Herstel Europese banken loopt spaak
De grote Europese banken leken in 2017 weer wat op te krabbelen na een serie lastige jaren. Veel partijen leden grote verliezen tijdens de kredietcrisis en de daarop volgende eurocrisis. Deutsche Bank – een van de zwaarst getroffen partijen – ontvouwde in 2015 een routekaart voor het herstel. De eerste fase bestaat uit het op orde brengen van de organisatie en het afhandelen van alle lopende juridische zaken. In dat opzicht heeft het concern redelijke vooruitgang geboekt. Buitengewone lasten voor schikkingen, boetes en juridisch gerelateerde afschrijvingen daalden van €12,4 mrd in 2015 tot €800 mln vorig jaar.
BNP Paribas heeft in 2014 in de Verenigde Staten een schikking getroffen van $8,9 mrd. Door zaken te doen met partijen in Iran, Soedan en Cuba had de bank internationale sancties tegen deze landen geschonden. Sindsdien spelen de juridische kosten van enkele honderden miljoenen euro’s per jaar geen doorslaggevende rol in de resultaatontwikkeling.
In dit opzicht hebben voornamelijk de Britse banken nog een flinke slag te maken. RBS is bijvoorbeeld nog in onderhandeling over een schikking voor de rol die de bank speelde bij het Amerikaanse hypotheekschandaal. Volgens analisten van Bloomberg kunnen de totale juridische kosten voor de bank oplopen tot €9 mrd. Voor Barclays is dat €4 mrd en voor HSBC bijna €2 mrd. Naar verwachting zijn BNP Paribas en Deutsche Bank minder dan €1 mrd kwijt aan het afhandelen van de lopende rechtszaken.
Kapitaalbuffer verstevigen
De tweede trap is het versterken van de kapitaalpositie en het versimpelen van het bedrijfsmodel. Ook in dit opzicht hebben de banken redelijk wat progressie geboekt. Deutsche Bank had in 2015 een CET 1 ratio van 11,1%. Een jaar later zakte de bank zelfs voor de Amerikaanse stresstest, maar inmiddels is de kapitaalbuffer opgelopen tot 14,0%. De ECB trekt de minimumbuffer voor de bank per 2018 op van 9,52 naar 10,65%.
Als zogeheten systeembank ligt Deutsche Bank onder een vergrootglas. De bank heeft voorlopig nog lang niet genoeg speelruimte om meer risico te nemen met de handelsactiviteiten.
Bij BNP stijgt de kapitaalbuffer beduidend minder snel. De CET 1 ratio is opgelopen van 10,9% in 2015 naar 11,8% vorig jaar. Dat is beduidend lager dan bij Deutsche Bank, maar dat geldt ook voor de eisen van de toezichthouder. De ECB hanteert voor 2018 een niveau van 9,125%, dat volgend jaar oploopt naar 9,75%.
De kapitaalbuffer trekt bij BNP minder de aandacht dan bij Deutsche Bank. De lat ligt wat lager omdat de bank volgens toezichthouders relatief minder belangrijk is. Daar komt bij dat de resultaten en kapitaalratio ook minder sterk fluctueren omdat de bank wat minder afhankelijk is van de ontwikkelingen op financiële markten.
Groeiproblemen
De laatste stap op de door Deutsche Bank uitgestippelde herstelroute is de terugkeer naar duurzame omzetgroei en degelijke kostenbeheersing. Uit de cijfers over het vierde kwartaal blijkt dat de bank daarin jammerlijk faalt. De inkomsten daalden in de laatste drie maanden van 2017 met 19% naar €5,7 mrd. Zelfs als rekening gehouden wordt met de verkoop van bedrijfsonderdelen, komt de terugval nog op 10%. Over het hele jaar daalde de vergelijkbare omzet met 5% naar €26,4 mrd. Met name de omzetdaling bij de Corporate & Investment Bank (-15% naar €16,8 mrd) springt in het oog. Net als andere zakenbanken, had Deutsche Bank veel last van de rust op financiële markten in 2017. Hierdoor deden klanten relatief weinig aandelen- en obligatietransacties. Ook speelt een daling van het overname- en fusievolume de bank parten. De totale transactiewaarde van $3,15 mrd lag 3% lager dan in 2016.
Aan de andere kant liepen de operationele kosten die niet rente-gerelateerd zijn, met 3% op naar €6,3 mrd. Die stijging zet zich dit jaar door, aangezien de bank weer bonussen gaat invoeren. Deutsche Bank verhoogde het geschatte kostenniveau voor 2018 van €22 mrd naar €23 mrd (2017: €23,8 mrd). Over heel 2017 boekte het concern dankzij lagere juridische lasten (-91% naar €213 mln) en een lagere reservering voor slechte leningen, voor het eerst sinds drie jaar weer winst voor belastingen: €1,3 mrd. Onder meer door een eenmalige last van €1,8 mrd voor de nieuwe Amerikaanse belastingwetgeving schreef de bank echter toch rode cijfers.
Daar komt in 2018 verandering in. De combinatie van een aantrekkende wereldeconomie, stijgende Amerikaanse rente en dalende belastingdruk levert naar schatting een winst per aandeel op van €0,90 tot €1,00.
Stabiele resultaten
De inkomsten van BNP stonden beduidend minder sterk onder druk. In het vierde kwartaal viel de omzet met 1,2% terug naar €10,5 mrd. Net als bij Deutsche Bank speelde het rustige klimaat op financiële markten de bank parten. De inkomsten bij de divisie Corporate & Institutional banking daalden met 7% naar €2,6 mrd. Bij andere afdelingen tekende zich wel een stijging af. De omzet uit de traditionele retail- en private bankingactiviteiten nam met 1% toe naar €3,8 mrd. Bij internationale financiële dienstverlening kwam die toename op 3% naar €4,1 mrd. Over heel 2017 bleef de omzet stabiel op €43,2 mrd, terwijl de kosten met 2% opliepen naar €29,9 mrd. Het verschil wordt veroorzaakt door eenmalige posten. BNP verkleint momenteel het aantal managementlagen bij het bankennetwerk, zodat de kosten naar verwachting in 2018 wel duidelijk dalen.
Conclusie
BNP stevent in het lopende jaar af op een winst per aandeel van €6,00 à €6,20. De waardering (k/w 10,6) ligt daarmee wat lager dan die van Deutsche Bank (k/w 13,5). In het ideale scenario, waarin de omzet wat toeneemt en BNP erin slaagt om de kosten in de hand te houden, kan dat bedrag in 2019 met circa 10% groeien. Het houdadvies blijft voorlopig van kracht, aangezien het operationeel en financieel risico niet uitgevlakt mag worden. Dat geldt helemaal voor het naar verhouding dure Deutsche Bank, dat een verkoopadvies krijgt.
Europese Banken | BNP Paribas | Deutsche Bank |
Omzet 2017 | €43,2 mrd | €26,4 mrd |
Operationele kosten | €29,9 mrd | €23,8 mrd |
Nettowinst | €7,8 mrd | -€1,4 mrd |