Rio Tinto blijft het beste mijnbouwaandeel
De resultaten van de grote mijnbouwers zijn aanmerkelijk verbeterd. Onze favoriet in de sector is nog steeds Rio Tinto, dat een lage schuld heeft, een hoog dividendrendement en een niet al te hoge waardering.
Sinds begin 2016 zijn de aandelen van de grote mijnbouwers fors opgelopen. De belangrijkste reden daarvoor is makkelijk te vinden; de gestegen prijzen van veel grondstoffen, waaronder ijzererts en koper. Na een jarenlange malaise op de grondstoffenmarkten lijkt het alsof het dieptepunt achter de rug is.
Er is geen overduidelijke reden waarom veel grondstoffen zijn gestegen. De wereldeconomie ziet er iets beter uit, maar het houdt nog niet over. De verkiezing van Donald Trump in de VS wekte de verwachting dat er op korte termijn forse investeringen in de Amerikaanse infrastructuur gedaan zouden worden, maar dit verhaal wordt nu al minder serieus genomen. De fors lagere investeringen in productiecapaciteit kunnen ook een rol hebben gespeeld bij het prijsherstel; minder aanbod kan tot hogere prijzen leiden. Verder was een aantal grondstoffen misschien te goedkoop, of zo laag geprijsd dat het speculanten trok, waardoor de prijzen weer stegen.
Na het bloedbad van 2015 zien de resultaten van het afgelopen jaar van de grote mijnbouwbedrijven er een stuk beter uit (zie tabel). De hogere prijzen zorgen voor een hogere omzet en hogere winsten. Kostenbesparingen hebben ook effect gehad, net als het terugschroeven van de investeringen. De lagere investeringen hebben ervoor gezorgd dat de productiestijging van veel bedrijven veel lager is dan een aantal jaar geleden te voorzien was. Dat betekent dat het aanbod minder hard stijgt, of zelfs zakt. Dit kan ervoor zorgen dat de prijzen de komende paar jaren niet meer substantieel dalen, of verder stijgen.
Jaarresultaten Mijnbouwers | |||
In mrd $ | 2016 | 2015 | |
BHP Billiton | Omzet | 34,0 | 35,5 |
Winst | 2,5 | -8,0 | |
Glencore | Omzet | 152,9 | 147,4 |
Winst | 1,4 | -5,0 | |
Rio Tinto | Omzet | 34,2 | 34,8 |
Winst | 4,6 | -0,9 | |
Vale | Omzet | 27.3 | 23,8 |
Winst | 3,8 | -13,5 | |
* Omgerekend van halfjaarcijfers ivm gebroken boekjaar |
Expansiedrift
We moeten er dus rekening mee houden dat de productie van verschillende grondstoffen de komende jaren zal stijgen. Dat betekent voor de grondstoffenmarkt dat veel zal afhangen van de vraag. Als de vraag flink stijgt door betere economische omstandigheden, zal een aanbodstijging geen probleem zijn. Als de vraag tegenvalt, kunnen de prijzen weer net zo hard zakken als ze recent gestegen zijn. Het IMF verwacht dit jaar een wereldwijde groei van 3,4% en volgend jaar 3,6%, iets hoger dan de afgelopen paar jaar. Dat is een goed teken. Maar voor de grondstofprijzen ziet het er wat het IMF betreft wat minder rooskleurig uit; het gaat uit van een prijsstijging van 2,1% dit jaar en een daling van 0,9% volgend jaar. Vanwege deze ontwikkeling is ook de algemene verwachting dat de winsten van de mijnbouwers dit jaar weer zullen stijgen, en volgend jaar weer zullen afnemen. Daarom is te hopen dat mijnbouwers eventuele prijsstijgingen niet aangrijpen om de investeringen verder op te voeren. Dat zou zomaar weer tot overproductie kunnen leiden, met prijsdaling tot gevolg. Het lijkt er nu op dat mijnbouwbedrijven het na de bezuinigingen alweer tijd vinden om aan uitbreiding te denken. BHP bijvoorbeeld is van plan om in het komende boekjaar (dat 1 juli begint) 12,5% meer uit te geven aan exploratie en expansie. Rio Tinto zal dit jaar zelfs 60% meer gaan uitgeven aan investeringen dan afgelopen jaar, toen het daaraan flink minder heeft uitgegeven. Ook voor Glencore verwachten we een stijging. Alleen Vale gaat ervan uit dat de investeringen dit jaar lager zullen liggen dan het afgelopen jaar. Maar Vale hoeft misschien niet zo veel te investeren: door lopende projecten verwacht Vale dat de productie van ijzererts in 2018 ruim 25% hoger zal liggen dan in 2015. Dit komt door het op gang komen van een nieuwe mijn, het S11D project, dat afgelopen januari de eerste ijzererts opleverde.
Schuldafbouw
Drie van de vier mijnbouwers die we in de Koerswijzer volgen hebben de nettoschuldpositie verbeterd, waardoor ze er financieel veel beter voor staan dan een paar jaar geleden. Alleen Vale heeft een ongeveer gelijke nettoschuld (leningen min cash) ten opzichte van twee jaar gelden. Rio Tinto heeft absoluut en relatief gezien de minste schuld van de mijnbouwers, een belangrijke reden waarom we Rio als enige op kopen hebben staan. Net zoals de investeringen volgt de schuld min of meer de grondstoffencyclus: bij stijgende prijzen neemt de schuld van de mijnbouwers vaak ook toe, en andersom. Dat komt omdat in goede tijden bedrijven meer risico willen nemen en meer plannen uitvoeren.
De waarderingen van de vier mijnbouwbedrijven in onze Koerswijzer zijn redelijk. Met gebruikmaking van de wpa-taxatie voor boekjaar 2018 zien de k/w’s er als volgt uit: BHP Billiton: 12,0; Glencore: 13,4; Rio Tinto: 11,0 en Vale: 9,6. Voor boekjaar 2017 ziet het er beter uit, omdat er dan hogere winsten verwacht worden. Vale heeft de laagste waardering, maar daar is een logische verklaring voor: het heeft een relatief hoge schuld. De nettoschuldpositie van Vale ten opzichte van de ebitda is 2,2, terwijl deze verhouding bij Rio maar 0,7 is. Glencore zit zelfs op 4,1, BHP op 1,7. In de onzekere mijnbouwwereld vinden we een niet te hoge schuld een belangrijk criterium. Daarom blijft Rio onze favoriet; het heeft van de vier de minst grote schuld, zowel absoluut als relatief, de waardering is lager dan BHP en Glencore en het dividendrendement (2,7%) is het hoogst. We handhaven dus ons koopadvies voor Rio, en de andere drie blijven onveranderd op houden staan.
Lees ook: 2017 is sleuteljaar voor Bayer
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.