Waar liggen de beleggingskansen in China?
China staat andermaal in het centrum van de belangstelling. De Amerikaanse president Donald Trump heeft een vijandige houding aangenomen tegenover de Chinese export. Dat heeft in de financiële markten wereldwijd effecten, niet in het minst in die van China. De vraag die ik in dit artikel wil beantwoorden is of de huidige gespannen politieke en handelssituatie ook beleggingskansen biedt. Ik ga eerst in op de reikwijdte van de Amerikaanse maatregelen op de Chinese economie. Daarna komen de ontwikkelingen in de financiële markten aan bod. Vervolgens komen de beleggingskansen aan de orde.
De economie van China
De Chinese economie kent stadia van hollen en afremmen; stilstaan is er niet bij. Zo kwam de economische groei in het laatst gemeten kwartaal uit op 6,5%. Dat was het laagste percentage sinds 2009 (zie grafiek), maar 6,5% blijft gigantisch hoog. Bovendien is het onontkoombaar dat de economie langzaamaan langzamer gaat groeien: de uitgangsbasis wordt immers steeds hoger. Met 6,5% groeit de economie in absolute termen nog evenveel als menig Europese land op jaarbasis groot is.
De Chinese leiders voeren een dirigistisch beleid. Ze willen de economische groei op een bepaald niveau hebben en stimuleren of remmen af op momenten dat de groei daarmee uit de pas loopt. Hun stimuleringsinspanningen zijn echter niet probleemloos. Zij ontwrichten weleens markten. Teveel stimulering van woningbouw kan leiden tot lagere prijzen, wat onrust bij eigenaars teweeg kan brengen. Dat is nu het geval. Het kan ook tot hoge schulden bij lokale overheden leiden die de infrastructurele werken moeten uitvoeren en stimuleren, of bij instellingen die er leningen voor verstrekken. Dat speelt nu ook. De centrale overheid heeft lokale overheden aan banden gelegd bij hun schuldvorming. Als reactie hebben zij buiten hun balans om leningen opgenomen. Daarmee is een schuldsituatie ontstaan die volgens menige beschouwer van de Chinese economie gevaarlijk is geworden.
Dit toont aan dat dit dirigistische maatregelen om de economie te sturen op niet verwachte plekken tot problemen kunnen leiden, zelfs tot het corruptief omzeilen van maatregelen. Dat is overigens het kenmerk van alle economische politiek, ook van die in Nederland. China is echter een autocratisch geleid land, waar de overheid snel en hard kan ingrijpen. Uit die soms harde maatregelen blijkt dat de overheid wel vaak in de gaten heeft waar de problemen liggen. Dat blijkt bijvoorbeeld als de overheid louter als middel om captains of industry te waarschuwen er een paar arresteert en gevangen zet. Dat moet de overigen in het gareel brengen.
Vijfjarenplannen
De Chinese regering werkt veel met middellangetermijnplannen. Bij de economische plannen staat al enige tijd de geleidelijke ombouw naar een markteconomie centraal. Dit dient echter te gebeuren binnen een politiek kader: de controle door de Communistische Partij. De Chinese staat is altijd aanwezig, soms in de schaduw, soms op de voorgrond.
Ik noem twee initiatieven die de laatste tijd op de voorgrond komen. De eerste is het Zijderoute-initiatief (OneBelt, One Road) waarbij met investeringen en andere initiatieven zoals bij ict en internet, wordt beoogd de economische ontwikkeling langs die oude handelsroute weer te verhogen. China wil economische ontwikkeling stimuleren in de landen om zich heen en in de landen langs de route, om zo nieuwe markten te creëren. Dat is nu temeer urgent doordat de VS barrières opwerpt. Het initiatief moet de diversiteit aan exportmarkten voor China vergroten.
