Lange adem
Europese aandelen zijn aantrekkelijk gewaardeerd, maar vooral voor de lange termijn. Dat was de conclusie waar we vorige week deze kolommen mee afsloten. De maatstaf op basis waarvan we deze conclusie trokken was de zogeheten ‘cyclically adjusted price earnings ratio’, beter bekend onder de naam Shiller k/w. dit is de koers-winstverhouding die niet wordt berekend op basis van de winst per aandeel over een periode van twaalf maanden maar op basis van de gemiddelde winst per aandeel over perioden van tien jaar. Wie vertrouwen heeft in de aantrekkelijke waardering van Europese aandelen op basis van de Shiller k/w – zeker ook ten opzichte van de relatief dure Amerikaanse aandelenmarkt – moet ervan uitgaan dat de teleurstellende winstgroei van Europese bedrijven weer terugkeert naar de langetermijntrend. Dat was de conclusie die Andrew Lapthorne, kwantitatief strateeg bij Société Générale (SG), twee jaar geleden al trok. Zoals we vorige week al constateerden, is er van herstel echter nauwelijks nog sprake. De gemiddelde winst per aandeel van de bedrijven uit de MSCI Europe Index ligt nog liefst 32% onder het niveau van eind 2007.
De Europese bedrijfswinsten zijn sinds 2009 wel duidelijk gestegen, maar beleggers zijn daar ruim op vooruitgelopen. Om een aantrekkelijk rendement te bieden, is een krachtig herstel van de Europese bedrijfswinsten nodig. Zoals we vorige week in deze rubriek lieten zien, zijn er volgens strategen van UBS drie redenen voor optimisme over de winstgroei in Europa. De broker noemde een verdere stijging van de grondstoffenprijzen, een toenemende inflatie – waardoor ook de omzetgroei van Europese bedrijven kan aantrekken – en een verbetering in de economieën van de voor Europese bedrijven zo belangrijke opkomende landen als drijvende krachten achter een renaissance van de Europese bedrijfswinsten.
De gemiddelde winst per aandeel van de bedrijven uit de MSCI Europe Index ligt 32% lager dan eind 2007
Winstimplosie
SG-strateeg Lapthorne was twee jaar geleden echter al weinig enthousiast over de herstelcapaciteit van de Europese bedrijfswinsten. Hij zag wel herstelvermogen bij de zeer cyclische en grondstoffen-gerelateerde sectoren, maar zag minder kansen voor enkele andere sectoren. Lapthorne wees onder andere op de winstimplosie van de Nuts- en Telecomsector in Europa. De gemiddelde winst per aandeel – uit voortgezette bedrijfsactiviteiten – van de Europese Telecomsector ligt nog liefst 44% onder de top van 2007. Voor de Nutssector is dat percentage 36%. Dit zijn sectoren die een groot deel van de omzet uit de matig groeiende Europese economie halen. Bovendien trekt ook nog eens een strenge regulering een wissel op het winstherstel van deze sectoren, zo waarschuwde Lapthorne twee jaar geleden al. De problemen van deze sectoren – en die van de financiële sector – waren dan structureel in plaats van cyclisch, aldus de strateeg.
UBS blijft echter hoopvol, zonder overdreven optimistisch te zijn. In een vooruitblik op 2017 stelde de broker dat de meest problematische Europese sectoren de komende vijf jaar het gat tussen de huidige en hoogste winst per aandeel slechts voor de helft zullen dichten. UBS gaat er vanuit dat de winst per aandeel van deze probleemsectoren zelfs de komende vijftien jaar niet tot de hoogste standen ooit zullen terugkeren. De weg naar een krachtig en broodnodig herstel van de Europese bedrijfswinsten is lang en zwaar. Dat onderschrijft de conclusie die wij vorige week trokken. Europese aandelen zijn – relatief – aantrekkelijk, maar vooral voor wie een beleggingshorizon van zo’n tien jaar heeft.
Lees ook: Europese renaissance
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.