Verguisde en favoriete dividendaandelen van analisten
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: geen enkel aandeel beschikt over een perfecte buy-score. Als je het universum van de S&P 500 Dividend Aristocrats doorloopt, dan tellen Abbott Laboratories (ABT) en Air Products and Chemicals (APD) verhoudingsgewijs de meeste koopaanbevelingen. Er zijn welgeteld twee aandelen die geen koopadvies krijgen: Franklin Resources (BEN) en McCormick (MCK). Geen enkele analist heeft de aandelen van respectievelijk de vermogensbeheerder of de specialist in kruiden en specerijen op ‘kopen’ staan.
Kopen, kopen, kopen…
In totaal pronken op de shortlist van Amerikaanse analisten zes namen. Om tot de shortlist te worden toegelaten, moet de buy-score van de aandelen hoger dan 70% zijn. Dat wil zeggen dat zeven van de tien uitgebrachte beleggingsadviezen koopadviezen moeten zijn (‘buy’) of synoniemen daarvan. Denk hierbij aan ‘opbouwen’ (accumulate), ‘toevoegen’ (add) of aan ‘overwegen’ (overweight).
De eerste plaats gaat naar Air Products and Chemicals, omdat de producent van speciale gassen twee verkoopadviezen minder telt dan pharmareus Abbott. Chevron (CVX) en Stanley Black & Decker (SWK) delen de derde plaats. Hierbij moet echter worden opgemerkt dat de aandelen van de oliemaatschappij door meer analisten worden gevolgd dan die van de fabrikant van handgereedschappen. De vijfde plaats is een ex-aequo voor Becton Dickinson (BDX) en McDonald’s (MCD), maar ditmaal niet in alfabetische volgorde. De fastfoodketen telt meer analistenadviezen dan het medisch-technologiebedrijf.
Niet koopwaardig
Aan de andere kant van het spectrum staan de verkoopaanbevelingen centraal. Naast de ondubbelzinnige ‘sell’ wordt hierbij ook gekeken naar analistenopinies als ‘afbouwen’ (reduce), ‘onderwegen’ (underweight) of ‘ondermaats’ (underperform). De drempelwaarde is vastgesteld op 30%, omdat analisten minder scheutig zijn met verkoopaanbevelingen.
Franklin Resources, ook bekend als Franklin Templeton Investments, heeft de twijfelachtige eer hekkensluiter te zijn. De vermogensbeheerder beschikt over geen enkel koopadvies en telt meer verkoopaanbevelingen dan houdadviezen. Consolidated Edison (ED) telt, net als Hormel Foods (HRL) één koopaanbeveling. Maar het grootste energiebedrijf van de Verenigde Staten staat bij zes analisten op ‘verkopen’, de Amerikaanse producent van levensmiddelen bij vier.
Blik op Europese dividendaandelen
In onze contreien vallen met name de koopadviezen van Ashtead (AHT) en British American Tobacco (BATS) op. Weliswaar kijkt de Brits-Amerikaanse tabaksfabrikant tegen één verkoopadvies aan, maar verhuurbedrijf Ashtead wordt door minder analisten koopwaardig bevonden dan BATS.
Bij de Europese dividendaristocraten voeren Enagas (ENG) en Red Electrica (REE) de boventoon qua aantal verkoopaanbevelingen. Zeven op de tien analisten vinden beide Spaanse energiebedrijven verre van koopwaardig en voorzien de aandelen van een verkoopaanbeveling. De aandelen van de Britse automatiseerder Micro Focus (MCRO) wordt door precies de helft van de analisten verkoopwaardig bevonden. De aandelen van de Britse leverancier van kwaliteit- en veiligheidsdiensten Intertek (ITRK) en het Deense biotechnologiebedrijf Novozymes (NZYMB) staan bij 41% van de analisten op verkopen. Daarna volgen, op korte afstand van elkaar, Sage (SGE), Coloplast (COLOB) en Lindt-Sprüngli (LISP). Het aantal verkoopadviezen bedraagt voor de Britse automatiseerder, het Deense medisch-technologiebedrijf en de Zwitserse chocolatier respectievelijk 38, 37 en 36%. Bunzl (BNZL) is de volgende in de rij. De Britse specialist in verpakkingsoplossingen is meteen ook de laatste in de rij. Slechts één op drie vindt de aandelen van Bunzl verkoopwaardig.
Wat iedereen weet
Als je louter het aantal (ver)koopwaardige in ogenschouw neemt, dan is de conclusie overduidelijk: analisten zijn meer gecharmeerd van Amerikaanse dividendaandelen dan Europese. Kijk je echter naar het bijbehorende koerspotentieel, dan is dat van de koopwaardige dividendaristocraten in Europa beduidend groter.
De spreidingsanalyse tussen het hoogste en laagste koersdoel leert dat de onzekerheid bij Europese dividendaandelen groter is dan bij de Amerikaanse dividendaristocraten. Al zou je het niet zeggen, hoe kleiner de bandbreedte tussen het hoogste en laagste koersdoel, hoe groter de kans dat het gemiddelde koersdoel gehaald wordt. De tegeltjeswijsheid ‘wat iedereen weet maakt de markt niet meer heet’ gaat niet op bij koersdoelen. Het is eerder een teken dat de afdeling Investor Relations de markt goed heeft voorgelicht. Hierdoor wordt het voor het bedrijf makkelijker om de consensus te overtreffen en komt het gemiddelde koersdoel sneller in beeld.
Netjes op een rij
Tot slot, maar daarom niet minder interessant, het regionale overzicht met het aantal koop-, houd- en verkoopadviezen met de bijbehorende koersdoelen van de dividendaristocraten.
En natuurlijk ook van de Dividend Aristocrats uit de S&P Europe 350.