Belegger van de Week: Peter van der Slikke
Waarom bent u met beleggen begonnen?
‘Al vanaf dat ik kon lezen was ik geïnteresseerd in de financiële pagina’s in de krant. Ik speelde ook graag Monopoly. Het zit in de mens. Op mijn 27ste ben ik begonnen met beleggen, met kleine bedragen.’
Waarom bent u nu een actieve belegger?
‘Het is inmiddels mijn werk geworden. Ik ben op mijn 53ste met mijn partner Patrick Bontje begonnen met Topcapital en later daarnaast met het online vermogensbeheerplatform iBeleggen. Bedragen die ik zelf overhoud beleg ik volgens dezelfde principes die wij zakelijk hanteren, wat betekent dat ik juist geen actieve belegger ben.’
Wat was uw grootste succes?
‘Voor mij is mijn grootste succes dat ik een eigen zaak heb opgezet. Ik heb nog nooit zo hard gewerkt als in de begintijd daarvan, maar ook nimmer zo veel lol gehad in mijn werk. Wat beleggen betreft heb ik nooit enorme plotselinge winsten gehad, net zomin als grote verliezen. Dat komt door mijn stijl van beleggen. Ik spreid maximaal en zit dus overal een klein beetje in. Dan behaal je nooit extreme rendementen. Ik ben tevreden met 7-8%.’
Wat was uw grootste teleurstelling?
‘Mijn grootste teleurstelling betreft de banken. Ik ben weggegaan bij de bank waar ik werkte toen ik doorkreeg dat de bank niet transparant was over zijn financiële producten. Ik heb eens zo’n product nagebouwd in Excel omdat ik 3% miste in de berekening in de glossy brochure. Nou, die bleek ook naar de bank te gaan, maar zonder dat dit vermeld werd. Begrijp me goed, iedereen mag verdienen aan een goed product, maar niet stiekem. In 2012 heb ik het boek Ontmaskerd geschreven over dit soort wantoestanden bij banken. Voordat ik het doorhad heb ik helaas zelf ook van die troep gehad, woekerpolissen enzo. Ik heb daar echt buikpijn van gehad.’
Hoeveel tijd besteedt u aan uw beleggingen?
‘Heel veel. Om te beginnen heb je veel informatie nodig. Ik lees onder andere de Volkskrant, NRC Handelsblad, Het Financieele Dagblad, de Financiële Telegraaf, en volg Fondsnieuws en Follow the Money. Natuurlijk niet alles, maar wel wat belangrijk is. Ik praat veel met collega’s en plaats dagelijks orders voor mijn klanten in opdracht. Van mijn eigen belegde geld en wat mij betreft dat van klanten blijf ik zoveel mogelijk af.’
Wat is uw strategie?
‘Spreiden, spreiden en nog eens spreiden. Naar regio, sector, thema, alles. Ik volg volledig de wereldmarktkapitalisatie, waarbij de weging voor Amerika 10% naar beneden is bijgesteld. De VS is anders wel erg groot en daarmee het dollarrisico. In tegenstelling tot wat sommige klanten willen, ben ik in principe voor passief en consequent beleggen, en ik weet daar gelukkig ook veel klanten van te overtuigen. Wie gespreid belegt en vooral rustig blijft als er paniek uitbreekt, kan het op de langere termijn niet fout doen. Dat psychologische aspect is eigenlijk het belangrijkst. Wie slappe knieën heeft, is niet geschikt voor de beurs. Maar ook dat rustig blijven zitten als alle seinen op rood staan, kan bijna iedereen leren. Zo’n 95% heeft het na vijf, zes jaar begrepen.’
Wat is uw grootste ergernis?
‘Ik erger me aan vermogensbeheerders die heel flink doen over hun prestaties, maar niet op hun website vermelden wat hun prestaties zijn, gewoon in harde cijfers. Als je het zo goed doet, waarom zou je dat dan niet laten zien? Je moet dat als klant toch kunnen checken? Die beheerders zeggen dan: ja, maar wij leveren maatwerk, dus elke portefeuille is uniek. Kletskoek natuurlijk.’
Welke belegger bewondert u het meest?
‘Iedereen heeft het over Warren Buffett, maar dat is helemaal geen belegger, dat is een investeerder. Ik heb bewondering voor mensen die met vallen en opstaan hebben geleerd dat het uiteindelijk altijd goedkomt met beleggingen en zich niet meer gek laat maken door de waan van de dag.’
Wat verwacht u de komende tijd van de beurs?
‘Ik verwacht niks. En als ik iets zou verwachten, zou dat geen enkele waarde hebben. Niemand kan de beurs voorspellen op kortere termijn.’
Welke tip heeft u voor andere beleggers?
‘De slechtste belegger is degene die niet belegd is. En: op de lange termijn maakt het niet uit wanneer je instapt. Maar doe het wel stapsgewijs, bijvoorbeeld in vijf tot acht kwartalen.’