Column: Beleggen is als een spannende film
Als voorbeeld neem ik de Amerikaanse economie, de belangrijkste van de wereld. In december 2007 ging de Amerikaanse economie in een recessie, met een S&P500 die op 1481 stond. In juni 2009 kwam Amerika uit de recessie op 941 punten. Tot op de dag van vandaag groeit de Amerikaanse economie en daarmee stijgen ook de aandelenkoersen. Er waren een hoop momenten dat het leek alsof het einde van de bullmarkt in zicht was: de eurocrisis in Europa, het einde van de geldpers van de centrale bank van de Verenigde Staten, meerdere Amerikaanse renteverhogingen, etcetera. De aandelenmarkt stijgt bijna altijd als er geen recessie is. Soms is het heftig, zoals in 1987 toen de Amerikaanse beurzen op één dag met 22% daalden. Maar dat jaar was er wel met de S&P500 5,3% rendement te behalen.
De kans op een recessie dit jaar in de VS is klein. De Amerikaanse overheid drukt het gaspedaal hard in. De laatste keer dat de Amerikaanse economie groeide en het begrotingstekort toenam was in de Tweede Wereldoorlog. De stimulerende maatregelen van de Fed zijn overgenomen door de overheid. Op lange termijn is dit vragen om grote problemen. Volgens sommige waarderingsmaatstaven zijn Amerikaanse aandelen nog nooit zo duur geweest, maar het is goed mogelijk dat aandelen nog duurder worden.
Ik sta daarom niet raar te kijken als er weer een alltime high op de borden komt. Elke keer dat er sinds 1971 een recessie in de VS was, was er een inverse yield curve (tweejaarsrente hoger dan tienjaarsrente) en vice versa. Tijdens het hoogtepunt van de Amerikaanse groeifase was het verschil 264 basispunten. Het huidige verschil is 42 basispunten. Na de inverse duurde het meestal nog een jaar voordat de Amerikaanse economie in een recessie terechtkwam. De spannende film is nog niet afgelopen.