Scheer opkomende landen niet over één kam
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht en wat in het verleden soms werkelijk zo was, vormen opkomende landen bepaald geen homogene groep. Die onderlinge verscheidenheid is precies wat opkomende landen nu aantrekkelijker dan ooit maakt voor beleggers die streven naar diversificatie. De afgelopen jaren is geprobeerd om het immense ‘opkomende’ universum te benaderen door verschillende landen op basis van veronderstelde overeenkomsten bijeen te brengen in acroniemen en verzamelnamen. Denk aan ’BRIC’s‘ (Brazilië, Rusland, India en China) of de ’Fragiele Vijf’: dat waren de vijf opkomende landen – Brazilië, Turkije, India, Zuid-Afrika en Indonesië – die in 2013 grote tekorten op de lopende rekening hadden. Deze termen zijn echter gebaseerd op momentopnames en weerspiegelen meer tijdelijke dan structurele overeenkomsten tussen de betreffende landen.
Lid van meerdere clubs
Brazilië, dat zowel deel uitmaakt van de BRIC-landen als de Fragiele Vijf, onderscheidt zich nu in veel opzichten van zijn groepsgenoten. Zo hebben de meeste van de Fragiele Vijf al sinds de lente van 2013 de tekorten op hun lopende rekening substantieel gereduceerd. Brazilië pakte zijn tekort echter pas in 2016 aan. Dit illustreert het trage tempo van de hervormingen en verklaart waarom beleggers door de huidige politieke verwikkelingen bang zijn dat er verdere vertraging optreedt bij de hervormingen die nodig zijn om Brazilië weer op het groeipad te krijgen. De eerste letter van BRIC’s staat voor Brazilië, maar qua economische prestaties staat het land na twee recessiejaren op rij, nu ruimschoots op de laatste plaats van deze groep landen.
Hoewel acroniemen als BRIC’s hun doel voorbij schieten, is dat niet het geval voor het label opkomende markten. Want al drie jaar lang maken deze landen een opleving door, zoals blijkt uit hun versnellende groei ten opzichte van de ontwikkelde landen. In 2015 bedroeg het groeiverschil tussen ontwikkelde en opkomende landen 2 procentpunt; dat zal dit jaar 2,5 procentpunt zijn en komend jaar 2,8 procentpunt, zo verwacht het IMF. Deze dynamiek weerspiegelt zich in de bedrijfswinsten die, na een stijging van 7,5% in 2016, dit jaar volgens analisten met 20% kunnen stijgen. Ondanks hun uitstekende prestaties in het begin van het jaar, blijft de waardering van de aandelenmarkten van de opkomende landen aantrekkelijk. Hun koers-winstverhouding is 12,7 en de koers-boekwaarderatio ligt op 1,5 Dat is in lijn met de historische gemiddelden. Daarnaast zijn de valuta’s van opkomende landen gestabiliseerd ten opzichte van de dollar dankzij de stabilisering van de Amerikaanse rente. Dat heeft geleid tot lagere inflatie die centrale banken in staat stelt om een meer stimulerend monetair beleid te voeren.
Hoewel beleggers de problemen in Brazilië moeilijk kunnen negeren, gaat het om een geïsoleerd geval, dat geen smet werpt op een groep opkomende landen of de opkomende wereld als geheel. Aan de andere kant maakt de Braziliaanse situatie eens te meer de noodzaak duidelijk van het actief beheren van beleggingen in opkomende markten op basis van een ‘bottom-up benadering’, gebaseerd op lokale informatie en cijfers van individuele landen en bedrijven. Dit in plaats van een ‘top-down benadering’ op basis van een overkoepelende macro-economische dynamiek die verwijst naar acroniemen die geen enkel bestaansrecht meer hebben.
Lees ook: Pensioentekort van $400.000 mrd, wie gaat dat betalen?
Wilt u op de hoogte blijven van alle actuele adviezen voor dit aandeel? U kunt u als abonnee aanmelden voor de alerts. Vink onderaan dit artikel het fonds aan of ga voor het volledige overzicht naar de alertspagina op onze website