partijen stellen zich steeds harder op in de onderhandelingen.
Overnamestrijd
Als gevolg van het nieuwe ziektekostenstelsel in de Verenigde Staten (Obamacare) moet een toenemend aantal consumenten de Epipen echter uit eigen middelen betalen. Dat is nooit de bedoeling geweest van Mylan en onder druk van de publieke opinie maakte het concern anderhalve maand geleden bekend dat het zelf een generieke concurrent van de Epipen op de markt gaat brengen. Daarmee poetst Mylan enigszins het imago op en zet het concurrenten zoals Teva voorlopig buitenspel. Die branchegenoot zag vorig jaar nog een poging mislukken om Mylan over te nemen. De vijandige overnamestrijd en het gebrek aan eensgezindheid binnen de sector leiden ertoe dat de lobbykracht heeft ingeboet in vergelijking tot bijvoorbeeld farmacie- en biotechbedrijven. Na de poging om Mylan over te nemen, heeft Teva de aandacht verschoven naar de generieke divisie van Allergan. Beide bedrijven bereikten in juli 2015 een akkoord over de transactie van bijna $34 mrd, maar vooralsnog is de overname nog niet afgerond. Dat heeft voornamelijk te maken met de opstelling van Amerikaanse toezichthouders, die als voorwaarde stellen dat er bijna tachtig geneesmiddelen verkocht moeten worden voor het afronden van de verkoop. De afgelopen maanden heeft Teva daarmee behoorlijk vaart gemaakt. Bovendien bereikte het bedrijf overeenstemming met Allergan om ook de distributietak van geneesmiddelen voor $500 mln over te nemen. Hoewel Teva er overtuigend in geslaagd is om de financiering van de transactie te regelen (zie kader ‘Teva in trek bij obligatiebeleggers’), is het afronden van de overname langzamerhand een bron van onzekerheid aan het worden. Aanvankelijk wilden de bedrijven de transactie deze zomer doorvoeren, maar inmiddels is de einddatum opgeschoven naar 31 oktober. Allergan zette onlangs de deur open om die deadline verder op te schuiven richting de jaarwisseling. Naast de druk van de publieke opinie en de trage voortgang bij de overname van de Allergan-activiteiten dragen ook de ontwikkelingen rondom Copaxone bij aan de opgelopen onzekerheid rondom Teva. Hoewel het concern vooral bekend staat als producent van generieke geneesmiddelen, is dat merkmedicijn tegen multiple sclerose goed voor bijna 20% van de omzet en ruim een kwart van de brutowinst. Vorig jaar kregen Novartis-divisie Sandoz en Momenta echter toestemming van de toezichthouder om een generieke kopie (Glatopa) van de basisversie van Copaxone op de markt te brengen. Vlak voor de komst van die concurrent slaagde Teva erin om een nieuwe versie van het middel te introduceren met een wat hogere dosis die minder vaak geïnjecteerd hoeft te worden. Een groot deel van de gebruikers stapte over naar het nieuwe product, zodat de omzet van Teva op peil bleef en Glatopa voorlopig niet echt voet aan de grond krijgt op deze markt. Onder meer Sandoz en Mylan vechten de patenten die de nieuwe versie van Copaxone beschermen de laatste maanden met veel succes aan. Eind augustus oordeelde het Amerikaanse patentkantoor dat twee patenten van het middel niet meer geldig zijn en in september werd er ook een derde beschermingswal van Teva neergehaald. De onderneming is nu afhankelijk van twee andere patenten. Begin volgend jaar doet een rechtbank in Delaware uitspraak over de geldigheid van een daarvan, terwijl de andere binnenkort ook zal worden aangevochten door generieke concurrenten. In het meest gunstige scenario zal Teva de inkomsten van het middel de komende jaren langzaam zien afnemen tot iets minder dan $3,5 mrd in 2019, terwijl de omzet snel zal verdampen tot ongeveer $2,5 mrd als de rechtszaken worden verloren. Met een koersdaling van 30% sinds eind 2015 hebben beleggers al een voorschot genomen op het negatieve scenario. De kans is groot dat die zienswijze wat te pessimistisch is, aangezien de onderneming al heeft aangekondigd dat het de nieuwe variant van Copaxone net als het originele middel tot de Amerikaanse Hoge Raad zal verdedigen. Hoewel het onvermijdelijk is dat Teva uiteindelijk het alleenrecht op het middel zal verliezen, ligt dat moment door de vertragingstactieken van het bedrijf waarschijnlijk wat verder in de toekomst dan waar beleggers nu op lijken te rekenen.
Lees ook: Teva is bodemloze put