Ook streeft de regering naar meer urbanisatie omdat in stedelijke agglomeraties modernisering en innovatie meer gedijen dan erbuiten. Dit verhoogt de productiviteit van de ingezette arbeid en investeringen. Bovendien kan China zo in plaats van de arbeidsintensieve producten als textiel steeds meer geavanceerde producten als machines gaan maken. Dat beleid wordt gesteund door een grote stimulering van het onderwijs en relatief hoge uitgaven voor research & development (2,1% van het binnenlands product). Een hogere productiviteit biedt bovendien de mogelijkheid de arbeidslonen regelmatig stevig te verhogen. De welvaart van de gemiddelde Chinees is de afgelopen jaren omhoog geschoten. Zelfs op het platteland, hoewel er nog plekken zijn waar het daginkomen bijzonder laag is. Een belangrijk effect van deze voelbare verbeteringen is natuurlijk ook dat de positie van de Communistische Partij erdoor wordt ondersteund.
Chinese handel
De sterke toename van de welvaart biedt bedrijven de gelegenheid tot groei. Veel bedrijven kunnen bestaan van de toename van de binnenlandse vraag. Zij hebben dus niets te maken met export en dus ook niet met de handelsmaatregelen van de VS. Veel bedrijven exporteren ook naar meerdere landen. De maatregelen die de VS hebben getroffen betreffen tot nu toe $500 mrd aan export naar de VS, maar China exporteert met circa $2250 mrd het veelvoudige naar andere landen. Zoals gezegd zijn dat ook steeds geavanceerder producten, zoals bulldozers, maar ook computers en mobiele telefoons.
Daarbij komt nog dat een belangrijk deel van de export van China helemaal niet kan worden geleverd door Amerikaanse bedrijven of door bedrijven uit andere landen. In dat geval zullen de handelstarieven die de VS heffen alleen maar neerslaan op hogere prijzen in de VS. De Amerikaanse bedrijven kunnen natuurlijk ook besluiten de hogere importtarieven voor eigen (winstmarge-)rekening te nemen. Dat gaan dan ten koste van hun winst. Overigens zou dat laatste kunnen meevallen. Want de Amerikaanse politieke en handelsdruk heeft de Chinese valuta, de renmimbi, verzwakt. Daardoor heeft die druk paradoxaal genoeg de concurrentiepositie van China verstevigd doordat de exportproducten goedkoper worden. Toch mag voor de zekerheid worden aangenomen dat de economische groei van China onder enige druk komt.
Financiële markten
Er zijn dus belangrijke kanttekeningen zijn te zetten bij de negatieve effecten van het Amerikaans-Chinese handelsconflict. Toch zijn de Chinese financiële markten flink nerveus geworden. De Chinese overheid toont dan een oude impuls: liquiditeitsverhoging. In dit geval is de leencapaciteit van het bankwezen vergroot door de liquiditeitseisen te versoepelen. Dit moet tot meer investeringen leiden en tot hogere economische groei. Dat moet de beleggers gerust stellen. Maar dat lukt tot op heden niet.
De lagere k/w’s bieden volgens mij kansen voor beleggers die op de middellange termijn rendementen willen zien. Zoals gezegd kennen grote delen van het Chinese bedrijfsleven geen blootstelling aan de Amerikaanse handelstarieven. Er zijn ook bedrijven die er door hun internationale oriëntatie relatief weinig last van hebben. Hun sterke koersdaling is daarmee als het ware ongefundeerd en dat biedt kansen.
Het is echter onmogelijk om vanaf een grote afstand te bepalen welke bedrijven nu beleggingskansen bieden. Wel is bekend dat die kansen in de sectoren liggen die nauw betrokken zijn bij de binnenlandse en Aziatische consumptie en investeringen. Het volgen van een Chinese index betekent dat ook wordt belegd in bedrijven die mogelijk wel worden geraakt door het handelsconflict. Lokale expertise is vereist voor deze stockpicking.
Illegaal gedrag
Die expertise is ook al nodig doordat de partijen in de markteconomie en op de financiële markten onervaren en soms ook ongewenst en illegaal gedrag vertonen. Zo blijven Chinese particuliere beleggers zeer gefixeerd op kortetermijnwinsten, zodat de aandelenkoersen volatiel zijn. Ook vertonen bedrijven gedrag dat niet in het belang is van de minderheidsaandeelhouders maar wel in dat van de staat, met name als het beursgenoteerde staatsondernemingen zijn. En de leiding van niet-staatsondernemingen wil weleens meer oog hebben voor het eigen privé-aandeelhoudersbelang dan dat van de andere aandeelhouders. Daarbij worden de regels van het toezicht en goed boekhouden soms geschonden (zie kader).
