Europese opluchting is tijdelijk
Dankzij de zege van Emmanuel Macron bij de Franse presidentsverkiezingen verdwijnen de zorgen over het uiteenvallen van de EU in ieder geval tijdelijk naar de achtergrond. De aandacht verschuift naar de Britse verkiezingen, de Duitse Bondsdagverkiezingen en vooral naar de stembusgang in Italië in 2018. Op een door vermogensbeheerders Pictet en Henderson georganiseerd event op de dag na de verkiezingen in Frankrijk zei Clingendael-expert Adriaan Schout dat hij zich geen zorgen maakt over dat naderende stembusgeweld. De winst van Macron neemt voor nu de vrees weg dat de Brexit het eerste begin was van het uiteenvallen van de Europese Unie.
Uit cijfers van opiniepeiler Eurobarometer over het vertrouwen van Europeanen in de eigen regering en het Europese bestuur kwam al veel eerder naar voren dat dit een zeer onwaarschijnlijk scenario is. In ruim twee derde van de landen heeft ten minste 40% van de bevolking nog het vertrouwen in het Europese parlement. Dat lijkt weinig, maar de eigen regering haalt in slechts een derde van de landen een dergelijk vertrouwenspercentage. Hoewel de EU er bij een flink deel van de Europeanen niet goed opstaat, is het vertrouwen in Europa dus vaak wel nog beduidend groter dan dat in de eigen regering. Het Verenigd Koninkrijk vormde in dit opzicht een opvallende uitzondering. In dat land is het vertrouwen in de eigen overheid al behoorlijk laag (35%), maar zien nog minder mensen (32%) het zitten in in het Europees Parlement. Dat vormt een behoorlijk contrast met andere landen die meer op de eigen regering varen dan op Europa, zoals Duitsland, Luxemburg en Nederland. In deze landen is het vertrouwen in beide instituten namelijk relatief groot.
Geen enkele convergentie
Het goede nieuws is dat het met het vertrouwen in Europa minder slecht gesteld is dan beleggers vreesden. Het slechte nieuws is dat het Europees Parlement niet de veranderingen kan brengen waar mensen nu op hopen. Bij Pictet en Henderson haalde Adriaan Schout de concurrentiekracht van de verschillende landen aan als voorbeeld. Sinds de oprichting van de Europese Unie is er in dit opzicht geen vaste richting te ontdekken van individuele EU-landen op de internationale ranglijst. ‘De EU bestaat bijna 25 jaar, maar van enige convergentie is geen sprake’, legt Schout uit. ‘Dat geldt overigens ook voor de correlatie met de effectiviteit van overheidsinstellingen en de innovatiekracht van een land.’ De EU heeft echter weinig tot geen invloed op de kracht van lokale instituten, zoals het rechtssysteem en de politie.
Hoewel de Clingendael-expert met vertrouwen naar de komende Europese verkiezingen kijkt, is het beeld voor de lange termijn minder duidelijk: ‘Ik maak me wel zorgen over de serie verkiezingen die daarna komt. De jonge generatie politici heeft een ander historisch besef dan hun voorgangers, aangezien ze verder weg staan van de Tweede Wereldoorlog die een heel belangrijke factor is achter het proces van Europese integratie dat zich in de afgelopen decennia heeft ontrold.’ De boodschap voor beleggers was vlak na de zege van Macron in ieder geval duidelijk: ze hoeven zich voorlopig geen zorgen te maken over het uiteenvallen van de EU. Maar daar hadden ze getuige de lauwe koersreactie op financiële markten al een flink voorschot op genomen.
Lees ook: Banken zijn het probleem én de oplossing
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.