Van Lanschot zoekt groeimotor
Van Lanschot zal beleggers niet verleiden met een spannende of heel verrassende strategie. De koersrichting van de bank kenmerkt zich door een sterke focus op bepaalde gebieden en activiteiten. Geografisch richt de onderneming zich volledig op de Nederlandse en Belgische markt. Er is ruimte voor kleine overnames, maar Van Lanschot legt heel duidelijk de nadruk op organische groei. Een ander voorbeeld van genoemde focus is dat het bedrijf zich positioneert als pure wealth manager. Waar de onderneming zich tot 2013 afficheerde als brede bank, staat nu alles in dienst van het zo goed mogelijk bedienen van vermogende klanten. Dat gebeurt via de private bank, via Kempen op het vlak van vermogensbeheer en met de merchant bank. De kredietportefeuille voor het mkb die onderdeel vormde van de corporate bank wordt afgebouwd. Ten slotte is focus ook belangrijk in de wijze waarop Van Lanschot zich binnen haar werkterrein specifiek richt op veelbelovende doelgroepen, zoals ondernemers, familiebedrijven en partners bij accountants- en advocatenkantoren en medische specialisten.
Dat Van Lanschot zich voor beleggers in de huidige vorm goed laat doorgronden, wil overigens niet zeggen dat er minder risico’s aan een belegging in het aandeel kleven. Een voorbeeld van een operationeel risico is de vernieuwing van de it-systemen. Een aantal jaar geleden leverde een mislukt it-project nog een strop van tientallen miljoenen op. Daarnaast kunnen ontwikkelingen op financiële markten veel invloed hebben op de resultaatontwikkeling van het concern. Renteschommelingen zijn daarvan een goed voorbeeld. Rente-inkomsten (€212,9 mln in 2016) en commissies (€243,7 mln in 2016) zijn samen goed voor circa 95% van de concerninkomsten. Een stijgende rente vormt zo een stimulans voor de ontvangsten van Van Lanschot.
Overnameprooi
Als gevolg van de duidelijke en voorspelbare strategie zijn het vooral externe factoren zoals rentebewegingen die voor beweging kunnen zorgen bij Van Lanschot. Behalve een verandering in de financiële wereld zou dat ook een overname kunnen zijn door een grote partij die in één klap een stevige voet tussen de deur wil krijgen op de Nederlandse en Belgische markt. Delta Lloyd heeft in het voorjaar van 2016 haar belang van 30,2% in Van Lanschot voor €180 mln verkocht. Momenteel is ABP de grootste aandeelhouders (13,3% belang) en aangezien er afgezien van de Rabobank (9,8% belang) geen grote strategische aandeelhouders zijn, kan een goed overnamebod hoogstwaarschijnlijk op brede steun rekenen. Het kan dan ook niet uitgesloten worden dat een buitenlandse investeerder of branchegenoot vroeg of laat de portemonnee trekt voor Van Lanschot.
Mogelijke overnamefantasie is echter een wankele basis om het aandeel te kopen. De huidige waardering (k/w 11,2) heeft met het oog op het groeivermogen van het concern weinig opwaarts potentieel. Daar komt bij dat de belangrijkste oorzaak van de recente gunstige winstontwikkeling weinig vertrouwen geeft dat Van Lanschot de goede lijn structureel kan doortrekken. Een stijging van het onderliggend resultaat in 2016 met 35% naar €81,3 mln is namelijk volledig te danken aan verbeteringen binnen de kredietportefeuille. Hierdoor viel een reservering van €6,9 mln vrij, terwijl een jaar eerder €51,0 mln aan de voorzieningenpot werd toegevoegd. De inkomsten uit operationele activiteiten namen vorig jaar licht af – onder meer door de scherpe concurrentie op de markten waarop Van Lanschot opereert. De opmars van ETF’s en andere passieve producten zet de marges van actief beheerde oplossingen onder druk, terwijl automatisering financials in staat stelt om de kosten terug te dringen en hun tarieven te verlagen of een betere service te bieden.
In dit landschap geven schaalgrootte en een efficiënte kostenbeheersing de doorslag. Met name in dat laatste opzicht moet Van Lanschot nog een flinke slag maken. De onderneming streeft al enkele jaren naar een efficiency (operationele kosten als percentage van de kosten) van 60 à 65%. Sinds 2013 is die ratio echter gestegen van 70,8 naar 80,3%. De doelstelling werd recent opgeschoven van 2017 naar 2020. De bank maakt wel degelijk werk van het terugschroeven van de kosten – onder meer via het it-project en een afname van het personeelsbestand van 1808 in 2013 tot 1680 fte’s vorig jaar.
Evi van Lanschot
Een deel van de pijn zit bij de rode cijfers van het digitale beleggingsplatform Evi van Lanschot. Het concern bereikt met Evi voornamelijk 30- en 40-ers die het grootste deel van hun vermogen nog moeten opbouwen. Dat komt duidelijk terug in de cijfers. De activiteiten zijn goed voor slechts 1,6% van de operationele inkomsten en het onderliggende nettoresultaat komt op -€8,2 mln. Dat steekt mager af tegen de private bank (53,2% operationele inkomsten en €37,4 mln onderliggend resultaat), asset management (17,8% operationele inkomsten en €10,0 mln onderliggend resultaat) en merchant banking (10,0% versus €6,2 mln).
Hoewel Evi strategisch waardevol kan zijn voor de toekomstige aanwas van vermogende klanten, lijkt de groei goeddeels stil te vallen. Het vermogen van de divisie nam vorig jaar toe van €1,4 naar €1,5 mrd. Tegenover een instroom van €50 mln aan nieuwe beleggingen stond een uitstroom van €15 mln aan spaargeld. Bovendien is het een uitdaging om Evi-klanten de stap te laten maken van sparen naar beleggen. Eind vorig jaar bestond 45% van het Evi-vermogen uit spaargeld. Nu Evi nauwelijks groeit en het nog lang duurt voordat het effect van een doorstroom van klanten richting de private bank zichtbaar wordt, is het lastig te zien waar een structurele inkomstenstijging vandaan moet komen. In combinatie met het zwakke fundament onder de recente winstgroei zorgt dat ervoor dat een bijstelling van het verkoopadvies nog niet aan de orde is.
Lees ook: Lucas Bols groeit weer autonoom
Wilt u op de hoogte blijven van alle actuele adviezen voor dit aandeel? U kunt u als abonnee aanmelden voor de alerts. Vink onderaan dit artikel het fonds aan of ga voor het volledige overzicht naar de alertspagina op onze website