Grotere stroppenpot is een strop voor ABN Amro
De inkomsten van ABN Amro zijn in het eerste kwartaal met 4% gegroeid naar €2,3 mrd. Die stijging is voornamelijk te danken aan een toename van de netto rente-inkomsten met 5% naar €1,7 mrd. De commissie-inkomsten daalden met 4% naar €431 mln.
Aan de andere kant bleven de operationele bedrijfskosten nagenoeg stabiel, op €1,3 mrd. Hierdoor daalde de kosten-inkomstenratio van 60,2 naar 57,9%. Daarmee is de bank weer terug binnen de voor 2020 nagestreefde bandbreedte van 56 tot 58%. Als onderdeel van de strategie wil het concern €900 mln aan kosten besparen.
Met name de daling van het aantal bankvestigingen sprong in het oog. Aan het eind van het eerste kwartaal nam het aantal retail-kantoren met 23 af naar 179. Ter vergelijking: in heel 2017 werden 19 vestigingen gesloten.
Slechte leningen
De combinatie van de omzetstijging en stabiele kosten leidde tot een stijging van het bedrijfsresultaat met 10% naar €981 mln. De gunstige onderliggende ontwikkelingen werden echter overschaduwd door een reservering van €208 mln voor slechte leningen. Dat is ruim drie keer zoveel als de €63 mln van een jaar eerder. In het laatste kwartaal van 2017 was zelfs sprake van een vrijval van €34 mln.
De bank had voornamelijk te kampen met tegenvallers bij klanten in de offshore- en scheepvaartsector. De nettowinst daalde met 3% naar €595 mln. De reservering had bovendien een ander nadelig gevolg: de CET1-ratio viel ten opzichte van eerdere kwartalen iets terug, tot 17,5%. Daarmee zit ABN Amro precies op het niveau waarboven de bank zegt ruimte te zien om wat extra terug te geven aan de aandeelhouders.
Zwaar aanrekenen
De beurskoers ging na de cijferpresentatie met ruim 5% onderuit. Daarmee rekenen beleggers ABN Amro wel erg zwaar af op de tegenvaller met de stroppenpot. Met name de groeiende rente-inkomsten wijzen erop dat de bank blijft profiteren van het gunstige economische klimaat. De kans is groot dat hierdoor wel degelijk ruimte ontstaat voor een extraatje voor aandeelhouders. De resultaten geven dan ook geen aanleiding om het houdadvies bij te stellen.
Nederlandse grootbanken in Q1 | ||
Winst per aandeel | €0,59 | €0,32 |
Kosten-inkomsten ratio | 57,9% | 60,3% |
CET1-ratio | 17,5% | 14,3% |
In tegenstelling tot ABN Amro profiteerde ING juist van een relatief kleine toevoeging aan de stroppenpot. ING zette €85 mln opzij voor slechte leningen, tegenover €133 mln in dezelfde periode vorig jaar. De kapitaalbuffer CET1 liep onder meer door veranderende boekhoudregels terug van 14,7% eind 2017 naar 14,3%. ING krijgt een houdadvies, net als ABN Amro, dat licht favoriet is op basis van de wat stevigere kapitaalbuffer en de mogelijkheid van dividendverhoging of aandeleninkoop.