Orde in uw portemonnee
Special: Beginnende belegger
1. Bouw een buffer op
Een financiële buffer is net ducttape. Het komt in de meest uiteenlopende situaties van pas. Door zo’n financieel vangnet maakt u betere keuzes. Wie weet dat er een financieel vangnet is, gunt zich meer tijd om producten te vergelijken. Ook bent u minder snel geneigd geld te lenen tegen een hoog rentetarief of een aankoop op afbetaling te doen. Voor beleggers is een buffer helemaal cruciaal; het voorkomt dat u bij onvoorziene uitgaven een deel van uw portefeuille moet verkopen. Bouw een buffer op door sparen te automatiseren. Elke bank biedt tegenwoordig binnen internetbankieren de mogelijkheid om automatisch geld over te maken naar een spaarrekening. Kom vervolgens niet aan deze spaarpot, behalve bij financiële calamiteiten. Wie dat moeilijk vindt, kan een online spaarrekening bij een andere bank openen. Overboekingen nemen dan al snel een etmaal in beslag, een goed obstakel tegen impulsieve acties. Hoe groot moet die buffer zijn? Begin met een kleine spaarpot van €500 of €1000 om klein financieel leed op te vangen, zoals een kapotte wasmachine of een hoge tandartsrekening. Een comfortabele buffer is drie tot zes maanden aan levensonderhoud. Dat biedt rust bij bijvoorbeeld ziekte of ontslag; u hoeft zich op korte termijn geen zorgen te maken over de vaste lasten.
2. Regel de zaken voor uw familie
Iedereen wil zijn naasten verzorgd achterlaten. Toch ontstaan na het overlijden van een partner vaak financiële problemen. We willen de zaken wel goed regelen, maar doen het niet. In ons brein krijgen dingen die dichtbij en actueel zijn voorrang op zaken in de toekomst. We sluiten een verzekering tegen verlies van onze telefoon af, maar vergeten ons in te dekken tegen de financiële gevolgen van arbeidsongeschiktheid of overlijden van de partner. Het helpt om u de financiële gevolgen van ziekte of het wegvallen van uw partner of uzelf concreet voor te stellen. Vraag eventueel de hulp van een adviseur. Voor enkele tientjes per jaar sluit u een overlijdensrisicodekking af die uitkeert aan uw partner als u wegvalt. Denk ook na over de financiële risico’s bij ziekte. Bij arbeidsongeschiktheid betaalt uw werkgever het loon nog twee jaar door. Daarna krijgt u een uitkering van de overheid: 75% van het loon. Maar let op, de uitkering heeft een maximum van circa €38.000 bruto per jaar. Verdient u nu meer? Houd er dan rekening mee dat uw inkomen terugvalt in een toch al moeilijke periode.
Een buffer is belangrijk, maar wie te veel geld op een spaarrekening heeft staan doet zichzelf tekort
3. Kijk eens naar uw pensioen
Pensioen is voor veel mensen een weinig interessant onderwerp. Rond het 55ste levensjaar stijgt ons pensioenbewustzijn echter plotseling sterk, zo blijkt uit onderzoek van financiële instellingen. Wat lang een situatie in de verre toekomst was, wordt dan concreet. Wie slim is verdiept zich al eerder in het inkomen voor later. Op mijnpensioenoverzicht.nl staat een overzicht van het opgebouwde pensioen. Zijn de genoemde bruto-pensioenbedragen voldoende om uw levensstijl te behouden na de pensioendatum? Veel pensioenregelingen zijn flink versoberd en indexatie is vervallen. Er zijn diverse manieren om eventuele gaten in uw inkomen voor later in te vullen. Of u daarbij gebruikmaakt van traditionele fiscale pensioenproducten als lijfrenten of een simpele beleggingsportefeuille bepaalt u zelf. Fiscaal voordeel is aantrekkelijk, maar beperkt uw flexibiliteit. Voor elke keuze geldt: hoe eerder u begint, hoe beter.
