Een kwartet kansrijke biotechbedrijven
Veel bedrijven in de biotechsector kampen de laatste jaren met toenemende concurrentie, stijgende ontwikkelingskosten en groeiende kritiek op de hoge medicijnprijzen. In 2019 wordt de beleggingsfantasie echter geprikkeld door enkele grote overnames. Op 3 januari bood farmacieconcern Bristol-Myers Squibb maar liefst $74 mrd voor biotechbedrijf Celgene. Vier dagen later maakte Eli Lilly bekend dat het $8 mrd overheeft voor Loxo Oncology. Daarmee ligt de totale overnamewaarde binnen één week enorm veel hoger dan in heel 2018. Vorig jaar werden zestien middelgrote overnames met een totale waarde van $48 mrd afgerond. De in april aangekondigde overname van Shire door Takeda ($62 mrd), kwam pas na de jaarwisseling rond. De transacties wijzen erop dat de waarderingen binnen de sector na enkele matige jaren een niveau hebben bereikt waarop grote farmaciebedrijven kansen zien. Beleggers kunnen dat voorbeeld volgen – zolang ze zich niet te veel laten leiden door overnamespeculaties.
Spraakmakende transacties
Ondanks de spraakmakende transacties en een tussensprint van biotechaandelen (gemiddeld +12% sinds eind 2018) is de tegenwind niet gaan liggen. Het prijsbeleid voor nieuwe middelen blijft voorlopig stevig onder druk staan. In Nederland trok bijvoorbeeld medicijn Spinraza tegen spierziekte SMA vorig jaar de aandacht. Het prijskaartje van bijna €0,5 mln voor het eerste jaar van de behandeling was aanvankelijk te hoog om standaard vergoed te worden. Na lang onderhandelen met producent Biogen (BIIB) en door ingrijpen van minister Bruno Bruins kreeg Spinraza voor jonge kinderen een plaats in het basispakket. Of dat voor patiënten van ouder dan 9,5 jaar ook gebeurt, hangt ervan af of een tweede onderzoeksvoorstel van Biogen wordt goedgekeurd. Het prijskaartje is overigens zo hoog omdat spierziekte SMA zeer zeldzaam is. Door de bescheiden omvang van de patiëntenpopulatie (1 op de 10.000), is Biogen aangewezen op een hoge medicijnprijs voor het terugverdienen van de ontwikkelkosten.
Veelbelovend marktsegment
De toenemende kosten zijn deels het gevolg van de inzet van complexere en dus duurdere technologieën. Daarnaast speelt een strengere toezichthouder ook een rol. Voor veel aandoeningen zijn al middelen beschikbaar. Een nieuw medicijn moet zich duidelijk onderscheiden voordat het groen licht krijgt. Dat kan bijvoorbeeld doordat het effectiever is, minder bijwerkingen heeft of eenvoudiger toegediend kan worden. De strengere houding van toezichthouders is overigens niet af te lezen aan het aantal medicijnintroducties. Het aantal middelen dat door de Amerikaanse keuringsdienst FDA werd toegelaten, steeg vorig jaar van 46 naar 59. In 2016 waren dat er slechts 22. Interessanter dan het aantal goedkeuringen per jaar is de onderliggende trend. Het aantal medicijnen tegen zeldzame aandoeningen dat groen licht krijgt, zit stevig in de lift. Vorig jaar waren deze middelen goed voor 58% van alle introducties (2017: 39%).
Groen licht voor Alexion
Een van de middelen die in 2018 groen licht kreeg, was Ultomiris van Alexion (ALXN). Dat was een verrassing, aangezien verwacht werd dat de FDA pas in februari een oordeel zou vellen. Het middel bestrijdt de zeldzame bloedziekte PNH en gaat op dit vlak Soliris opvolgen, dat ook ingezet wordt tegen andere bloedaandoeningen. Het voordeel van Ultomiris is dat het slechts eenmaal per twee maanden toegediend hoeft te worden in plaats van elke twee weken. Ondanks deze meevaller, is de koersstijging de afgelopen weken niet veel groter dan die van andere biotechbedrijven. De reden is dat Alexion ervoor kiest om het nieuwe middel met een korting van 10% ten opzichte van Soliris in de markt te zetten. Op de korte termijn is de omzetgroei hierdoor wat minder stevig dan beleggers hoopten. Alexion geeft echter de voorkeur aan zekerheid van langer lopende patenten dan aan een meevaller op de korte termijn.
Mislukte expansie maakt voorzichtig
De conservatieve aanpak is deels ingegeven door de mislukte expansiestrategie van enkele jaren geleden. Op het hoogtepunt van de markt – in mei 2015 – betaalde Alexion $8,4 mrd voor Synageva Biopharma. De inkomsten van middelen Strensiq en Kanuma tegen stofwisselingsaandoeningen vallen behoorlijk tegen. In de eerste negen maanden van 2018 namen de verkopen met respectievelijk 43% en 52% toe naar $349,0 mln en $66,3 mln. De onderneming waagt zich nu veel voorzichtiger op het overnamepad. Om de pijplijn te verbreden, werd eind vorig jaar Syntimmune ingelijfd. Alexion betaalde $400 mln, maar dat bedrag kan oplopen tot $800 mln als bepaalde ontwikkelingsdoelstellingen worden behaald. Het biotechbedrijf stevent in het lopende jaar af op een omzetgroei van circa 20%. De winstgroei ligt door het prijsbeleid van Ultomiris wat lager. Op het huidige koersniveau is Alexion een veelbelovende onderneming met een degelijke strategie, met een redelijke prijs (circa 13,5 maal de verwachte winst).
