Meevaller voor Eon nieuwe stijl
Eon heeft in de driekwart jaar sinds de afsplitsing van de kolen- en aardgascentrales in de vorm van Uniper de kans om zichzelf te profileren als een producent van groene energie. De onderneming exploiteert windmolenparken in de Verenigde Staten (3,2 gigawatt) en in Europa (2,1 gigawatt), waarbij Eon windmolens met een totale productiecapaciteit van 4,6 gigawatt daadwerkelijk zelf in bezit heeft. Met een omzet van €1,4 mrd (-8%) en een ebit van €430 mln (+10%) is dit de kleinste van de drie divisies. Driekwart van de inkomsten in dit segment is afkomstig uit langlopende contracten (gemiddelde resterende looptijd van tien jaar), terwijl het overige deel op de vrije markt tegen variabele prijzen wordt verkocht. De afdeling kan zo een vrij voorspelbare inkomstenstroom genereren en dat geldt tot op zekere hoogte ook voor Energy Networks. Via deze divisie exploiteert Eon aardgas- en elektriciteitsnetwerken in Duitsland, Italië, Tsjechië, Roemenië en Zweden. In Slowakije is het concern alleen actief via stroomdistributie. De Duitse markt is goed voor 83% van de omzet van €15,9 mrd (+6%) en 54% van de ebit van €1,7 mrd (-8%) die Energy Networks vorig jaar boekte. Bijna de helft van de concessies op de thuismarkt heeft een (resterende) looptijd van ten minste tien jaar en sinds 2007 slaagde Eon erin om 88% van de aflopende concessies te vernieuwen. Het bedrijf is met deze activiteiten afhankelijk van de tarieven die toezichthouders vaststellen, zoals BnetzA in Duitsland.
Nieuwe tarieven
Op de aardgasmarkt gaat in 2018 nieuwe regelgeving van start voor aardgasdistributie en in 2019 voor het elektriciteitssegment. In plaats van een vergoeding van 9,05% en 7,14% voor bestaande en nieuwe netwerken krijgen nutsbedrijven dan ruimte om een rendement (voor belasting) te maken van 6,91% en 5,12% op hun investeringen. De nieuwe tarieven weerspiegelen de zeer lage rentestand en bovendien wil BnetzA de kosten voor consumenten zo laag mogelijk houden. De regels gelden voor een periode van vijf jaar, waarbij de toezichthouder wel ruimte heeft voor tussentijdse aanpassingen als marktomstandigheden of rente-ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Ook in verschillende Oost-Europese landen waar Eon actief is gaan volgend jaar of in 2019 nieuwe tarieven gelden, terwijl in Zweden pas in 2020 een aanpassing volgt.
Naast het opwekken en vervoeren van energie is Eon ook actief in de levering van elektriciteit en aardgas. De onderneming heeft ruim 22 miljoen klanten in acht Europese landen. De divisie-omzet van €22,4 mrd (-13%) die deze afdeling Customer Solutions in 2016 boekte, is grofweg gelijk verdeeld tussen Groot-Brittannië, Duitsland en overig Europa. Op ebit-niveau sprong de Britse divisie eruit met een marge van 4,7% tegenover 3,1% voor de overige activiteiten. Dat verschil gaat verdwijnen. Door scherpere concurrentie is de winst van Eon in dit segment met 43% gedaald in de eerste drie maanden van dit jaar. Bovendien heeft de Britse premier Theresa May aangekondigd dat ze een plafond wil instellen voor wat Britse huishoudens voor energie betalen. Analisten van Deutsche Bank voorspellen dat de maatregelen in april 2018 van start gaan. De winst van Eon en de andere vijf energiebedrijven die samen 85% van de Britse consumentenmarkt in handen hebben, zal dan met ruim €700 mln dalen en de ebit-marge komt dan ongeveer op hetzelfde niveau uit als in Duitsland en de rest van Europa.
Joint venture
Naast de drie kerndivisies heeft Eon een belang van 50% in joint venture Enerjisa. In Turkije exploiteert dit samenwerkingsverband energiecentrales met een capaciteit van 3,6 gigawatt, een distributienetwerk van 220.000 kilometer en het levert energie aan negen miljoen huishoudens. De omzet van Enerjisa kwam in 2016 op bijna €4 mrd, maar de winstbijdrage aan Eon kwam uit op slechts €44 mln. Tot slot maken de kerncentrales in Duitsland onder de divisienaam PreussenElektra ook nog deel uit van Eon. In 2011 is besloten dat deze centrales uiterlijk in 2022 buiten gebruik gesteld moeten worden. Dat markeert de laatste stap in de metamorfose van exploitant van kolen-, aardgas- en nucleaire centrales naar grote speler op het vlak van groene energie.
In het eerste kwartaal viel de omzet van PreussenElektra met 20% terug tot €354 mln en de ebit zelfs met 89% tot €27 mln. Die scherpe daling werd veroorzaakt doordat in verschillende centrales de productie stillag voor het vervangen van splijtstofstaven. Het onderhoud vindt begin 2017 op grote schaal plaats, aangezien de onderneming tot eind vorig jaar een speciale heffing moest betalen voor het wisselen van deze staven. Begin juni oordeelde de hoogste Duitse rechtbank echter dat die heffing illegaal was, zodat Eon circa €3 mrd aan compensatie tegemoet kan zien. De doelstelling om de nettoschuldpositie (€24,7 mrd) te verlagen komt hierdoor in één klap een stuk dichterbij. De grotere financiële ruimte neemt bovendien wat twijfels weg rondom het dividend. Eon keerde €0,21 uit over 2016 en dit jaar wordt dat €0,30 (3,5% dividendrendement).
Mede door de juridische meevaller is de beurskoers sinds eind vorig jaar met 30% opgelopen. De operationele ontwikkelingen geven weinig aanleiding om te verwachten dat die opmars doorzet. Hoewel Eon in staat moet zijn om de effecten van strengere regeldruk bij de Duitse distributietak en de Britse consumentenactiviteiten op te vangen via kostenbesparingen en toenemende inkomsten uit energiegeneratie, moeten beleggers zich erop instellen dat de resultaatontwikkeling door maatregelen van toezichthouders en door de impact van fluctuerende energieprijzen beweeglijker is dan het nutsbedrijf graag zou zien. Aangezien het dividend – het meest aantrekkelijke kenmerk van Eon – voorlopig veilig is dankzij de krimpende nettoschuldpositie blijft het houdadvies ook na de recente koersopleving van kracht.
Lees ook: Optimisme na machtswisseling General Electric
Wilt u op de hoogte blijven van alle actuele adviezen voor dit aandeel? U kunt u als abonnee aanmelden voor de alerts. Vink onderaan dit artikel het fonds aan of ga voor het volledige overzicht naar de alertspagina op onze website.