Weg met hyena’s en aasgieren!
Unilever moet een beschermingsconstructie opwerpen tegen de ‘aasgieren en hyena’s die klaarstaan je bedrijf kapot te maken’. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem liet er afgelopen zaterdag in een radioprogramma geen misverstand over bestaan hoe hij aankijkt tegen de buitenlandse interesse voor bedrijven met een notering aan het Damrak. De stevige taal van Dijsselbloem komt iets meer dan drie maanden nadat het kabinet een stokje stak voor de overname van PostNL door Bpost. Met gevoel voor dramatiek zou je kunnen denken dat de overheid eindelijk stappen neemt om na tien jaar een einde te maken aan de uitverkoop van het Nederlandse bedrijfsleven. In 2007 werden bijvoorbeeld onder meer ABN Amro, Numico, Getronics, Wegener, Hagemeyer, Stork en Grolsch opgekocht.
In werkelijkheid steken de zaken uiteraard behoorlijk anders in elkaar. Uit een onderzoek dat Dirk Gerritsen (Utrecht University School of Economics) enkele jaren geleden publiceerde, blijkt dat Nederlandse bedrijven de afgelopen 25 jaar meer buitenlandse ondernemingen kochten dan andersom. Ook was de totale waarde van die overnames groter dan het bedrag dat gemoeid was met het opkopen van Nederlandse bedrijven.
Poison pill
Ondernemingen met het hoofdkantoor in Nederland hebben bovendien verschillende middelen om zich te beschermen tegen ongewenste interesse. Een bekend voorbeeld is de uitgifte van (preferente) aandelen of opties daarop; de zogeheten ‘poison pill’ waar KPN in 2013 mee dreigde toen het door América Móvil ingelijfd leek te gaan te worden. Daarnaast kunnen bedrijven er in bepaalde gevallen voor kiezen om het stemrecht te beperken of om aandelen te certificeren. In sommige gevallen gaat het aantal defensieve constructies nog verder toenemen. Minister Henk Kamp van Economische Zaken werkt aan nieuwe regels om cruciale bedrijven in de telecomsector te beschermen tegen ongewenste overnames.
Van een uitverkoop van het Nederlandse bedrijfsleven is dus geen sprake en met het verdedigingsmechanisme van beursfondsen is niets mis. Dat neemt overigens niet weg dat Dijsselbloem wel degelijk een goed punt heeft door positie te kiezen tegen grote overnames. Hij doet dat alleen met de verkeerde argumenten. Uit allerlei onderzoeken en studies komt naar voren dat megaovernames meer waarde vernietigen dan creëren. In de studie Do shareholders of acquiring firms gain from acquisitions? (Moeller, Schlingemann, Stulz) van koersbewegingen na meer dan 12.000 transacties kwamen de onderzoekers tot de conclusie dat grote Amerikaanse bedrijven binnen twintig jaar $226 mrd aan aandeelhouderswaarde hebben vernietigd met hun aankopen. Die schade is voor het grootste deel ontstaan omdat een aantal ondernemingen op het hoogtepunt van de cyclus veel te veel geld betaalde voor een spraakmakende aankoop. Dichtbij huis is de overname van ABN Amro in 2007 een goed voorbeeld van een dergelijke ramptransactie.
Gelukkig is er ook goed nieuws. Het uitblijven van een groot aantal transacties is een aanwijzing dat een omslagpunt op financiële markten minder voor de hand ligt als na 2007. De studies naar de effecten van overnames leveren ten slotte nog een interessant inzicht op. Aankopen door kleine bedrijven creëren namelijk wel degelijk waarde. Beleggers kunnen dus met een gerust hart investeren in middelgrote en kleine bedrijven die voorzichtig kralen rijgen.
Lees ook: Onweerstaanbare winstgroei
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.