Genetische afwijkingen
BioMarin Pharmaceutical (BMRN) richt zich eveneens op het bestrijden van zeldzame aandoeningen die veroorzaakt worden door genetische afwijkingen. Hoewel de omzetgroei in de buurt ligt van die van Alexion, is het maar de vraag of het concern in 2019 al uit de rode cijfers komt. Voor een deel zet de onderneming namelijk in op dezelfde strategie als de branchegenoot. Het in mei vorig jaar goedgekeurde Palynziq (tegen erfelijke stofwisselingsziekte PKU) wordt iets goedkoper in de markt gezet dan Kuvan. Dit laatstgenoemde middel, dat al ruim tien jaar op de markt is, verliest naar verwachting over twee jaar patentbescherming. Het is de bedoeling dat Palynziq Palynziq voor die tijd het stokje overneemt. Door die overstap valt de omzetgroei van 5% naar ruim $400 mln voor Kuvan in 2018 volgend jaar waarschijnlijk stil. Dankzij inkomstengroei van andere middelen, lijkt de eigen doelstelling van $2 mrd omzet in 2020 echter niet te hoog gegrepen.
Blockbusters
Voorlopig wordt de koersontwikkeling echter bepaald door een mogelijke toekomstige groeiversnelling. In de loop van het jaar komen namelijk resultaten naar buiten van verschillende Fase 3-studies. Daarbij gaat de aandacht met name uit naar een gentherapie tegen bloedarmoede (valoctocogene roxaparvovec). Als de resultaten in lijn liggen met die van eerdere onderzoeken, is BioMarin hard op weg naar de eerste blockbuster. Dat is een medicijn met een jaaromzet van meer dan $1 mrd. Voor Vertex (VRTX) komt de introductie van een nieuwe blockbuster ook snel dichterbij. Het biotechtbedrijf heeft sinds 2012 een drietal middelen tegen taaislijmziekte op de markt gebracht. Sindsdien is de omzet bijna verdrievoudigd naar circa $3 mrd vorig jaar. De groei kan in 2020 opnieuw versnellen. Binnenkort komen de resultaten naar buiten van een studie waarbij drie middelen gecombineerd worden. Vertex gaat die uitkomst vergelijken met die van een andere mix, waarvan het onderzoek vorig jaar werd afgerond.
De beste therapie wordt vervolgens in de eerste helft van dit jaar voorgelegd aan de FDA. Het grote voordeel van de nieuwe mix is dat het effectief is tegen meer varianten van taaislijmziekte dan bestaande middelen. Hierdoor neemt voor het biotechbedrijf de potentiële doelgroep toe van 50 à 60% naar meer dan 90% van de patiëntpopulatie. Hoewel het aandeel op basis van de verwachte winst in het lopende jaar vrij prijzig oogt (k/w circa 40), maakt de potentie van een flinke omzetgroei vanaf 2020 Vertex tot een veelbelovende investering.
Goed gevulde pijplijn
Waar Vertex zich volledig op één marktterrein focust, heeft Regeneron de activiteiten de laatste jaren succesvol uitgebreid naar meerdere gebieden. Momenteel ligt het zwaartepunt van de inkomsten op oogmedicijn Eylea. Dit middel, dat samen met het Franse Sanofi is ontwikkeld, overschreed in het derde kwartaal van 2019 de omzetgrens van $1 mrd in de Verenigde Staten.
In Europa kwamen de productverkopen via partner Bayer op $655 mln. Vrees voor nieuwe concurrentie van Novartis en Roche speelde in de eerste jaarhelft een grote rol bij de koersdaling van 30%. Sindsdien vielen de onderzoeksresultaten voor de potentiële concurrenten wat tegen, terwijl Regeneron toestemming kreeg om Eylea breder in te zetten. Die strategie werkt ook met andere middelen. Er is bijvoorbeeld groen licht gekomen voor de inzet van eczeemmiddel Duplixent (jaaromzet ruim $1 mrd) tegen astma. De pijplijn wordt echter de belangrijkste groeimotor voor het concern, met maar liefst zeven middelen in Fase 3. Op het vlak van immunotherapie heeft Regeneron een sterke positie. In september keurde de FDA het middel Libtayo goed voor de behandeling van zeldzame kankervariant CSCC. In de loop van 2019 komen de studieresultaten van twee andere veelbelovende therapieën.
Conclusie
De potentie van dit marktsegment wordt onderstreept door de overname van Loxo eerder dit jaar en van Kite Pharma door Gilead Sciences (2017). Regeneron wordt regelmatig genoemd als potentiële prooi van partner Sanofi, terwijl BioMarin de aandacht zou trekken van Amgen, Gilead en Roche. Ook als een transactie uitblijft, verdienen Alexion, BioMarin, Vertex en Renegeron een koopadvies. De beurswaarde van het kwartet is een bescheiden weerspiegeling van de marktpositie en potentiële omzet- en winstgroei. De toenemende overnameactiviteit binnen de sector kan de koers mogelijk een extra zetje in de rug geven.