Is passief duurzaam beleggen mogelijk?
Duurzaam beleggen was tot voor kort het domein van actieve beleggers. Passief beleggen in zijn oorspronkelijke betekenis impliceert namelijk het volgen van beurswaardegewogen indices, en daarin zitten ook ‘slechte’ bedrijven. Als we kijken naar het aanbod van duurzame ETF’s en actieve beleggingsfondsen, dan valt meteen de enorme dominantie van actief beleggen op. Wie in de fondsendatabase van Morningstar zoekt op ‘socially conscious’ vindt slechts 96 ETF’s tegenover maar liefst 2164 actief beheerde fondsen. Maar het aantal duurzame passieve producten groeit de laatste twee jaar snel.
In eerste instantie was de oplossing die aanbieders van passieve producten bedachten simpel: dezelfde index volgen, alleen met uitsluiting van bepaalde sectoren. Zo dragen sommige indices de afkorting ex ATGAF (exclusief alcohol, tabak, gokken, bewapening en vuurwapens). Maar uitsluitingen worden in toenemende mate niet voldoende gevonden. Passieve beleggers doen dan immers nog geen moeite de ‘slechte’ bedrijven uit de andere, niet uitgesloten sectoren beter te maken.
Vooral institutionele beleggers benaderen tegenwoordig in toenemende mate indexproviders om de ESG-factoren (Environment, Social en Governance) die actieve beheerders in hun beleid toepassen in de samenstelling van de index mee te wegen. Er worden steeds ingenieuzere algoritmes bedacht. Duurzaam passief beleggen lift zo mee op een vergelijkbare trend, namelijk die van de kwantitatief gedreven alternatieve indices, ook wel smart-bèta genoemd. Een eenvoudig voorbeeld is dat een index die aandelen gelijk weegt, betere resultaten behaalt dan een traditionele index die aandelen op marktkapitalisatie weegt. Een ingewikkelder algoritme is er een waarin bedrijven die fundamenteel goedkoop zijn, relatief meer gewicht krijgen dan bedrijven die fundamenteel duur zijn. Nu indexproviders in toenemende mate vertrouwd raken met de kwantitatieve technieken van de alternatieve indices, is de incorporatie van duurzaamheidscriteria geen probleem meer.
Guido Giese, hoofd indices bij RobecoSAM, noemt in Pensions & Investments als mooi voorbeeld de S&P DJ Long-Term Value Creation Global index. Daarin wordt nu meer dan $2 mrd belegd in individuele mandaten. Er wordt dus blijkbaar al meer duurzaam passief belegd dan het aantal ETF’s – en de groei van het beheerd vermogen hierin – suggereert.
Andrew Howard, hoofd sustainable research van Schroders is niet zo enthousiast over de trend van kwantitatieve ESG-indices. In een interview met Beleggers Belangen stelt hij: ‘Een duurzaamheidsrating biedt geen concrete handvatten tot verbetering. Een belegger kan pas bedrijven aanmoedigen tot duurzaamheid als hij het bedrijf helemaal begrijpt en een goede inhoudelijke conversatie met het management kan hebben.’
Kortom, de strijd tussen actief en passief is nog niet beslecht. De tijd moet leren of passief beleggen met algoritmes gaat werken.
1. ESG-factoren
ESG staat voor Environment, Social en Governance. Ratingbureaus geven bedrijven scores op elk van deze onderdelen.
2. Uitsluitingen
Duurzaam beleggen vond aanvankelijk plaats door uitsluitingen. Indices met de extensie ‘ex ATGAF’ sluiten ‘Alcohol/Tobacco/Gambling/Armament/Firearms’ uit.
3. Andere Factoren
De populariteit van passief beleggen op basis van factoren als Value, Size en Momentum groeit.
4. Smart index
In een smart-bèta of alternatieve index worden bedrijven gewogen op basis van factoren. Bijvoorbeeld: hoe beter de ESG-score hoe meer gewicht.
Lees ook: Commentaar: Gezocht: goede beleggingsideeën
Wilt u op de hoogte blijven van alle actuele adviezen voor dit aandeel? U kunt u als abonnee aanmelden voor de alerts. Vink onderaan dit artikel het fonds aan of ga voor het volledige overzicht naar de alertspagina op onze website.