Zeven ondergewaardeerde dividendaandelen
Er is al heel wat inkt gevloeid over de merites van de Dogs of the Dow. Dat neemt echter niet weg dat het screenen op basis van het dividendrendement een de makkelijkste methoden is om aandelen te selecteren. Met de krant in de hand kiest u bij de Dogs of the Dow de tien aandelen met het hoogste dividendrendement uit de Dow Jones.
Te klein spectrum
Het voordeel van de theorie van de Dogs of the Dow is haar eenvoud. Het nadeel echter is dat de dividendstrategie zich niet leent voor lokale aandelen. Als Belg of als Nederlander enkel en alleen maar aandelen uit respectievelijk de BEL-20 of de AEX selecteren, geeft voor de meeste beleggers een te klein spectrum.
Als u niet geïnteresseerd bent in buitenlandse hoofdaandelen, dan verhoogt u bij lokale aandelen uw kans op succes als u ook screent op de hoogte van de payout-ratio’s. De payout-ratio geeft aan hoeveel winst het bedrijf aan de aandeelhouders uitkeert. Het klinkt misschien voor de hand liggend, maar bedrijven met de hoogste pay-outs (dividend/nettowinst) en dividendbetalers met negatieve winstcijfers (lees: verlies) behoren tot de slechtste beleggingen.
Lage payout-ratio’s
Uit onderzoek blijkt dat dividendaandelen met relatief lage payout-ratio’s beter presteren dan aandelen met hoge ratio’s. Immers, als de payout-ratio lager is dan 60%, houden bedrijven voldoende financiële middelen over om te groeien. Ze kunnen dan zonder dure kredieten overnames financieren en beschikken bovendien over een buffer om in recessies en bij tegenvallers het dividend te handhaven.
Omdat aandelen met een hoog dividendrendement doorgaans voorkomen in sectoren met zwakkere groeivooruitzichten op lange termijn, zoals nutsbedrijven, telefoonmaatschappijen en verzekeraars, is het ook logisch om dividendaandelen te screenen op hun balans. Beleggers maken vaak de fout dat ze te veel aandacht schenken aan bijvoorbeeld het deel van de winst dat voor de aandeelhouders beschikbaar is, zonder rekening te houden met de balans van de onderneming.
Gezonde balans
Crediteuren staan sterker dan aandeelhouders. Niet alleen bij een faillissement staan ze hoger in de pikorde, ze maken eerder aanspraak op de activa van de onderneming. Het dividend is nooit zeker. Maar als banken en schuldeisers bang zijn dat de aflossing en rentebetalingen in gevaar zijn, is de kans groter dat de onderneming ervoor zal kiezen om het dividend te passeren dan te verzaken bij de rentebetaling.
An sich, verkoopt u goede dividendaandelen nooit. Maar daarvoor is het wel belangrijk dat de balans op orde is, zodat het risico op een dividendverlaging in de toekomst laag is. Een goede vuistregel is om extra sceptisch te zijn bij bedrijven waarvan de schulden hoger zijn dan het eigen vermogen. Andere waarschuwingssignalen zijn een liquiditeitsratio (current ratio) kleiner dan 1, een rentedekking van minder dan 3 en een tastbaar eigen vermogen dat negatief is.
Een current ratio kleiner dan 1 betekent dat de kortlopende schulden groter zijn dan de liquide middelen. Dat kan erop duiden dat klanten niet, of almaar later, betalen. Bij een rentedekkingsfactor van minder dan 1 verdient het bedrijf onvoldoende geld om aan de renteverplichtingen te kunnen voldoen. De rentedekking wordt berekend door het bedrijfsresultaat te delen door het saldo van de rentelasten van het vreemd vermogen. Een rentedekkingsfactor van 3 of meer geeft aan dat de winstgevendheid van de onderneming groot genoeg is om de rentelasten te betalen uit de lopende resultaten.
Niet-verifieerbare aannames
Een positief tastbaar eigen vermogen is minder logisch dan het lijkt, Het eigen vermogen van een onderneming is de som van alle bezittingen minus de som van alle schulden. Bij beursgenoteerde bedrijven is het echter gangbaar om de meerwaarde van immateriële activa op de balans als bezit aan te merken. Kredietverstrekkers halen evenwel de zogeheten goodwill van de balans omdat de meerwaarde vaak gebaseerd is op niet-verifieerbare aannames. Dat wil niet zeggen dat ze geen waarde hebben. Het risico bestaat echter dat de waardering van immateriële bezittingen gebaseerd is op gebakken lucht.
Bedrijven die op drie van de vier punten goed scoren, beschikken over een sterke balans. Zo bent u zeker van dat het schuldenniveau relatief gezond is. Maar de aandelen van bedrijven met een aantrekkelijk dividend en een sterke balans, zijn vaak stevig aan de prijs. Omdat het koerspotentieel van overgewaardeerde aandelen vaak beperkt is, vormt de intrinsieke waarde een belangrijk aandachtspunt.
Intrinsieke waarde
Met de intrinsieke waarde op lange termijn tracht men de meest ondergewaardeerde aandelen van de best presterende bedrijven eruit halen. Het waarderingsmodel kijkt zeven jaar vooruit. Dat is echter geen garantie dat het bedrijf de komende jaren winst blijft boeken. Het schatten van de huidige waarde van alle toekomstige kasstromen, oftewel de berekening van de intrinsieke waarde, is nattevingerwerk. Maar u hoeft ook niet het exacte gewicht te kennen van een persoon om te zien dat iemand met obesitas ernstig overgewicht heeft. Of om te weten dat iemand met anorexia nervosa ongezond dun is.
Het waarderingsmodel dat de toekomstige kasstromen in kaart brengt, is vrij conservatief qua parameterinstelling. Het kent enkel een waarde toe aan de boekwaarde op voorwaarde dat het rendement op eigen vermogen hoger is dan het vooropgestelde rendement. Bij voorkeur is de intrinsieke waarde volgens het waarderingsmodel positief. Dat wil zeggen dat er sprake is van een onderwaardering van 30% of meer.
Namen noemen
Aan welke aandelen moet u denken? De indexleden van de S&P Europe 350 Dividend Aristocrats en de Europese hoofdaandelen uit de StoxxEurope50 en de EuroStoxx50 werden gescreend op hun payout-ratio’s, op de sterkte van de balans en op de actuele waarde van het residuele inkomen, oftewel de intrinsieke waarde.
De aandelen die een aantrekkelijk dividendrendement bieden, het dividend gestaag laten groeien en op basis van het waarderingsmodel nog steeds ondergewaardeerd lijken, staan hieronder. Omdat het aantal ‘echt’ ondergewaardeerde aandelen beperkt is, werd de uiterste limiet van de onderwaardering verankerd op -15%.
Het vervelende van onderwaardering is echter wel dat het soms jaren kan duren voordat andere beleggers de werkelijke waarde van goedkope aandelen weten te waarderen.