Robotopmars loopt tegen zijn grens aan
Zakenbank UBS zette zichzelf deze week handig in de schijnwerpers door te becijferen dat luchtvaartmaatschappijen $35 mrd per jaar kunnen besparen als ze hun vliegtuigen laten besturen door automatische systemen in plaats van door piloten van vlees en bloed. Het bericht bracht meteen de discussie op gang of passagiers wel durven in te stappen als er een robot achter de stuurknuppel zit. Volgens UBS is slechts één op de zes mensen bereid om in te stappen in een vliegtuig dat niet door een piloot wordt bestuurd.
Wees gerust: de komende jaren hoeft u deze keuze nog niet te maken. Zelfs als een vliegtuig op de automatische piloot staat, is er altijd een menselijke piloot om de voortgang te controleren, om contact te houden met de luchtverkeersleiding en om de volgende stap in het vliegplan voor te bereiden. UBS verwacht dat pas in 2025 de technologie zo ver is dat vliegtuigen op afstand bestuurd kunnen worden, waarna rond 2030 de eerste serieuze proeven uitgevoerd kunnen worden met helikopters en kleine jets. Het gaat waarschijnlijk nog meer dan vijftien jaar duren voordat robotvliegen zijn intrede doet in de burgerluchtvaart.
Het is echter de vraag of het überhaupt zo ver komt. Gezien de terughoudendheid bij reizigers is technologie namelijk niet de grootste horde. Een ander obstakel is het regelen van de juridische aansprakelijkheid. Is bij een ongeval de fabrikant van het vliegtuig, de leverancier van de technologie of de luchtvaartmaatschappij aansprakelijk? Een vergelijkbare discussie speelt momenteel bij de zelfrijdende auto, zodat we voorlopig ook nog niet bij een robotchauffeur in de bus zullen stappen. Juist in een periode waarin robotisering en automatisering volop in de schijnwerpers staan, met forse koersstijgingen van robotaandelen en lancering van verschillende robotfondsen, lijkt de technologische vooruitgang te worden geremd door juridische en morele vraagstukken.
Vertraging
Dat heeft alles te maken met de nieuwe rol die de huidige generatie robots inneemt. In de afgelopen decennia werden machines voornamelijk ingezet voor zogeheten 4D-werk: dull (saai), demeaning (vernederend), dangerous (gevaarlijk) of dirty (vies). Veel mensen staan er niet echt bij stil of hun auto door robots of mensen is gemaakt. Dat verandert als robots steeds meer gaan samenwerken met mensen, of zelfs hun plaats innemen.
De vertraging die de robotopmars oploopt, heeft gevolgen voor zowel de economie als de beleggingswereld. Het is bijvoorbeeld nog maar de vraag of de langverwachte versnelling van de productiviteitsgroei als gevolg van technologische vooruitgang de komende jaren daadwerkelijk vorm zal krijgen. Bovendien hoeven economen zich er geen grote zorgen over te maken dat de flink gedaalde werkloosheid in de ontwikkelde wereld binnen afzienbare termijn weer gaat oplopen omdat mensen hun baan verliezen door automatisering.
Voor beleggers moet de vertraging in de robotopmars aanleiding zijn om de aandelen binnen dit marktsegment heel scherp tegen het licht te houden alvorens erin te gaan beleggen of ze in portefeuille te houden. De waardering van veel robotaandelen ligt in veel gevallen beduidend hoger dan die van ondernemingen met een vergelijkbare winstgroei en balansverhouding. Hoewel robotisering en automatisering ongetwijfeld voor enorme veranderingen gaan zorgen, heeft het er alle schijn van dat beleggers daar op de beurs een te groot voorschot op nemen.
Lees ook: Vijf royale dividendbetalers uit Europa
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.