Ook zijn er die, gedwongen door de mogelijkheden om bankkredieten te krijgen, als zekerheid eigen aandelen hebben gedeponeerd. Dat leidt bij dalende koersen tot extra onzekerheid in de kredietmarkten die kan overslaan naar andere financiële markten zoals de aandelenmarkt, die toch al volatiel is.
Goed onderzoek naar en bij ondernemingen is, kortom, cruciaal voor de goede selectie van aandelen. Die expertise ligt bij aanbieders van beleggingsfondsen die analisten in de regio hebben rondlopen. Vandaar dat wij opnieuw een aantal beleggingsfondsen adviseren. Zij zijn geselecteerd door onze redacteur Harry Geels van Blauwtulp-multimanagersplatform. De rendementen van het laatste jaar zijn door de veel lagere beurskoersen vanzelfsprekend alle negatief (zie tabel), maar zij zijn net als over de twee langere periodes veel beter dan die van de MSCI-indices.
Het Schroder ISF Greater China Fund is een van de fondsen met een duidelijke outperformance. Het wordt al sinds 1 september 2002 beheerd door Louisa Lo, die daarmee een van de langstzittende en meest ervaren Chinabeleggers is. Ze wordt ondersteund door een team van 14 analisten. Alex McDougall werd Lo’s co-beheerder in juli 2017.
De beleggingsstijl zou het best omschreven kunnen worden als ‘groei tegen een redelijke prijs’, een strategie die ook met succes bij andere Azië-strategieën van Schroders wordt toegepast. Voor China horen Tencent en Alibaba al jarenlang tot de favorieten van Lo, en voor Taiwan is dat TSMC. Het beheerd vermogen is in de loop der tijd sterk gegroeid. Het enige minpuntje is dat het fonds niet behoort tot de goedkoopste in zijn categorie. Morningstar geeft het fonds een zilverrating. De BT-score is de hoogste, met 8,73 (zie tabel).
Beleggingsfondsen (rendementen in €, geannualiseerd) | ||||||
China H-aandelen en Greater China (1) | BT-score | 1 jr | 3 jr | 5jr | MaxDD | ISIN |
Schroder ISF Greater China | 8,73 | -7,3% | 9,7% | 12,2% | -11,9% | LU0140637140 |
UBS (Lux) EF Greater China | 7,82 | -7,3% | 10,4% | 13,4% | -14,4% | LU0072913022 |
Fidelity Funds – Greater China Fund | 7,83 | -10,4% | 8,3% | 11,4% | -16,2% | LU0048580855 |
UBS (Lux) EF China Opportunities | 7,86 | -6,8% | 10,2% | 14,6% | -13,9% | LU0067412154 |
First State Greater China Growth | 7,60 | -7,2% | 8,1% | 10,0% | -12,7% | IE0031814852 |
MSCI China Index | -14,3% | 5,2% | 4,5% | |||
China A-aandelen (1) | ||||||
UBS (Lux) China A Opportunities | 8,13 | -15,1% | 13,3% | -17,5% | LU0971614614 | |
Aberdeen Global China A Shares Equities | 7,60 | -10,3% | 6,8% | -21,0% | LU1129205529 | |
Allianz China A-Shares | 7,37 | -19,8% | 2,1% | 15,7% | -23,3% | LU0411150922 |
First State China A-Share | 7,37 | -15,7% | 3,3% | 14,3% | -23,1% | IE00B3LV6Z90 |
MSCI China A Index | -30,9% | -12,7% | 4,5% |
Bron: Morningstar Direct, Blauwtulp-multimanagerplatform
(1): H-aandelen worden in Hongkong verhandeld, A-aandelen in China; Greater China is China inclusief Hongkong, Macau en Taiwan
Blauwtulp-score: objectieve score (0-10) berekend op basis van 26 prestatiefactoren, zoals kosten
Maximum Drawdown: maximale procentuele teruggang in de afgelopen drie jaar
H-aandelen worden in Hongkong verhandeld, A-aandelen in China zelf
Peildatum: 31 oktober 2018