Gesprek van de Dag: ‘Groene obligaties niet riskanter dan gewone obligaties’
Nationale Nederlanden Investment Partners (NN IP) startte in 2016 met het beleggingsfonds NN Green Bond. Het idee was een nieuwe, duurzame beleggingscategorie te creëren voor de obligatieportefeuille. Beheerder Bram Bos licht de filosofie en werkwijze toe.
Wat onderscheidt groene obligaties van gewone obligaties?
‘Het grote verschil zit in de besteding van de gelden die met de emissie van de groene obligaties is opgehaald. Een uitgever belooft met het geld bij te dragen aan de verduurzaming van de samenleving, aan van tevoren gedefinieerde projecten. De belegger weet dus wat er met het geld gebeurt. De transparantie is groter dan bij een normale obligatie.’
Hoe weet je zeker dat de belofte wordt waargemaakt?
‘Het is gebruikelijk dat een onafhankelijke partij de plannen van het bedrijf vooraf verifieert. Daarnaast hebben wij bijeenkomsten met het bedrijf, dat bovendien na emissie een zogenoemd impact-rapport uitgeeft. Dat wordt geverifieerd door een onafhankelijke partij, en daarbij wordt ook gekeken of de gelden echt zijn besteed zoals beloofd en wat daarvan het effect is geweest. Er wordt elk jaar een rapport over gepubliceerd, vaak door de accountant.’
Wat is jullie rol?
‘Wij controleren of de groene obligatie echt groen is en gaan daarover in gesprek met bedrijven. Zij raadplegen ons vooraf, maar wij proberen tevens om ze te stimuleren verder te vergroenen en verduurzamen. We vinden het namelijk belangrijk dat de markt voor groene obligatiebeleggingen groeit. Daarnaast beoordelen we, voordat we in een obligatie stappen, de rapporten van de bureaus die de plannen in eerste instantie analyseren. Wij willen bijvoorbeeld “green-washing” voorkomen. Dat wil zeggen dat het bedrijf met het geld wel iets duurzaams doet, maar daarbij geld vrijspeelt voor minder duurzame doeleinden. Bij deze extra toetsing kijken we ook naar het profiel van het bedrijf dat geld wil lenen. Vliegvelden en oliemaatschappijen komen bijvoorbeeld bij ons op het moment niet door de toetsing, waar dat bij anderen nog wel eens gebeurt. Vervolgens worden onze beslissingen weer getoetst op groenheid door een onafhankelijk “responsible investment team” binnen NN IP. Later beoordelen we nog of de gelden inderdaad gebruikt zijn voor de beloofde duurzame doeleinden en analyseren we elk jaar de impactrapportage. De toegevoegde waarde van ons fonds zit in de secure selectie op het duurzaamheidsgehalte van beleggingen.’
Wie is Bram Bos? | |
2016 – heden | Lead portfolio manager green bonds bij NN IP |
2015 – 2016 | Senior portfolio specialist government debt bij NN IP |
2011 – 2015 | Senior portfolio specialist fixed income bij Univest Company |
2010 – 2011 | Executive director bij Nomura Singapore |
2009 – 2010 | Senior portfolio manager bij APG |
Wanneer zijn jullie met NN Green Bond gestart?
‘In februari 2016. Destijds beheerden we €20 mln en we zitten nu op meer dan €1 mrd. Wij waren wereldwijd een van de eersten met een fonds voor groene obligaties, we hebben een duidelijke benadering en zijn daar transparant over. Beleggers, zowel institutioneel als particulier, worden steeds enthousiaster. Zij willen best een deel van hun beleggingen bij de gewone obligaties weghalen ten gunste van groene obligaties. Qua rendement zijn groene obligaties vergelijkbaar met normale obligaties.’
Hoe belangrijk is het rendement?
‘Als we het groene karakter hebben gewaarborgd, zoeken we de hoogste rendementen in het universum. We hebben de Bloomberg Barclays MSCI Euro Green Bond Index als benchmark. NN IP volgt die index in de samenstelling van de beleggingen – de sectorindeling – maar wij zijn strenger wat betreft duurzaamheid. Ook kunnen we een andere visie op het rendement of het risico van een obligatie hebben, of op de renteontwikkeling. Zo kunnen we ook qua duration (gewogen gemiddelde van de looptijden van de obligaties, red.) met een jaar meer of minder afwijken van de index, die nu ongeveer op negen jaar zit. Het fonds wordt actief beheerd. Ook zo willen we waarde toevoegen, want beleggers willen groen beleggen én een zo hoog mogelijk rendement. Zo heeft de Nederlandse staat een zeer groene lening uitgegeven waarvan de weging in de index hoger is dan die in ons fonds. Wij vonden de negatieve rendementen ervan namelijk niet aantrekkelijk genoeg en dus hebben we ook voor andere beleggingen gekozen. Tot nu toe verslaan we de index.’
Hoe verhouden de rendementen zich tegenover groene obligaties?
‘Doordat groene obligatiefondsen nog maar zo kort bestaan, is statistisch nog niet vast te stellen of groene obligatiebeleggingen hogere dan wel lagere rendementen hebben dan gewone obligaties. Maar er zijn indicaties dat die rendementen er goed uit komen. Ik geloof erin dat bedrijven die willen vergroenen een ondernemingshouding hebben van vooruit kijken, transparant zijn en daarmee in de toekomst beter functioneren. Daar is wel steeds meer bewijs voor.’
Hoe komen die rendementen tot stand?
‘Er zijn twee componenten die de rente bepalen: de duration en de risico-opslag. Op beide hebben wij geen invloed, waardoor onze keuze van obligaties belangrijk is. De risico’s zijn bij groen beleggen vergelijkbaar ten opzichte van gewone obligaties. Het is onze meerwaarde om de mate van duurzaamheid van de obligaties te allen tijde actief en nauwlettend in de gaten houden. Tekortkomingen op dit vlak kunnen wijzen op governance die het bedrijf ook op andere terreinen minder geloofwaardig maakt. En dat kan het beleggersvertrouwen in het bedrijf ondermijnen, met alle koersgevolgen van dien. Verder gelden dezelfde risico’s als bij gewone obligaties. Overigens is de rente dit jaar flink gedaald. Dat heeft positieve gevolgen gehad voor de koers van ons fonds.’