Drie praktische tips voor beleggen in ‘absolute return’
Hedgefondsen staan de laatste tijd weer in de belangstelling. Diverse vermogensbeheerders prijzen hun klanten hedgefondsen aan. Ze zouden een alternatief zijn voor de over het algemeen te dure aandelen en obligaties, die gevoeliger zijn geworden voor een grote correctie. Als die correctie er komt zouden hedgefondsen een uitkomst bieden, omdat ze door technieken als short gaan ook geld kunnen opleveren als markten dalen. Wij keuren de aanprijzing van hedgefondsen in de portefeuille niet direct af, maar plaatsen wél kanttekeningen – met name bij de voorgeschotelde rendementen, maar ook over de verschillende stijlen en benodigde kennis – aangevuld met drie praktische tips. Ook willen we de vraag beantwoorden of geïnteresseerde beleggers met het aanbod van Nederlandse hedgefondsen goed uit de voeten kunnen.
Rendementen
In de tabel hieronder hebben we de jaarlijkse rendementen van de bekendste (sub)indices van Dow Jones Credit Suisse (DJ CS) op een rij gezet. CS stelt deze indices samen op basis van 228 individuele hedgefondsen per stijl. Er is ook een algemene index: de DJ CS Hedge Fund Index. Deze heeft over vijftien jaar 4,4% per jaar rendement opgeleverd. Dat lijkt niet veel, maar aandelen – gemeten met de MSCI World Index – hebben over die periode 4,3% per jaar gemaakt, opvallend genoeg een vergelijkbare prestatie. Over de afgelopen vijf jaar liggen de gemiddelde rendementen voor de meeste hedgefondsstijlen hoger: 9% per jaar. Dat het totale rendement over een wat langere termijn lager uitkomt heeft vooral te maken met 2008, toen veel hedgefondsen een duikeling maakten. Dat jaar kende niet alleen een kredietcrisis maar ook een crisis van de hedgefondsenindustrie. De meeste stijlen konden hun doelstelling, om altijd positieve resultaten te maken (‘absolute return’), niet waarmaken. Dit kwam omdat ze te maken kregen met het terugtrekken van krediet door de banken. Aangezien veel hedgefondsen gebruik maken van krediet, ofwel extra beleggen met geleend geld (leverage), moesten ze in 2008 gedwongen posities afbouwen in een markt waarin weinig kopers waren. Daarbovenop kregen hedgefondsen te maken met uitstroom van beleggers, wat nog meer verkoopdruk gaf in een slechte markt. In de kredietcrisis zijn diverse hedgefondsen over de kop gegaan. Veel hedgefondsen laten nu alleen resultaten zien vanaf 2009, enerzijds uit opportunisme, anderzijds omdat ze nog niet zo oud zijn. Beleggers die een oordeel willen vormen over de resultaten van een fonds wordt zo de lakmoesproef van 2008 onthouden.
Een tweede opmerking over de door hedgefondsen behaalde resultaten is dat de indices, zoals afgebeeld in de tabel hieronder, doorgaans lastig door beleggers zijn na te bootsen. Er zijn ETF’s op indices, maar die wijken nogal eens af van gevolgde indices (zie kader ‘Onverenigbaar’). Het is zeker voor kleinere beleggers lastig zelf een representatief mandje hedgefondsen samen te stellen, omdat veel fondsen een hoge inleg vragen.
Ten derde hebben wetenschappers vastgesteld dat indices een te rooskleurig beeld schetsen. Vroeger pasten indexproviders de historische resultaten met terugwerkende kracht aan als er zich een nieuw hedgefonds aandiende om in de index te worden opgenomen. Dit fenomeen, ‘backfilling’ genoemd, wordt door de meeste indexproviders nu niet meer toegepast, maar kan nog wel in de oudere resultaten meegespeeld hebben. Verder hebben wetenschappers aangetoond dat als alle hedgefondsen worden meegenomen – dus niet alleen die in indices zitten – de rendementen ook lager liggen. Dit fenomeen wordt ‘survivorship bias’ genoemd. In de indices zitten alleen de fondsen die de moeilijke beginfase hebben overleefd. Kort door de bocht: alleen de winnaars zitten in de indices.
Ten vierde blijken de rendementen van hedgefondsen de laatste jaren lager te liggen dan voor de kredietcrisis. De wetenschappers Getmansky, Lee en Lo hebben in 2015 in hun studie Hedge Funds: A Dynamic Industry in Transition aangetoond dat de rendementen over de periode 1996-2006 bijna tweemaal zo hoog waren als in de periode 2010-2014. De door de hedgefondsen genomen risico’s waren in de tweede periode overigens ook beduidend lager. De wetenschappers concludeerden dat de risicogecorrigeerde rendementen, ofwel de capaciteiten van hedgefondsbeheerders, niet minder zijn geworden.
Tot slot een vijfde, meer positieve opmerking over de rendementen. Beleggers moeten ook naar de risico’s kijken. Dan blijkt dat hedgefondsen over het algemeen lagere risico’s kennen dan bijvoorbeeld een ‘gewone’ aandelenportefeuille. Zowel de procentuele achteruitgang (‘drawdown’) als de beweeglijkheid (volatiliteit) is lager. Op risicogecorrigeerde basis verslaan alle hedgefondsstijlen zo goed als alle aandelen- en zelfs ook de meeste obligatiecategorieën. Uit onderzoek blijkt dat bepaalde hedgefondsen uit oogpunt van risico een goede aanvulling op de portefeuille zijn. We denken daarbij concreet aan 20% allocatie in een portefeuille vanaf €100.000. U kunt zich bij de meeste brokers voor deelname in hedgefonds aanmelden.