4. Betaal uzelf eerst
Een handige manier om (meer) geld vrij te maken voor beleggen is het pay-yourself-first-principe. Zet direct na ontvangst van uw inkomen 10% van dit geld opzij. Dit zijn bedragen die u niet mist, tenzij u kampt met hoge lasten of een erg laag inkomen. Ons uitgavenpatroon past zich namelijk ongemerkt aan als zich een nieuwe situatie voordoet. Gedragsdeskundigen hebben onderzocht hoe dit mechanisme in ons brein werkt. Hieruit komt naar voren dat de meesten van ons pas stoppen met uitgeven als een krachtig signaal – een lege portemonnee of betaalrekening – ons daartoe dwingt.
5. Beperk uw uitgaven
Het gaat er niet om wat je verdient, maar om wat je overhoudt. Een oubollige spreuk met een kern van waarheid. Ons inkomen is het krachtigste instrument voor vermogensopbouw. In de praktijk zijn we vaak geneigd ons salaris elke maand op te maken, zodat er niets overblijft om te sparen en te beleggen. Zonde. Zeker omdat het vaak gaat om impulsieve uitgaven, ingegeven door een tijdelijke koopdrift. Tests met proefpersonen laten zien dat eenmaal in de (online)winkel het emotionele deel van het brein het overneemt van het rationele deel. Wetenschappers noemen een koopverslaving niet voor niets een roesverslaving. Het helpt om de ratio te laten terugkeren. Door te wachten met een aankoop geven we niet toe aan onze impulsen en krijgt ook ons rationele brein de kans om zich te laten horen. Vraag uzelf bij elke aankoop af: heb ik dit echt nodig? Soms is een meer rigoureuze aanpak nodig. Een tijdelijke koopstop, waarin u een periode – bijvoorbeeld een paar maanden – alleen noodzakelijke aankopen doet. Dit bespaart niet alleen veel geld, maar geeft vooral ook waardevol inzicht in uw koopgedrag.
6. Room uw spaarrekening af
Een buffer is belangrijk, maar wie te veel geld op een spaarrekening heeft staan doet zichzelf tekort. De lage spaarrendementen maken het moeilijk om vermogen op te bouwen met sparen alleen. De spaarrente is historisch laag en houdt zelfs de lage inflatie niet bij. En dan is er nog de belasting op vermogen. In box 3 betaalt iedere Nederlander een vast percentage belasting over zijn vermogen boven de belastingvrije voet. Ongeacht het werkelijke rendement op het vermogen. De belastingdruk die de vermogensrendementsheffing oplevert is door het nieuwe kabinet iets aangepast. Maar nog steeds teren veel spaarders in op hun vermogen. Maak daarom het spaargeld – boven een voor u comfortabele buffer – over naar de beleggingsrekening.
7. Automatiseer uw geldzaken
In theorie is sparen makkelijk, in de praktijk valt het vaak niet mee om daadwerkelijk geld opzij te zetten. De oorzaak ligt in het brein. Daarin hebben wetenschappers delen ontdekt die tegengestelde signalen uitzenden. Zoals hierboven genoemd is het ene deel gericht op de lange termijn; dit handelt rationeel. De andere helft gaat in op impulsen en is vooral gericht op het behalen van korte-termijnvoldoening. Bij elke financiële beslissing gaan deze twee delen de strijd met elkaar aan. Vaak is daarbij het korte-termijndeel van het brein overheersend. Om gedisciplineerd geld opzij te zetten voor vermogensopbouw helpt het om het brein om de tuin te leiden. Dit kan door de lange-termijnbeslissingen te automatiseren, zodat het rationele deel van het brein de strijd met de impulsieve tegenhanger maar één keer hoeft aan te gaan. Stel een automatische overboeking in naar een spaar- of beleggingsrekening op de dag dat uw inkomen wordt gestort. Verhoog het bedrag geleidelijk. Zet in uw agenda een reminder om elke maand naar uw beleggingsportefeuille te kijken, en met het tegoed nieuwe beleggingen aan te kopen.
Wie mag dit artikel niet missen? U kunt als abonnee dit artikel cadeau geven aan uw vrienden of familie. Klik bovenaan het artikel op de link en het artikel wordt per e-mail doorgestuurd.