Scheefgroei aan de top
In de loop van maart droogt de stroom jaarcijfers langzaam op en de aandacht verschuift dan naar de publicatie van de officiële jaarverslagen. Een van de zaken die daarin de aandacht trekt, is de beloning van de mannen en vrouwen aan de top. De hoogte en vooral de stijging daarvan wekt steeds meer verontwaardiging. In de Verenigde Staten heeft het Economic Policy Institute becijferd dat de beloning voor de topmensen van grote bedrijven sinds 1970 met bijna 1000% is toegenomen. In dezelfde periode is het gemiddelde salaris van werknemers gecorrigeerd voor inflatie met circa 11% gestegen.
De politieke en maatschappelijke druk om een einde te maken aan deze scheefgroei is flink toegenomen.
De Amerikaanse stad Portland gaat hierin het verst. Bedrijven waarvan de topman of -vrouw meer dan 100 maal zoveel verdient als het gemiddelde salaris van een werknemer, moeten daar een speciale belasting betalen. Vanaf volgend jaar wordt het bovendien een stuk eenvoudiger om die verhouding te vinden. Als onderdeel van de zogeheten Dodd-Frank regelgeving, die is ingevoerd in reactie op de kredietcrisis, moeten alle Amerikaanse bedrijven in hun jaarverslag over 2017 vermelden wat de verhouding is tussen de beloning voor de topman of -vrouw en die voor de gemiddelde werknemer. Vlak na zijn aantreden heeft president Trump echter aangekondigd dat hij delen van de Dodd-Frank regels wil terugdraaien. Verschillende bestuurders van beurswaakhond SEC hebben hem al aangemoedigd om ook de regels voor het vermelden van de beloningsverhouding te schrappen.
Rol aandeelhouders
Dat is een stuk minder kwalijk dan het op het eerste gezicht lijkt. De overheid is niet de aangewezen partij om direct of indirect invloed uit te oefenen op de hoogte van salarissen in het bedrijfsleven. Die rol is weggelegd voor de eigenaren: de aandeelhouders. Deze groep heeft soms een eigen kijk op het beloningsbeleid. Als de topman of -vrouw van een multinational erin slaagt om de bedrijfswaarde van €10 mrd met slechts 1% meer op te schroeven dan een andere kandidaat, valt er absoluut wat voor te zeggen om hem of haar met bijvoorbeeld €10 mln aan extra salaris te belonen voor zijn waardecreatie van €100 mln.
Het is echter heel lastig om in kaart te brengen welk gedeelte van waardeverandering daadwerkelijk terug te leiden is naar de acties van de topman of -vrouw. Veel grote beleggers kiezen dan ook eieren voor hun geld door zelf al stelling te nemen tegen een verdere scheefgroei. BlackRock – de grootste vermogensbeheerder ter wereld – heeft bijvoorbeeld vorig jaar honderden bedrijven laten weten dat ze alleen akkoord gaan met salarisverhogingen voor het management als het gemiddelde loon voor de werkvloer minstens even snel stijgt.
Een andere reden om de verhouding tussen een topsalaris en dat van de gemiddelde werknemer niet te vermelden, zijn de ongewilde gevolgen die een dergelijk initiatief kan hebben. Een topman of -vrouw die de ratio wil verbeteren kan bijvoorbeeld werknemers met een relatief laag salaris vervangen door uitzendkrachten of anderszins uitbesteden. Werknemers zouden er ook weinig mee opschieten als een topmanager een verhoging van hun salarissen zou financieren door te bezuinigen op secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden. Het laatste argument om toch geen beloningsratio te vermelden is een puur financiële reden. De SEC schat dat bedrijven $1,3 mrd kwijt zijn aan de invoering van de regel en daarna ruim $500 mln per jaar. Dat geld kan beter besteed worden aan bijvoorbeeld duurzame projecten of (bij)scholing van werknemers.
Lees ook: Weg met hyena’s en aasgieren!
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.