Stijlen
Er is een stijl die over een termijn van vijftien jaar een duidelijk negatief rendement heeft behaald: Dedicated Short Bias. Tot deze stijl behoren hedgefondsen die meestal 100% van de tijd short zitten. Aangezien markten op de lange termijn stijgen, is het logisch dat deze stijl verliesmakend is. Dat er toch beleggers zijn die erin beleggen heeft te maken met risicodiversificatie. Als markten dalen, verzacht deze stijl de neergang.
Zo heeft iedere hedgefondsstijl zijn eigen dynamiek en moeten ze niet allemaal over één kam worden geschoren. Interessant zijn bijvoorbeeld de Managed Futures, naast Dedicated Short Bias de enige stijl die in 2008 wel uitstekende resultaten boekte. Met deze stijl wordt met behulp van futures ingespeeld op koerstrends (momentum) op allerlei markten, zoals aandelen, rente, grondstoffen en valuta’s. Zodra er flinke trends zijn, omhoog of omlaag, gaan deze fondsen geld verdienen. Onderzoek toont aan dat vooral deze stijl een goede risicoreductie biedt in een standaardportefeuille van aandelen en obligaties (zie de grafiek).
Er zijn dus verschillende stijlen en binnen elke stijl kunnen fondsen ook weer verschillend zijn. Het is maar net wat de belegger zoekt. Zoekt hij juist diversificatie voor slechte beurstijden of een aanvulling of (gedeeltelijke) vervanging van aandelen en/of van obligaties? Long/Short Equity is eigenlijk beleggen in aandelen, maar dan bij een fondsbeheerder die ook short gaat in aandelen. Distressed, beleggen in zwaar afgestrafte aandelen en/of obligaties, kan een prima actieve aanvulling zijn op de aandelen- en/of obligatieportefeuille. Wie sterk vertrouwt op de beheerderscapaciteiten kiest Global Macro, een stijl waarbij de fondsbeheerders grote ‘bets’ maken op wereldwijde ontwikkelingen. Wie gelooft in marktinefficiënties kiest voor arbitragestrategieën of Event driven. Bij de laatste stijl wordt vooral geld verdiend bij overnames door aandelen te kopen van bedrijven die worden overgenomen een aandelen van de kopers short te gaan. Dedicated Short Bias en Market Neutral vinden we niet geschikt voor particuliere beleggers, die laatste omdat deze stijl geen aantoonbaar positieve rendementen heeft opgeleverd.
Kennis
Het mag duidelijk zijn dat kennis onontbeerlijk is om de juiste hedgefondsen te kiezen. Hierboven hebben we kort de verschillende stijlen toegelicht en welke plaats ze in de portefeuille kunnen innemen. Maar ook de keuze voor individuele hedgefondsen vereist kennis. Er moet een goede screening worden gedaan op de kennis van de beheerder, de gebruikte methodieken, de mate van leverage, risicomanagement en liquiditeit van de onderliggende posities. Wie geen kennis heeft, kiest voor een fund-of-funds of Multi-strategy fondsen (die meerdere soorten stijlen combineren). Multi-strategy heeft in vergelijking tot fund-of-funds een kostenlaag minder en is wat betreft resultaten wel afhankelijker van de capaciteiten van de fondsbeheerder.
Nederland
De Nederlandse hedgefondsenindustrie is vrij goed ontwikkeld, al zien we hier maar enkele fondsen per stijl. Sommige stijlen ontbreken. In de tabel hierboven staan de Nederlandse fondsen die rendementen hebben aangeleverd, gerangschikt op stijl. Een aantal vermogensbeheerders bieden hun cliënten ook fund-of-funds aan. Deze zijn niet in de tabel opgenomen. In de tabel staat of het fonds een retail-vergunning heeft of niet. Retail wil zeggen dat beleggers ook voor kleinere bedragen (vanaf €5000) kunnen instappen.
Conclusie
Hedgefonds kunnen een interessante aanvulling op de portefeuille zijn. U kunt vanaf een bedrag van €5000 bij de meeste brokers terecht. Voor een goede spreiding adviseren we minimaal vier verschillende fondsen op te nemen, die samen circa 20% van uw portefeuille omvatten. Al met al is beleggen in hedgefondsen terug te brengen tot drie praktische tips.
Allereerst: staar u niet blind op rendementen. Hedgefondsindices geven over het algemeen een te rooskleurig beeld. Bovendien ligt de kracht van veel hedgefondsen niet op de absolute rendementen, maar op een goede verhouding tussen rendement en risico.
Ten tweede: bepaal als belegger van tevoren hoe hedgefondsen in de portefeuille passen. Daarna is de keuze voor bepaalde typen hedgefondsen gemakkelijker.
Ten derde: vergroot eerst uw kennis van alternatieve vormen van beleggen. Bij te weinig kennis kunt u beter niet in hedgefondsen beleggen, of alleen voor een fund-of-funds (of Multi-strategy) kiezen. <
Lees ook: De hybride bedrijfsobligatie blijft rendabel
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.