Nabeurs: handelsconflict zet knuffelindicator in de schaduw
In de financiële wereld worden partijen vaak afgerekend op groei. Bedrijven streven ernaar om de winst steeds verder op te schroeven, terwijl beleggers vaak tevreden zijn als ze hun vermogen zien toenemen. Deze week kreeg echter iedereen de kans om enthousiast te worden over een daling. De CO2-uitstoot van de Nederlandse industrie is volgens de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) met 3% gedaald in 2017. In plaats van 94 megaton ging er nog maar 91,4 megaton de lucht in. De terugval is voor een groot deel te danken aan de sluiting van (delen van) oude kolencentrales.
Indrukwekkend rendement met CO2
De CO2-uitstoot wordt om uiteenlopende redenen scherp in de gaten gehouden door allerlei financieel specialisten. In Frankrijk is het bijvoorbeeld al enkele jaren verplicht voor institutionele beleggers om hun CO2-voetafdruk te publiceren. Vermogensbeheerders brengen vaker naar buiten wat de uitstoot is van hun fondsportefeuille. Beleggingsanalisten proberen in kaart te brengen hoeveel fossiele brandstoffen niet aangeboord kunnen worden, omdat daarbij te veel broeikasgassen vrij zouden komen. Dat kan tot grote afschrijvingen leiden bij olie- en aardgasconcerns. In grote delen van de wereld zijn al speciale handelsplatformen voor emissierechten. Het bedrijfsleven ontvangt elk jaar wat minder van deze rechten. Hierdoor komen ondernemingen voor de keuze te staan om de ontbrekende rechten op het handelsplatform te kopen, of om de uitstoot terug te dringen. Zelfs particuliere beleggers kunnen op deze ontwikkeling inspelen. De ETFS Carbon ETF is met een rendement van ruim 60% tot eind maart een van de beste investeringen van 2018.
Knuffelindicator
Er zijn verschillende redenen waarom de financiële sector de CO2-uitstoot zo heeft omarmd. Een zeer belangrijke factor is de grote rol die het broeikasgas speelt bij de opwarming van de aarde. Om te voorkomen dat de gemiddelde temperatuur met meer dan twee graden stijgt, hebben in 2015 bijna tweehonderd landen zich in het klimaatakkoord van Parijs vastgelegd op het nemen van maatregelen om de CO2-uitstoot te reduceren. Dit komt tot uitdrukking in nieuwe regelgeving, die direct en indirect veel impact heeft op bepaalde segmenten van het bedrijfsleven. Daar komt bij dat de uitstoot zich relatief eenvoudig laat meten. Ten slotte is het voor beleggers makkelijk om deze indicator te gebruiken, aangezien veel ondernemingen al hun CO2-voetafdruk publiceren in het jaarverslag.
CO2-voetafdruk zegt niet alles
Aan de inzet van CO2-uitstoot als knuffelindicator kleven twee nadelen. Het gevaar bestaat dat beleggers zich blindstaren op het getal, zonder zich af te vragen wat daarachter schuil gaat. Er is bijvoorbeeld veel overlap in de producten die smartphone-giganten Apple en Samsung maken. De CO2-uitstoot van Samsung ligt fors hoger, maar dat zegt niet alles. Het Zuid-Koreaanse bedrijf houdt een groot deel van het productieproces in eigen hand, terwijl Apple bijna alles uitbesteedt. De uitstoot over de gehele levensduur van smartphones van beide bedrijven is nagenoeg gelijk. De voetafdruk van een iPhone 7 – van productie via gebruik tot recycling – van 79 kilo CO2 is vergelijkbaar met die van een Samsung Galaxy S8. Als belegger is het dus zaak om te kijken naar de rol die een bedrijf binnen het hele productieproces inneemt. Het grootste bezwaar bij de focus op CO2-uitstoot is echter dat er hierdoor te weinig aandacht is voor andere duurzaamheidscriteria.
17 Doelen voor een betere wereld
Die andere duurzaamheidscriteria zijn er overigens wel degelijk. In 2015 hebben alle 193 landen bij de Verenigde Naties een akkoord bereikt om zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen (sdg’s) te gebruiken als uitgangspunt bij het aanpakken van de grootste wereldproblemen. Voorbeelden zijn het uitroeien van armoede en het bestrijden van vervuiling in het oppervlaktewater. Sommige bedrijven geven de sdg’s al een prominente plaats in de verslaglegging. Een goed voorbeeld is DSM, dat zich specifiek richt op vijf doelen.
Niet alleen idealisme, ook rendement
Aan de andere kant ontdekken steeds meer institutionele beleggers hoe ze aan de hand van de sdg’s een beleggingsbeleid kunnen uitstippelen dat aansluit bij hun waarden of wereldvisie. Daarbij gaat het niet alleen om idealisme en een betere wereld, maar vooral ook om het behalen van een mooi rendement. Uit onderzoek van ECCE en NN IP kwam twee jaar geleden al naar voren dat bedrijven die beter scoren op het vlak van milieu, mens en maatschappij relatief goede beleggingen zijn. Deze ondernemingen hebben immers goed oog voor de veranderende wereld waarin ze opereren. Het zou zomaar kunnen dat over een paar jaar uit nieuwe studies naar voren komt dat bedrijven met oog voor de sdg’s eveneens een streepje voor hebben.